27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 473 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 maart 2013

Graag informeer ik uw Kamer over mijn bezoek op 16 en 17 maart jl. aan Afghanistan. Het doel van de reis was de voortgang van de Nederlandse ontwikkelingsactiviteiten in het kader van de rechtsstaat in Kunduz te bekijken en kennis te nemen van het ontwikkelingsprogramma in brede zin.

Het eerder geplande bezoek viel net na het besluit te stoppen met de trainingsmissie in Kunduz per 1 juli as, waarvan het rechtsstaatprogramma onderdeel uitmaakt.

Ik begon mijn reis in Kunduz en heb daar gesproken met Afghaanse bestuurders, advocaten, gedetineerden, NGO's, lokale media, mensenrechtenorganisaties, onze uitvoerders en onze uitgezonden mensen. Thema’s waren rechtsstaat en de positie van vrouwen.

Belangrijkste bevindingen Kunduz

Er bestaat veel waardering voor het werk van de Nederlandse missie in Kunduz en het werk dat daar is gedaan. Ik bezocht een aanvullende opleiding voor gevorderde agenten en onderofficieren van de civiele politie (Advanced Police Training Course (APTC) in Aliabad en sprak onder meer met een door Nederland opgeleide Afghaanse trainer. Hij was zeer te spreken over de cursus en de mentoring die hem nu in staat stelt de leerlingen van de APTC te instrueren.

Vertrouwen in het recht

In Aliabad heb ik, samen met de districtsgouverneur Saidi en de Duitse vertegenwoordiger van het Bundesministerium für Zusammenarbeit Fischer, de opening verricht van een lokaal justitiegebouw (een zgn «huqooq» kantoor genaamd). Hier kunnen mensen zich laten informeren over hun rechtsmogelijkheden en geschillenbeslechting. Er is een 50% toename van het aantal afgehandelde zaken van het «huqooq» sinds 2011 en met een nieuw gebouw kan de verbetering van de toegankelijkheid, het beroep op dienstverlening en daarmee het vertrouwen van de bevolking in een eerlijke rechtsgang verder groeien. Er zullen de komende maanden nog zes gelijksoortige «huqooq» gebouwen worden geopend in de verschillende districten.

In het vrouwendeel van de gevangenis van Kunduz leidde ik uit de gesprekken met de gedetineerden af dat de rechtsbijstand aan vrouwen nog niet vlekkeloos verloopt en dat de behoefte daaraan groot is. Sinds het bezoek van mijn voorganger in augustus 2012 is de faciliteit voor rechtsbijstand bij de vrouwenvleugel gebouwd en opgeleverd.

Vrouwenrechten

In Kunduz, maar ook in Kaboel, heb ik ook met vrouwen uit verschillende beroepsgroepen en lagen van de samenleving gesproken over vrouwenrechten. Dit zijn moedige vrouwen die in weerwil van traditionele barrières relevant werk doen en de zwakkeren willen verdedigen. Uit deze gesprekken kwam naar voren dat de positie van vrouwen in Afghanistan de afgelopen jaren zeker is verbeterd als het gaat om deelname aan het bestuur en de toegang tot onderwijs en gezondheidszorg, maar dat er nog heel veel moet gebeuren. Volgens de grondwet is er gelijkheid, maar de praktijk is weerbarstig. Vrouwen worden seksueel misbruikt, worden op basis van «morele misdaden» (zoals overspel en seks voor het huwelijk) zonder proces gevangen gezet en durven geen aangifte bij de politie te doen. Bovendien vormt straffeloosheid een probleem, daders van geweld tegen vrouwen zijn vaak bekend, maar worden niet altijd vervolgd. Veel vrouwen vrezen dat vrouwenrechten door het vertrek van de internationale gemeenschap in Afghanistan geen prioriteit meer zullen krijgen.

Vrouwen zijn onmisbaar bij wederopbouw en voor het scheppen van duurzame vrede en om die reden wil ik de toegang tot het justitiële systeem voor vrouwen blijven bevorderen. Met een budget van 1,5 miljoen euro wil ik me in samenwerking met andere internationale partners de komende jaren voor de Afghaanse vrouw inzetten. Met dit bedrag, dat afkomstig is uit de extra middelen voor rechtsstaatontwikkeling, kan Nederland onder meer een juridische faculteit ondersteunen, zodat meer vrouwen in functies in de justitiële sector terecht kunnen komen. Ook wordt er met dit bedrag gewerkt aan de verbetering van de rechtsbijstand voor vrouwen en wordt de capaciteit van vrouwenorganisaties verder vergroot.

Wat zijn de resultaten op termijn op het gebied van rechtsstaatsontwikkeling?

Het is te vroeg om algemene conclusies te trekken over onze inspanningen in Kunduz op het vlak van de rechtsstaat. Nederland heeft een stevige basis gelegd voor de hele justitieketen in Kunduz. Door de Nederlandse steun heeft de Orde van Advocaten sterk kunnen groeien en kunnen afgestudeerde vrouwelijke rechten studenten nu ook lokaal hun vestigingsexamen doen. Het aantal vrouwelijke advocaten is toegenomen (7 in aantal), al is de kritische massa nog niet bereikt. Dit geldt eveneens voor het aantal vrouwelijke politiefunctionarissen (32) binnen het provinciale politiekorps.

