Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 maart 2015
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Defensie, de reactie aan op het
verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 13 februari 2015 om een
reactie op een artikel in de New York Times over vermeende samenwerking tussen de
politie in Kunduz en de Taliban.
Er wordt een onderzoek gehouden naar de politie in Kunduz. Dit onderzoek wordt uitgevoerd
door het Internal Affairs Department van het Ministry of Interior. Aanleiding voor het onderzoek lijkt protest van de lokale bevolking naar aanleiding
van een ontvoeringszaak van twee kinderen waarbij een medewerker van de grenspolitie
was betrokken.
Tijdens het onderzoek zijn tot dusver bij een dertigtal politiefunctionarissen voldoende
aanknopingspunten vastgesteld om tot vervolging over te gaan. Het gaat hier om verdenking
van verkoop van munitie of betrokkenheid bij terroristische aanslagen tegen de politie.
Op dit moment valt echter niet met zekerheid te zeggen of en in welke mate er daarbij
sprake is van banden tussen de politie in Kunduz en de Taliban.
Het gaat hier om ernstige feiten en verdenkingen die reden geven tot grote zorg. Tegelijkertijd
is het echter bemoedigend dat de Afghaanse autoriteiten zoals hiervoor beschreven
zelfstandig intensief onderzoek doen naar misstanden binnen de Afghan National Defence and Security Forces (ANSDF). Dit was in het verleden niet vanzelfsprekend.
Het beeld dat in het krantenartikel wordt geschetst van een verslechterende veiligheidssituatie
in Kunduz moet ik helaas bevestigen. Het aantal veiligheidsincidenten in de provincie
is in 2014 en begin 2015 substantieel gestegen. Kunduz is vanwege zijn ligging van
strategisch belang. De Afghaanse veiligheidstroepen willen de regio niet aan de insurgents verliezen en hebben extra (elite)troepen ingezet ter versterking van de reeds aanwezige
troepen.
In het politietrainingscentrum in Kunduz worden nieuwe rekruten getraind. Dit is bemoedigend.
Corruptie en daarmee samenhangende samenwerking tussen politie en insurgents blijft desalniettemin een probleem. De verwevenheid tussen lokale warlords, centrale overheid en de georganiseerde criminaliteit is een moeilijk te bestrijden
fenomeen. Voorts blijven politiesalarissen achter bij wat warlords te bieden hebben. Vooralsnog blijft de situatie er één van twee stappen voorwaarts
en één terug.
Zoals ook weer duidelijk werd tijdens mijn recente bezoek aan Afghanistan met de Minister
van Defensie, blijft betrokkenheid van de internationale gemeenschap bij de ontwikkeling
van de Afghaanse veiligheidssector en de rechtsstaat belangrijk.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
A.G. Koenders