27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 563 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN DEFENSIE EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2015

Graag bieden wij u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 29 september 2015 om op korte termijn te worden geïnformeerd over de actuele situatie in de provincie Kunduz, Afghanistan (Handelingen II 2015/16, nr. 7, Regeling van werkzaamheden).

Veiligheidssituatie

De veiligheidssituatie in Afghanistan blijft sterk onder druk staan door de aanwezigheid van opstandelingen en is in Noord-Afghanistan kritiek en zorgwekkend te noemen. Sinds het verdrijven van de Taliban in 2001 zijn zij niet meer in staat geweest een stad in te nemen, en de inname van Kunduz kan dan ook gezien worden als een significante gebeurtenis. De aanval op Kunduz werd op 28 september jl. door de opstandelingen gecoördineerd uitgevoerd onder leiding van commandanten uit verschillende Noord-Afghaanse provincies. Dit blijkt onder andere uit het afsluiten van alle toegangswegen zowel in de provincie Kunduz als in de zuidelijker gelegen provincie Baghlan.

De opstandelingen hebben hun activiteiten in de provincie Kunduz in de loop van het jaar uitgebreid. In het begin van 2015 vielen zij in het noorden van de provincie een basis aan van het Afghaanse leger. In de zomerperiode namen zij kortstondig twee districtscentra in en in juli vielen zij de stad Kunduz aan. Deze aanval werd door de Afghaanse veiligheidstroepen in de kiem gesmoord.

De Afghaanse veiligheidstroepen hebben op 28 september, waarschijnlijk mede door beperkte presentie in de stad, relatief korte tijd weerstand geboden aan het offensief van de opstandelingen voordat zij zich terugtrokken naar de legerbasis Pamir bij het vliegveld van Kunduz. Daarnaast wordt de aanvoer van versterkingen tot op heden gehinderd door onder meer hinderlagen en bermbommen op de route van Baghlan naar Kunduz.

In de avond van 29 september begonnen de opstandelingen aan een nieuw offensief om de luchthaven te veroveren, waarnaar de Afghaanse veiligheidstroepen waren teruggetrokken. In de ochtend van 1 oktober hebben de Afghaanse veiligheidstroepen delen van het centrum van de stad Kunduz weer onder controle gekregen. Dit is gelukt met behulp van westerse luchtsteun en westerse special forces eenheden. Gevechten in het centrum en in de buitenwijken van Kunduz duren op het moment van schrijven nog wel voort. Ook is het district Khanabad in de provincie Kunduz na hevige strijd in de nacht van 30 september op 1 oktober in handen van de opstandelingen gevallen. Wel hebben de Afghan National Defence and Security Forces (ANDSF), met ondersteuning van westerse luchtaanvallen, het vliegveld en de nabij gelegen militaire kampen in handen weten te houden.

Op 3 oktober zijn bij gevechtshandelingen in en rondom het Ziekenhuis van Artsen zonder Grenzen in Kunduz ten minste negentien personen omgekomen. Bij dit tragische incident waren waarschijnlijk ook Amerikaanse luchteenheden betrokken. Het Afghaanse Ministerie van binnenlandse zaken zegt dat Taliban strijders zich in het ziekenhuis hadden verschanst.

Het kabinet betreurt dit incident ten zeerste en spreekt zijn medeleven uit met de nabestaanden van de omgekomen medewerkers. Het kabinet heeft condoleances overgebracht aan Artsen zonder Grenzen in Nederland.

Het kabinet verwelkomt de aankondiging van President Obama op 4 oktober dat het Amerikaanse Ministerie van Defensie in samenwerking met de Afghaanse autoriteiten een grondig onderzoek naar de gebeurtenissen zal uitvoeren. President Obama verwacht een «volledige verantwoording over de feiten en de omstandigheden».

De gevechten in Kunduz zijn nog altijd gaande en situatie in Kunduz blijft de komende dagen veranderlijk. Het blijft lastig om objectieve informatie te verkrijgen over de situatie. Gebieden zijn vaak moeilijk toegankelijk, bronnen zijn relatief beperkt en berichtgeving in Afghaanse media is vaak niet objectief. Dit geldt voor beweringen van zowel de opstandelingen als de Afghaanse overheid.