Ik hoop oprecht dat het vertrouwen in het rechtssysteem blijft toenemen. Een nieuw gebouw is niet alles, vertrouwen groeit met gedegen anti-corruptie maatregelen, het geven van het goede voorbeeld, verbeterde opsporing en rechtspraak en een gedegen advocatuur. Dit is een zaak van lange adem waarvoor cultuurverandering nodig is, maar ik denk dat de eerste stappen zijn gezet.

Kaboel

In Kaboel sprak ik met de minister van Financiën, de Country Directors van Wereldbank en UNDP, vertegenwoordigers van vrouwenorganisaties en de Afghan Independent Human Rights Commission over de politieke en sociaal-economische situatie in Afghanistan en over hun visie op de toekomst na vertrek van ISAF. Daarnaast bezocht ik het National Agriculture Education Centre (NAEC), een tweejarig opleidingsinstituut voor landbouw, waar ik een indruk kreeg van het project en kennis heb gemaakt met drie in Wageningen opgeleide Afghaanse vrouwelijke docenten. Zij leiden toekomstige leraren voor middelbare landbouwscholen op. De eerste lichting zal dit jaar afstuderen. Daar voerde ik ook gesprekken met verschillende ondernemers en vertegenwoordigers van organisaties uit het bedrijfsleven. Zij schetsten de dilemma’s van ondernemen in Afghanistan. Ook bezocht ik een opvangkamp voor ontheemden waar de hulp door WFP wordt verleend.

Alle gesprekspartners vonden dat er dankzij internationale en Afghaanse inzet vooruitgang was te constateren. De financiële overheidshuishouding is op moderne leest geschoeid, onderwijs en gezondheidszorg hebben een groter bereik dan ooit en de wetgevingsmachine functioneert, ondanks langdurige behandeling in het parlement ten aanzien van bepaalde wetgeving (bijvoorbeeld op het gebied van de mijnbouw). Desondanks signaleerde iedereen de enorme uitdagingen waarvoor het land staat:

  • 1. De zorg over de veiligheid blijft een allesoverheersend thema dat ingrijpt in alle facetten van het maatschappelijke leven;

  • 2. De verkiezingen, waarover veel gesprekspartners oordeelden dat de regering daar nu onvoldoende prioriteit aan verleent. Tevens maakt men zich zorgen over de gevolgen van de verkiezingen met betrekking tot de stabiliteit in het land.

  • 3. Het vredesproces waarvan men vond dat er teveel onduidelijkheid is en sprake is van een gebrek aan inclusiviteit;

  • 4. Corruptie werd door vrijwel alle gesprekspartners genoemd als het grootste probleem waar Afghanistan mee te kampen heeft. De uitspraak van de rechters over de Kabul Bank, een schrijnend voorbeeld van zelfverrijking, falend toezicht en een falend rechtssysteem, leidt tot veel kritiek op het rechtssysteem. Ik heb dit punt overigens expliciet aan de orde gesteld in mijn gesprek met de Afghaanse minister van Financiën;

  • 5. De positie van het maatschappelijk middenveld is verbeterd, maar nog steeds fragiel vanwege het gebrek aan traditie op dit gebied en een gebrek aan politieke wil om het maatschappelijk middenveld als serieuze gesprekspartner te zien;

  • 6. De positie van vrouwen is sterk verbeterd, maar er zal nog veel moeten gebeuren alvorens er sprake is van daadwerkelijke gelijkheid;

  • 7. De transitie waarbij vooralsnog de nadruk wordt gelegd op veiligheid en de militaire inspanning en te weinig op de sociaaleconomische transitie;

  • 8. Gebrek aan transparantie en «accountability» van de zijde van de overheid wat de relatie met donoren en de Tokio Agenda (afspraken over een meer gelijkwaardige donor-Afghanistan relatie) beïnvloedt;

  • 9. De verschillende belangen van omringende landen zorgen voor instabiliteit in Afghanistan en de regio.

Genoeg dilemma's dus waar Afghanistan antwoorden op zal moeten vinden. De tijd is krap met de verkiezingen in het voorjaar van 2014 en het einde van de ISAF presentie aan het einde van dat jaar.

Ik heb mijn gesprekspartners duidelijk gemaakt dat er nog veel te doen is en laten weten dat Afghanistan ook na 2014 als partnerland op meerjarige steun kan blijven rekenen. Daarbij moeten de Afghaanse autoriteiten in toenemende mate zelf de verantwoordelijkheid nemen en concrete resultaten richting de gehele bevolking laten zien. In de tweede helft van dit jaar zal ik uw Kamer meer duidelijkheid verschaffen hoe ik het Nederlandse ontwikkelingsprogramma, gegeven de geschetste dilemma's en de vooruitgang die dan is geboekt, wens vorm te geven post 2014. Ik ga daarover dan uiteraard graag met u in debat.

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven