Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2012
De Kamer ontvangt vier keer per jaar een overzicht van de stand van zaken van de geïntegreerde
politietrainingsmissie. Naar aanleiding van recente berichten in de media gaat deze
tussentijdse brief in op de opzet en werking van het agent-volg-systeem en de door
Nederland ontwikkelde aanvullende tienweekse vervolgtraining van de geïntegreerde
politietrainingsmissie in Afghanistan. Dit systeem is eerder beschreven in de brief
van 12 maart 2012 (Kamerstuk 27 925, nr. 453).
Het agent-volg-systeem ziet erop toe dat door Nederland opgeleide agenten in de provincie
Kunduz worden geplaatst. Het systeem houdt het opleidingsniveau van de agenten bij
en er is een database met hun biometrische gegevens. Daarnaast registreert het Afghaanse
ministerie van Binnenlandse Zaken met het Electronic Payroll System (EPS) waar agenten werkzaam zijn. Dit agent-volg-systeem functioneert naar behoren.
Informatie uit dagelijkse ISAF/RC(N) rapportages en operatieplannen wordt gebruikt
om na te gaan of agenten in overeenstemming met de Afghaanse politiestrategie worden
ingezet. Mochten er aanwijzingen zijn dat agenten voor vooraf geplande offensieve
militaire acties zijn of zullen worden ingezet, dan wordt daarover nadere informatie
gevraagd aan de betrokken instanties. Tot dusver is inderdaad enige malen navraag
gedaan bij de provinciale politiecommandant en deze heeft telkens de verzekering gegeven
dat er geen agenten voor geplande offensieve militaire acties zijn ingezet. In de
Afghaanse werkelijkheid is geen methode waterdicht, maar de gekozen werkwijze functioneert
naar tevredenheid.
Op dit moment worden ongeveer 180 politiemensen in de stad Kunduz dagelijks begeleid
en een aantal van hen volgt momenteel modules uit de aanvullende tienweekse training.
Onlangs is de praktijkbegeleiding uitgebreid naar het district Khanabad en ook agenten
daar komen in aanmerking voor de tienweekse training. Nederland verzorgt voor de desbetreffende
agenten de basisopleiding en de provincie Kunduz is ook hun werkterrein.
Er zijn goede afspraken met de provinciale politiecommandant gemaakt over de uitvoering
van de aanvullende tienweekse training. Het is niet mogelijk agenten tien weken aaneengesloten
van hun post te halen, want dat zou teveel ten koste gaan van de dagelijkse werkzaamheden.
Het is vooral de plaatselijke bevolking die daarvan de nadelige gevolgen zou ondervinden.
Daarom is de tienweekse opleiding in modules verdeeld die tijdens de praktijkbegeleiding
worden gegeven. De Nederlandse begeleiders boeken met deze benadering, die is toegesneden
op de Afghaanse omstandigheden, gestaag vooruitgang.
De minister van Defensie,
J. S. J. Hillen