Opstandelingen in andere provincies in Noord-Afghanistan hebben het vertrek van ANSDF-versterkingen naar Kunduz waarschijnlijk aangegrepen om meer aanvallen uit te voeren. Dit gebeurde onder meer in de provincies Takhar, Jowzjan en Baghlan, maar ook in de provincie Balkh (waar de Nederlanders in de NAVO-missie Resolute Support zijn ontplooid). In Balkh zijn de opstandelingen vooral in het gebied ten westen van de stad Mazar-e Sharif gevechten begonnen. De veiligheidssituatie in Balkh blijft relatief gezien beter dan in vrijwel alle andere provincies in Noord-Afghanistan.

Het is te vroeg voor een conclusie over de uitslag van het vechtseizoen in zijn geheel. De ANDSF hebben voor het eerste jaar geheel de leiding na de terugtrekking van de overgrote meerderheid van buitenlandse troepen in 2014. Duidelijk is wel dat de ANDSF in het hele land onder grote druk staan en door alle reactieve operaties overstrechted zijn. Hoewel de ANDSF niet verslagen zijn, zijn zij ook niet bij machte gebleken de oprukkende opstandelingen vanuit de rurale gebieden een halt toe te roepen en terug te dringen. Slechts met grootschalige operaties zijn zij in staat tijdelijk de opstandelingen het initiatief te ontnemen. De bezetting van Kunduz is een tegenslag, maar de opstandelingen zijn er tot op heden niet in geslaagd overwinningen te bestendigen.

Politieke ontwikkelingen

De ontwikkelingen in Kunduz tonen aan hoe fragiel de stabiliteit en wederopbouw in Afghanistan nog zijn. De timing van de aanval van de opstandelingen markeerde de eerste verjaardag van de regering van nationale eenheid. De opstandelingen zijn zich er duidelijk van bewust dat de Afghaanse regering voor het eerst in jaren nu volledig zelf verantwoordelijk is voor de veiligheid. Ze testen de capaciteiten en moraal van de ANDSF, door op veel plaatsen tegelijk aan te vallen. In verschillende verklaringen heeft President Ghani de bevolking tot kalmte opgeroepen en het belang van de bescherming van burgers onderstreept. Het Afghaanse parlement is echter kritisch op het handelen van de regering, omdat de aanval van de opstandelingen voor de ANDSF als een verrassing kwam en omdat twee dagen na het begin van het offensief versterkingstroepen Kunduz nog niet hadden bereikt.

De bezetting van Kunduz stad maakt de Afghaanse bevolking duidelijk dat de Taliban geen alternatief vormen voor de Afghaanse overheid. De twee dagen dat de Taliban de stad in handen hadden, kenmerken zich door chaos, plunderingen, brandstichting, angst, terreur en grove mensenrechtenschendingen.

Aan de andere kant was de bezetting van Kunduz stad ook mogelijk door zwak bestuur. De provincie Kunduz is al het hele jaar onrustig. Er spelen veel conflicten met verschillende oorzaken. Lokale milities strijden met elkaar om drugshandel en smokkelroutes. Het provinciale bestuur bleek niet in staat daar een einde aan te maken en voelde zich onvoldoende gesteund door de regering. De opstandelingen hebben van dat machtsvacuüm gebruik gemaakt.

Resolute Support en Nederlandse inzet

De NAVO-missie Resolute Support is een train, advice and assist missie die conform het mandaat géén gevechtstaken uitvoert. De missie is niet time based, maar condition based en duurt waarschijnlijk tot eind 2016. Het Nederlandse mandaat loopt tot 31 december 2016. Sinds 1 januari 2015, na het einde van de ISAF-missie, is Afghanistan zelf verantwoordelijk voor de veiligheid in het land. Resolute Support is uitsluitend nog in een adviesrol betrokken bij de operaties van de Afghaanse veiligheidstroepen.

De Nederlandse inzet bedraagt maximaal 100 militairen in de noordelijke regio in de omgeving van de stad Mazar-e Sharif in de provincie Balkh (TAAC North), waar Duitsland het commando voert, en in Kaboel.

De recente ontwikkelingen rondom Kunduz leiden ertoe dat ook TAAC North, en daarmee Nederlandse militairen, betrokken zijn bij de operaties van de Afghaanse veiligheidstroepen. Zo heeft de militaire leiding van TAAC North besloten om op 29 september en op 1 oktober de hoofdkwartieren van de Afghaanse strijdkrachten (ANDSF) in Kunduz te adviseren. Enkele Nederlandse militairen zijn hierbij betrokken geweest. Gezien de taakstelling van TAAC North zullen mogelijk nog meer adviesoperaties worden uitgevoerd.

Overige Nederlandse inspanningen

De ontwikkelingen in Kunduz hebben ook gevolgen voor het rechtsstaatprogramma in de provincie. De opstandelingen hebben kantoren van de Afghaanse overheid, de VN en NGOs, waaronder die Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit (GIZ) die een deel van het programma uitvoert, geplunderd en in brand gestoken. NGO’s, GIZ, het Internationale Rode Kruis en de VN hebben alle activiteiten opgeschort. De internationale staven van bovengenoemde organisaties zijn geëvacueerd en de Afghaanse staf is eveneens vertrokken. De Taliban zouden huizen hebben doorzocht, op zoek naar medewerkers van internationale organisaties, vrouwelijke medewerkers van NGO’s en ambtenaren. Mensenrechtenverdedigers zouden doodsbedreigingen hebben ontvangen. Betrouwbare bronnen maken melding van de moord op een vrouwelijke arts en twee vrouwelijke NGO-medewerkers en van de ontvoering van de echtgenoot van een vrouwelijk lid van de provincieraad Kunduz.

De situatie is momenteel gevaarlijk en zeer veranderlijk. Activiteiten in het kader van het rechtsstaatprogramma zijn zodoende tot nader orde opgeschort. Aangezien gebouwen van GIZ en UNAMA zijn geplunderd, zal de opschorting enige tijd duren. Nederland onderhoudt hierover nauw contact met betrokken organisaties. Nederland steunt een ander programma van GIZ, gericht op het verbeteren van de toegang van vrouwen tot de rechtsstaat in de provincie Kunduz en gedeeltelijk in andere provincies in Noord-Afghanistan. Het is nog te vroeg om te kunnen beoordelen wat de ontwikkelingen in Kunduz betekenen voor dit programma. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zal uw Kamer bij gelegenheid laten weten wat de uiteindelijke gevolgen zijn voor deze programma’s.

De ontwikkelingen in Kunduz en eerder Uruzgan bevestigen dat Afghanistan kwetsbaar is en een lange weg te gaan heeft. Het gebrek aan stabiliteit en de onzekere economische situatie hebben bovendien ook gevolgen voor Europa, zoals onlangs nog weer is bevestigd door de komst van nieuwe asielzoekers uit Afghanistan. De rol van de Afghaanse overheid is cruciaal om blijvende resultaten te boeken. De inzet van de internationale gemeenschap is er altijd op gericht geweest de Afghaanse overheid in staat te stellen, grotendeels op eigen kracht, voor veiligheid, rechtsorde en ontwikkeling te zorgen. Om die reden heeft de internationale gemeenschap met de Afghaanse overheid afgesproken dat Afghanistan zelf de verantwoordelijkheid neemt voor de wederopbouw van het land, waarbij de internationale gemeenschap, waar nodig en mogelijk, blijft ondersteunen. De Afghaanse regering onder leiding van president Ghani heeft hiervoor in september in Kaboel een agenda gepresenteerd in het Self Reliance for Mutual Accountability Framework waarin concrete doelen worden gesteld op het gebied van onder andere de bevordering van economische groei, corruptiebestrijding, verbetering rechtstaat en regionale samenwerking. Veiligheid en stabiliteit werden daarbij genoemd als cruciale voorwaarden voor verdere ontwikkeling.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven