27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 447 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK

Vastgesteld 19 januari 2012

Een delegatie uit de vaste commissie voor Defensie heeft van 17 tot en met 20 oktober 2011 een werkbezoek gebracht aan Afghanistan. De delegatie bestond uit de leden Brinkman (PVV; delegatieleider), Hennis-Plasschaert (VVD), Kuiken (PvdA), Cörüz (CDA), Jasper van Dijk (SP), Hachchi (D66) en Peters (GroenLinks). Het Ministerie van Defensie was vertegenwoordigd door de Directeur Operaties Defensie, generaal-majoor T. Middendorp. De delegatie werd begeleid door de toenmalige griffier van de vaste commissie voor Defensie, mr T.N.J. de Lange.

Het doel van het werkbezoek was in hoofdzaak tweeledig: het verkrijgen van nader inzicht in de wijze waarop de Nederlandse functionarissen hun missie in Afghanistan realiseren, en het laten blijken van waardering voor het feit dat Nederlandse functionarissen onder vaak moeilijke omstandigheden hun werkzaamheden tijdens missies in het buitenland uitvoeren. Daarnaast strekte het werkbezoek tot het verkrijgen van nader inzicht in de internationaal-politieke omstandigheden waaronder de missie moet worden uitgevoerd.

In onderstaand verslag worden de hoofdlijnen van de formele gesprekken kort weergegeven. Het volledige programma van het werkbezoek is als bijlage bij dit verslag opgenomen.

De delegatie dankt alle gesprekspartners en degenen die betrokken zijn geweest bij het organiseren van dit werkbezoek. In het bijzonder wil de delegatie haar waardering uitspreken voor de inzet van de medewerkers van de Nederlandse ambassade in Kabul onder leiding van de Chef de Poste (de heer R. van Vollenhoven), van generaal-majoor Middendorp en van de ontvangende eenheden in Kunduz en Mazar-e-Sharif bij de voorbereiding van het programma en tijdens het werkbezoek. De hartelijke ontvangst en de goede begeleiding van de delegatie hebben in belangrijke mate bijgedragen aan het welslagen van het werkbezoek.

De voorzitter van de delegatie, Brinkman

De griffier van de delegatie, De Lange

Maandag 17 oktober 2011 – Kabul

Werkdiner op de Nederlandse ambassade

Benadrukt wordt dat de opbouw van Afghanistan een zaak is van lange termijn, veel langer dan bij voorbeeld het jaar 2014. Dat neemt niet weg dat er in de afgelopen jaren al heel veel is bereikt, dit in tegenstelling tot het sombere beeld dat hierover in de media wordt geschetst. Veel moedige mensen hebben fantastisch werk verricht in de afgelopen jaren, en doen dat nog. Dit wordt gestaafd door de uitkomsten van de recente evaluatie van de Nederlandse inzet in Uruzgan: er is sprake van meer veiligheid en gezondheid, en een betere infrastructuur.

Nederland maakt de toegezegde ontwikkelingsprojecten in Uruzgan af. Dat zal duren tot 2013. Ondertussen verschuift de steun van Nederland van provinciale projecten naar nationale projecten. Eén daarvan is het Afghan Peace and Reintegration Program, een programma gericht op verzoening. Aan dit project doen op dit moment ca. 2500 ex-Taliban mee. Voor dit project, en meer in het algemeen voor de toekomst van Afghanistan, is voluit inzetten op de jongere generatie Afghanen van het allergrootste belang.

Voor wat betreft de mogelijkheden voor Afghanistan om in de toekomst in financiële zin de eigen broek te kunnen ophouden, zet de Afghaanse regering in op de exploratie van de natuurlijke rijkdommen in Afghanistan (bij voorbeeld lithium en ijzererts). Daarnaast realiseert de Afghaanse regering zich dat zeker tot 2025 financiële steun vanuit het buitenland noodzakelijk zal zijn, maar wel op een substantieel lager niveau dan nu. Op dit moment kost de totale internationale inspanning voor Afghanistan ca. 10 miljard US dollar per maand.

De veiligheidssituatie in Afghanistan is de afgelopen paar jaar naar het oordeel van sommigen per saldo wat verslechterd. ISAF is het daar niet mee eens, de VN wel. De situatie m.b.t. de mensenrechten is wel sterk verbeterd ten opzichte van de periode dat de Taliban het voor het zeggen had.

Het parlement van Afghanistan bevindt zich sinds afgelopen jaar in een crisis, na de omstreden uitslag van de parlementsverkiezingen. Mogelijk komt daar nu verandering in, met het vertrek van negen parlementsleden. Eén vrouwelijk parlementslid (mevrouw Baraksai) dat moet vertrekken, is nog in hongerstaking. Meer in het algemeen kan worden geconstateerd dat er (te) weinig ruimte is voor nieuwe stromingen. Daarbij is er in sterke mate sprake van politiek die individueel is georiënteerd.

In de regio is Iran in een aantal opzichten een «spoiler». Eén ding is wel zonneklaar: ook Iran heeft een hekel aan de Taliban. Pakistan wil het risico vermijden dat zij in de rug kan worden aangevallen in geval van een conflict met India, wat zich vertaalt in het Pakistaanse Afghanistan beleid. Complicerende factor is dat de internationale gemeenschap in Afghanistan Pakistan nodig heeft i.v.m. doorvoerlijnen.

Het belangrijkste doel van de Bonn-conferentie begin december is het uitspreken van een lange termijn-commitment van de internationale gemeenschap, dus ook na 2014. Vaak wordt een termijn van tien à vijftien jaar genoemd die nodig is om een duurzame verbetering te bewerkstelligen.

De opiumteelt blijft helaas een substantieel probleem. Ca. 10% van de Afghaanse economie is volgens waarnemers gerelateerd aan opium. Tegen de prijs van opium is het moeilijk concurreren (b.v. in het geval van het stimuleren van de verbouw van saffraan).

Geconcludeerd kan worden dat ook in de jaren na 2014 er militaire en financiële steun vanuit het buitenland noodzakelijk zal zijn, maar wel veel minder dan nu het geval is. Als die steun na 2014 niet wordt gegeven dan kan dit destabiliserende gevolgen hebben .

Dinsdag 18 oktober 2011 – Kunduz

Briefing MT Kunduz

Kunduz is een provincie met ca. 1 miljoen inwoners. Ongeveer 70 % van de mannen en iets minder dan 50 % van de vrouwen krijgt onderwijs. De economie leunt op landbouw, veeteelt en, vanwege de centrale ligging, handel (zowel legaal als illegaal).

In de periode van de Nederlandse aanwezigheid in Kunduz (nu ruim drie maanden) is uiteraard uitgebreid kennisgemaakt met het lokale bestuur (o.a. de Gouverneur en de burgemeester). De vertegenwoordigers van het lokale bestuur spreken waardering voor de Nederlandse aanpak uit. Vooral het feit dat er echt wordt geluisterd, wordt zeer gewaardeerd. Een andere waarneming is dat de invloed van het lokale bestuur beperkt is, hetgeen ook past bij de sterk centraal georiënteerde machtsstructuur binnen Afghanistan.

Met betrekking tot de rechtsstatelijke aspecten: in de provincie Kunduz zijn in totaal 6 rechtbanken en ca. 60 rechters. Daarnaast zijn er ca. 50 openbare aanklagers en (slechts) 20 advocaten. Er zijn ook 6 zgn. Huqooq-kantoren. Binnen deze kantoren wordt geadviseerd over toepasselijke rechtsbronnen (formeel recht, gewoonterecht, sharia) in een concreet geval. Deze kantoren onderhouden contact met dorpsraden die een rechtsprekende functie hebben. Ongeveer 80% van de civiele zaken (m.n. land en familie) wordt in informele structuren afgehandeld.

Het Max Planck-instituut heeft vastgesteld dat er veel te winnen valt in de voorbereiding van strafzaken (veel bewijsmateriaal wordt door onhandig optreden vernietigd). Ook ligt er in het Afghaanse rechtssysteem veel nadruk op het verkrijgen van bekentenissen. Verder zijn vraagtekens te plaatsen bij de onafhankelijkheid van de Afghaanse rechtspraak (zo is een aantal rechtbanken gehuisvest in gebouwen die eigendom zijn van invloedrijke zakenlieden). Daarnaast is het recht op adequate verdediging van verdachten nog onvoldoende gewaarborgd, hetgeen geen verbazing wekt met slechts 20 advocaten. Verder valt op dat er geregeld sprake is van straf zonder enigerlei vorm van regelgeving (zo kunnen vrouwen die weglopen, worden opgepakt) en laat ook de openbaarheid van rechtspraak te wensen over. De inzet van Nederland is gericht op verbetering van bovenstaande manco’s, met nadruk op de civiele politie-opleiding, de verbetering van de samenwerking tussen politie en OM en versterking van de justitiële sector.

De context van het Nederlandse optreden in Kunduz valt te kenschetsen als ingewikkeld. Er is sprake van een complexe commandostructuur. Verder zijn er veel hulpverleners met ieder een eigen programma. Ook verkeert Nederland in de omstandigheid dat zij geen gebiedscommandant levert en tegelijkertijd wel een aantal beperkingen m.b.t. haar optreden heeft.

De veiligheid in Kunduz-stad is relatief hoog. Verder is er in de provincie Kunduz sprake van een aantal dreigingen, niet alleen van de zijde van de Taliban maar ook door andere powerbrokers en smokkelaars in het gebied. Als er al sprake is van bermbommen, dan is dat buiten de stad Kunduz.

Bij de start van de missie is begonnen met het opbouwen van goede werkrelaties, zowel met coalitiepartners als met de Afghanen. Ook is begonnen met het realiseren van de noodzakelijke logistieke verbindingen. In het begin waren er wat dat betreft wat vertragingen. Daarnaast is een aanvang gemaakt met het verkrijgen van info op locatie, in Kunduz-stad. Deze info had onder andere betrekking op de Afghan Uniformed Police (AUP). Vanaf half september is echt met de opleiding gestart.

De AUP blijkt een groot aantal specialismen te kennen, veel meer dan in Nederland. In de stad zitten meer dan achthonderd politie-agenten. De provincie Kunduz is verder opgedeeld in zes districten, met per district nog vijftig tot tweehonderd agenten. In totaal zitten er in de provincie ca. zestienhonderd agenten, incl. officieren en onderofficieren.

De basistraining beslaat acht weken. Nog drie- à vierhonderd agenten moeten de basisopleiding doorlopen. Alle cursisten worden geregistreerd. Vervolgens worden de cursisten voor vijf maanden gementord, incl. 10 weken voortgezette opleiding. De training vindt plaats op een veilige locatie. In het programma zijn terugkomdagen opgenomen. Iedere agent krijgt een eigen «voortgangskaart», incl. biometrische gegevens. Het doel is om eerst zo veel mogelijk agenten de basisopleiding te geven. Gestart wordt in Kunduz-stad, daarna komen de overige districten aan de beurt.

Een specifieke gendergerichte aanpak is niet eenvoudig, zeker als er veel Westerse mannen in de buurt zijn. Onderdeel van de gendergerichte aanpak is dat Nederlandse vrouwelijke trainers Afghaanse mannelijke recruten trainen. In de media profileert Nederland zich nu niet met deze genderaanpak. Er werken overigens ruim vijftig vrouwen bij de AUP. Ook voor de rechterlijke macht bestaat veel belangstellinge van vrouwen.

EUPOL werkt voor heel Afghanistan, dus ook voor Kunduz. EUPOL mentort de recherche. Ook voorziet EUPOL de recherche van materiaal waarmee ze hujn werk beter kunnen doen. Verder geeft EUPOL veel trainingen, o.a. een train de trainer-project met inmiddels 15 geslaagden en 13 nieuwe cursisten.

Bij EUPOL staat een aantal nieuwe opleidingen op de rol, waaronder een rechercheopleiding, een opleiding justice and criminal procedures, een seminar t.b.v. OM en politie inzake vrouwenrechten en een oefencase (moordzaak) voor OM en politie gezamenlijk.

Ook voor de advocatuur en de zittende magistratuur staat er nog veel op de rol. Op 18 september is de Afgan Indipendent Bar Association van start gegaan. Verder is, c.q. wordt, training gegeven aan tien Huquook-medewerkers, 25 Mullahs, 50 dorpsoudsten en 15 vrouwenactivisten. Er wordt ook aan de hardware geacht. Er zijn bouwplannen voor 6 Huquook kantoren en voor 6 gebouwen voor het OM. In 2012 worden deze activiteiten voortgezet, en wordt gedacht aan de invoering van een «rijdende rechter».

Er wordt ook veel gedaan aan het bevorderen van het bewustzijn en de acceptatie onder de Afghaanse bevolking. Zo worden er radioprogramma’s uitgezonden over burgerrechten, is er een rubriek in een lokale krant over de werking van het recht, worden er theaterstukken opgevoerd en zijn er verspreid over de stad klachtenbussen geplaatst, waar vooral klachten over het optreden van de politie binnenkomen. Ook het gezamenlijk patrouilleren met de AUP pakt goed uit. Burgers lijken daardoor eerder geneigd meldingen te doen aan de AUP, waaronder meldingen over de vindplaats van scherpe bommen uit vorige oorlogen. De uiteindelijke doelen van deze acties zijn het vergroten van het vertrouwen van de bevolking, het verhogen van de veiligheidssituatie, het overdragen van verantwoordelijkheden aan de Afghaanse overheid, decentralisatie van de Afghaanse overheid, de verdere opbouw van de rechtstaat en het verder verweven van grondrechten met de traditionele rechtspraak.

De betaling van de politiesalarissen verloopt goed. De salarissen zijn vergelijkbaar met die van de ANA. De salarissen worden betaald door het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken. Het salaris bedraagt ca. $ 170,– per maand en wordt rechtstreeks op hun bankrekening gestort. In vergelijking hiermee verdient het OM te weinig (nog geen $ 100,– per maand), maar daar wordt aan gewerkt. Rechters verdienen ongeveer $ 400,– per maand.

Samengevat: de missie staat, door het hele opleidingstraject heen. Verder: de Afghaanse agenten waarderen de aandacht voor hen zeer. Motivatieproblemen zijn er niet: de opleiding maakt hen betere agenten. Geen enkele agent heeft nog geweigerd. Natuurlijk zijn de voorwaarden waaraan de missie moet voldoen soms lastig, maar onuitvoerbaar zijn ze niet. Het grootste probleem is de voorwaarde dat het alleen om AUP mag gaan, en dan vooral in de basisopleiding. Daar is nog maar een relatief klein aantal van dat moet worden getraind. Het niveau van de agenten valt niet tegen. Soms spreken ze een beetje Engels, een groter aantal kan een beetje lezen en schrijven (iets meer dan 50%). Een persoonlijke aanpak werpt vruchten af, waarbij vooral voor de aanpak van IED’s en de EHBO-cursus veel belangstelling is. De Nederlandse aanpak wordt ook door de Westerse partners gewaardeerd.

Office call C-PRT

De Commandant van het PRT, de heer Rosch, heet de delegatie van harte welkom, mede namens de heer Kurz van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken. De taken van het PRT vallen uiteen in in veiligheid, wederopbouw en ontwikkeling. De veiligheidssituatie is nu beter dan in 2010. De Afghaanse militairen hebben daar in belangrijke mate aan bijgedragen. M.n. in het noorden van de provincie Kunduz is nog wel sprake van dreiging als gevolg van Improvised Explosive Devices (IED). De aanvallen van de vijand zijn overigens vooral gericht op de Afghaanse militairen. Samengevat is de veiligheidssituatie dus weliswaar beter dan die was, maar van een stabiel veilige situatie is geen sprake. De Duitse politiemissie is beperkt tot een trainingsprogramma op de basis. De Duitse trainers komen in de problemen als de Nederlandse trainers zouden worden teruggetrokken. Zo monitoren de Nederlanders de recruten die door Duitse trainers worden opgeleid.

Er wordt civiel intensief samengewerkt met Nederland, zowel ter plekke als in Kabul als in de resp. hoofdsteden. Kort samengevat: de Nederlandse bijdrage is zeer waardevol en zeer welkom. De Nederlandse bijdrage maakt onderdeel uit van de kern van de werkzaamheden hier in Kunduz.

Het verzoeningsprogramma in Afghanistan werpt vruchten af, maar is beperkt tot twee jaar.

Bezoek basisopleiding German Police Training Centre (GPTC)

De heer Schumann, plaatsvervangend hoofd, heet de Nederlandse delegatie van harte welkom. Tot nu toe heeft het GPTC ca. 1500 recruten getraind, zowel AUP als Afghan Border Police. Op dit moment zijn er drie klassen Border Police in opleiding, en ook drie klassen AUP waarvan de Kmar er twee voor zijn rekening neemt. De Duitsers, die dus zowel AUP als Afghan Border Police opleiden, maken geen enkel onderscheid in de opleiding van beide groepen.

De training is vooral gebaseerd op visuele waarneming. De Nederlandse aanpak met Playmobil werkt prima. De recruten zijn 20 tot 40 jaar oud.

Op de basis zijn 120 slaapplaatsen voor mannelijke recruten. De vrouwelijke recruten komen in de ochtend en gaan in de avond weer naar huis. Na de verbouwing die nu plaatsvindt, zal er slaapplaats zijn voor ca. 500 recruten. Dan zijn er ook meer trainers nodig, waaronder Nederlandse trainers.

De samenwerking tussen de Duitsers en de Nederlanders verloopt in één woord fantastisch. Lastig is wel dat de Nederlanders geen onderofficieren kunnen trainen. Zou dat kunnen worden opgelost, via mandaatswijziging of anderszins?

Vervolgens bezoekt de delegatie een basistraining en spreekt individueel met recruten.

Bezoek Deputy Head of Mission EUPOL

De heer Boer heet de delegatie van harte welkom, en geeft het woord aan de heer Chamberlain, onderzoeksrechter in België en sinds oktober 2010 voor EUPOL werkzaam in Kunduz.

EUPOL heeft voor Kunduz een aantal strategische doelen geformuleerd, waaronder verbetering samenwerking politie-OM, Rule of Law, verbetering van de recherchefunctie, genderpolitiek en betere onderlinge informatievoorziening. Deze doelen komen dichterbij door training en mentoring. Bij mentoring is het van het grootste belang om niet te interfereren in nationale aangelegenheden maar het te houden bij assisteren/adviseren en training geven.Cursussen worden door EUPOL opgesteld, maar moeten daarna eerst door het desbetreffende Afgaanse ministerie worden geaccrediteerd om tot rechtsgeldige diploma’s te kunnen leiden.

Er wordt nu gewerkt aan een volledig geïntegreerde Rule of Law-training, waarbij zowel OM als rechters als recherche betrokken zijn. Ook organiseert EUPOL veel kortdurende seminars.

EUPOL werkt samen met alle landen die in Afghanistan werkzaam zijn, maar behoudt nadrukkelijk haar eigen identiteit. De samenwerking tussen EUPOL en NTM-A in Kunduz verloopt prima. In alle vormen van samenwerking wordt getracht overlapping te voorkomen.

Rondetafelgesprek Rule of Law

Aan het rondetafelgesprek doen mee de burgemeester van Kunduz, het Hoofd van het vrouwenministerie, een vertegenwoordiger van een mensenrechtencomité, de voorzitter van de afdeling Kunduz van de Afghan Independent Bar Association en een vertegenwoordiger van het Max Planckinstituut. De vragen die aan de orde komen, zijn o.m.: kan de bevolking gemakkelijk toegang krijgen tot rechtsinstellingen, zo ja voor alle bevolkingsgroepen in gelijke mate en hoe kan het vertrouwen van de bevolking in de rechtstaat worden bevorderd?

De burgemeester van Kunduz acht de aanpak van corruptie heel belangrijk. Door corruptie wordt veel ellende aangericht. Verder is het van groot belang dat het personeel van de gemeente een hoger niveau krijgt. Om die reden voert de burgemeester op dit moment het gebruik van computers in het gemeentelijke apparaat in. Dat is in het Westen niet meer dan normaal, hier is dat nog heel bijzonder. Feedback van de bevolking is ook van groot belang. Alle bevolkingsgroepen worden daarvoor benaderd.

Het Hoofd van het vrouwenministerie is blij met de komst van de Nederlanders in het gebied en met dit rondetafelgesprek. Vrouwenrechten zijn van het grootste belang in het kader van de ontwikkeling van een samenleving. Hier in Kunduz is op dat vlak nog veel te winnen. Het patriarchaat is hier van oudsher sterk. De Islam is een heel goede godsdienst, maar wordt regelmatig niet goed geïnterpreteerd. Meer focus op vrouwenrechten is van groot belang, in plaats van alleen maar focus op verbetering van het rechtssysteem in het algemeen. De burgemeester doet in dat opzicht goed werk. De politie is hier in Kunduz door omstandigheden nog geen baken van veiligheid, zoals elders in de wereld.

De vertegenwoordiger van het mensenrechtencomité is het eens met de stelling dat de corruptie met voorrang moet worden aangepakt. De jonge mensen in Afghanistan zijn daarbij van het grootste belang, omdat zij nog niet «besmet» zijn. Het vertrouwen van mensen in de bestaande rechtsorde is nu bijna non-existent. Veel zaken worden nu alleen door de politie afgehandeld, terwijl er eigenlijk sprake zou moeten zijn van samenspel tussen politie, OM en rechters. Op het vlak van toegang tot het recht is er de afgelopen jaren sprake van enige vooruitgang. De oprichting van de Afghan Independent Bar Association is daar een voorbeeld van. Wel is er duidelijk behoefte aan meer vrouwelijke juristen. Meer in het algemeen is er sprake van te weinig advocaten in Kunduz. De twee advocaten die zijn gespecialiseerd in vrouwenzaken kunnen nog onvoldoende doen, mede door het repressieve optreden van de politie.

Mensen in Kunduz hebben grote problemen met onrechtvaardigheid. De voornaamste problemen op dit vlak zijn corruptie en toegankelijkheid van het rechtssysteem. Als die problemen blijven bestaan, bestaat het risico dat mensen op zoek gaan naar de Taliban om daar dan recht te halen.

Woensdag 19 oktober 2011 – Kunduz, Mazar-e-Sharif, Kabul

Bezoek praktijktraining POMLT

De delegatie krijgt een rondleiding op het terrein en in de gebouwen van een oude ANA-kazerne, nog uit de Russische tijd. Het hoofdgebouw is improvisorisch opgeknapt. Het complex is perfect geschikt om Afghaanse recruten te trainen. De trainers begeleiden de mensen die ze trainen, vervolgens ook in de stad.

Majoor Sadiq van de AUP, die een cruciale rol vervult als liaison tussen de AUP en de Nederlandse trainers, is degene die alle recruten uit hun bed haalt om tijdig bij de training aanwezig te zijn.

De delegatie woont een praktijktraining bij, die is gericht op het controleren van voertuigen bij een checkpoint. Vervolgens vindt een ingelast gesprek plaats met de Gouverneur en de politiecommandant. Zij zetten uiteen dat er inderdaad misdaad is in Kunduz, maar niet zoveel als in de media wordt gesuggereerd. Zij spreken steun uit voor de integratie van vrouwelijke medewerkers in de politie. De Gouverneur benadrukt het belang van mensenrechten. De veiligheid is de laatste maanden toegenomen. De politiecommandant zegt desgevraagd dat de delegatieleden vrijuit mogen spreken met gevangenen, om te horen of hun mensenrechten worden geschonden. Naar zijn weten vinden er geen martelingen meer plaats. De samenwerking met de Nederlanders is uitstekend.

Gesprek Commandant RC North in Mazar-e-Sharif

Generaal Kneip benadrukt het internationale karakter van RC North. Hij heeft in 2006 al heel goed met Nederlanders samengewerkt, die toen in Pol-e-Khomri zaten. Die samenwerking voorloopt ook nu weer uitstekend.

Noord-Afghanistan grenst aan andere landen. Een aantal grensovergangen in het gebied is van groot belang voor de aanvoer van ISAF-goederen. De aanpak van RC North is gericht op een aantal Main Areas in het gebied, waaronder Kunduz-stad. Deze keuze is ingegeven door de bevolkingsconcentratie ter plekke. Voor deze mensen is de ringweg in het gebied van vitaal belang. Zonder deze weg zijn de transportmogelijkheden zeer beperkt. Om deze reden wordt veel aandacht gegeven aan het openhouden van deze weg.

De samenwerking met de Afghanen wordt steeds meer gekenmerkt door gelijkheid. Het zijn niet meer de coalitiepartners die commanderen. Dit komt door het relatief beperkte aantal militairen van ISAF, maar domweg ook omdat het de opdracht is om zo te opereren. En ja, de Afghaanse counterparts zullen ons niet altijd helemaal begrijpen, maar bij geen gelijkwaardig contact zouden ze ons helemaal niet begrijpen. Bij dit alles moet in het achterhoofd worden gehouden dat president Karzai de man is van de transitie. Hij moet in de driving seat blijven. Dit is bij voorbeeld ook het geval bij de keuze van de focusareas, en bij alle special operations wordt de Afghaanse leiding vooraf geïnformeerd en betrokken.

Opvallend: in gebieden die nu aan de Afghanen zijn overgedragen, is de druk van de vijand niet toegenomen. Dat wilden ze niet, of dat konden ze niet. De vijand: dat is iedereen die de Afghaanse burgers en de internationbale gemeenschap aanvalt. In die zin is er geen onderscheid. De vijand is een veelkoppig monster. Sommigen zijn modern, anderen middeleeuws. In een aantal dorpen maken zij informeel de dienst uit. Deel van de strategie van de vijand is de verschillende bevolkingsgroepen in het gebied tegen elkaar op te zetten.

President Karzai is niet heel erg voor het voortbestaan van de PRT’s. Hij ziet er een gedeeltelijke duplicering van zijn eigen bestuur in. Een aanzienlijk gedeelte van het steungeld wordt echter wel degelijk via zijn centrale regering verstrekt.

Lunch en meet&greet met Nederlanders op Mazar-e-Sharif

Tijdens de lunch maakt de delegatie kennis met de Nederlanders die werkzaam zijn op Mazar-e-Sharif, m.n. vanwege de stationering van de Nederlandse F-16’s ter plekke vanaf eind oktober. De voorbereidingen zijn in volle gang. Met name in logistiek opzicht is dit in deze fase een uitdagende klus.

Bezoek parlement Afghanistan

De delegatie bezoekt het Afghaanse parlement en heeft een informeel gesprek met een aantal Afghaanse parlementariërs. Het gesprek heeft het karakter van Q and A.

De vertegenwoordigers van het Afghaanse parlement zetten uiteen dat het parlement vanaf nu weer functioneert als een echt parlement. Er is sprake van een gewone agenda, de regering wordt gecontroleerd, de parlementariërs hebben volksvertegenwoordigende kenmerken. Probleem is wel dat meerderheden niet eenvoudig samen te stellen zijn. Er is sprake van maar liefst 41 politieke partijen. Er zijn ook onafhankelijken, anders dan in Nederland. Verder is er binnen partijen ook sprake van grote onderlinge verschillen. Voor het opzetten en verbeteren van de partij-organisatie is steun van de internationale gemeenschap onontbeerlijk. Een ander probleem is dat sommige politieke partijeen zijn opgericht toen het nog oorlog was. Daarom worden deze partijen geassocieerd met geweld, wapens. Verjonging is hard nodig.

Er is een begin van aanpak van corruptie, maar dat valt voor een onervaren parlement niet mee. Corruptie is in zekere zin erger dan terrorisme, maar veel mensen weten dat niet. Het bijbrengen van de regels is daarom een basale voorwaarde voor de aanpak van corruptie.

Religie speelt een allesoverheersende rol. Dat kan een heel goede rol zijn, in het samenbrengen van een land met heel veel verschillende stammen. Religie kan veel kracht geven.

Het parlement is zich bewust van schendingen van mensenrechten in gevangenissen. Vertegenwoordigers hebben daar zelf ook onderzoek naar gedaan. Zij zullen alles in het werk stellen om de regering ter verantwoording te roepen.

Gesprek Minister van Binnenlandse Zaken

De Minister van Binnenlandse Zaken, de heer Bismillah Khan, benadrukt zijn grote dankbaarheid voor de inzet van Nederland door de jaren heen. Hij is dankbaar dat hij zelf ook in Nederland tijdens een hoorzitting heeft kunnen benadrukken hoe belangrijk de rol van Nederland is geweest en nog is. In Uruzgan zijn de positieve effecten van de Nederlandse inzet nog steeds zichtbaar. Hij leeft mee met de familie en vrienden van de omgekomen Nederlandse militairen.

Veel dank ook voor de rol van de ambassadeur van Nederland in Afghanistan. Hij is een vriend van Afghanistan.

De training van de AUP is van groot belang, en daarmee ook de nieuwe rol van de Nederlanders. Natuurlijk wordt ten volle rekening gehouden met de eisen die Nederland stelt aan de inzet van de Nederlanders in Kunduz. Op verzoek licht de minister toe dat het bieden van de mogelijkheid om een andere categorie politiemensen, de Afghan Border police, te trainen een welkome uitbreiding zou zijn.

Desgevraagd zet de minister uiteen dat het salaris van het OM inderdaad onderwerp van bespreking in het Afghaanse kabinet is, en in opwaartse zin zal worden aangepast. Er is inderdaad spanning tussen het kabinet en het parlement, maar dat is een universeel verschijnsel. De spanning als gevolg van de eerdere verkiezingsfraude lijkt in ieder geval te zijn opgelost. Hierbij moet ook in het oog worden gehouden dat dit een heel jonge democratie is, veel en veel jonger dan de democratie van Nederland die al meer dan 100 jaar bestaat.

De minister heeft een sterk commitment met de mensenrechten. Iedere schending daarvan voelt hij als een klap voor Afghanistan. Aan de andere kant: Afghanistan heeft zich net een beetje ontworsteld aan een periode van meer dan dertig jaar verbitterde oorlog.

De schending van de mensenrechten in de gevangenissen is aangepakt. Maar liefst 36 delegaties van het kabinet zijn op missie gegaan naar alle provincies om de situatie ter plekke te onderzoeken. De schuldigen zijn gestraft. Afghanistan heeft hiermee een waarschuwing gehad, en heeft stappen gezet om herhaling te voorkomen. Weet overigens dat het niet echt om gevangenissen ging, maar om huizen van bewaring.

Afghanistan wil de financiële lasten van salarissen in de justitiële keten zeker graag zo veel mogelijk zelf dragen. De uitkomsten van de Bonn-conferentie in december 2011 worden met spanning afgewacht. Verder is Afghanistan rijk aan mineralen. Er is onlangs een contract met China afgesloten voor de winning van koper. Op dat vlak zijn er veel meer mogelijkheden. Ook lopen de inkomsten uit belasting- en invoerheffing op, m.n. door de aanpak van corruptie. Hoe meer Afghanistan ontvangt, hoe minder de internationale gemeenschap hoeft te betalen.

Gesprek SVSGVN De Mistura, SVEU Usackas en NATO SCT Gass

De heer De Mistura benadrukt dat de VN hier de komende tientallen jaren nog wel vertegenwoordigd zal zijn, zoals dat ook al tientallen jaren het geval is. De vorm waarin is echter moeilijk te voorspellen. Over vijf jaar is Afghanistan zeker niet perfect, is het hier geen Zwitserland. Maar Afghanistan zal wel met een eigen aanpak komen. Daarvoor zal het hoe dan ook noodzakelijk zijn dat de Afghaanse militairen en politiemensen blijven worden betaald. Verzoening is van het allergrootste belang. Formeel zijn er geen contacten met de Taliban, zeker niet na de recente aanslag op Rabbani, maar informeel is er wel wat beweging. Verder is versterking van het vrouwelijke segment in de Afghaanse instituties van groot belang.

De heer Gass acht de huidige situatie onzeker v.w.b. verzoening. De heer Usackas pleit voor hervorming van de verkiezingen. Daarover is de EU in overleg met het Afghaanse parlement en met president Karzai. In veiligheidsopzicht is er wel degelijk verbetering, met name in het zuiden en het zuidwesten. In het oosten blijft het moeilijk, m.n. vanwege de min of meer open grens met Pakistan. Om die reden is het belangrijk dat Pakistan op één of andere manier aan de onderhandelingstafel komt. Overigens blijft het van het grootste belang dat het Westen ook na 2014 blijft bijdragen aan de betaling van de Afghaanse militairen en politiemensen. Het benodigde geld zal een fractie zijn van wat de internationale gemeenschap nu aan Afghanistan betaalt. Als die fractie niet wordt opgebracht, moet je de ouders van de omgekomen militaitren van de internationale gemeenschap wel recht in de ogen kijken. De gevangenissen worden naar aanleiding van de berichten oevr marteling nu allemaal opnieuw gecertificeerd. Het personeel wordt getraind in het respecteren van mensenrechten. Gevangenen gaan ondertussen naar gevangenissen die niet in het rapport over de schendingen worden genoemd. President Karzai was oprecht woedend toen hij over de schendingen hoorde.

Werkdiner

Als speciale gasten zijn aanwezig de co-directeur van Afghan Analist Network, de directeur van International Assistance Mission en de oud-korpschef van het politiekorps Twenthe, nu werkzaam voor EUPOL.

Zij schetsen het beeld dat in Afghanistan vooral de onzekerheid over de toekomst na 2014 een belangrijke rol speelt. Schep daar duidelijkheid over, meld (als dat zo is tenminste) dat de transitie echt gaat gebeuren. Natuurlijk is ook de huidige situatie verre van ideaal, maar in die huidige situatie weet de bevolking wel min of meer waar zij aan toe is.

De Taliban ziet NGO’s niet als prime target. Toch is het er ook voor NGO’s onveiliger op geworden, omdat zij een aantrekkelijk doelwit voor ontvoering tegen losgeld vormen. Het Haqqani-netwerk speelt daar een belangrijke rol in. De status van het netwerk is onduidelijk: Taliban, crimineel en/of nog anders.

De «gewone» Afghaan wil graag ervaren dat er ook voor hem/haar wat aandacht van de internationale gemeenschap is. Ook zijn ze voor een bepaalde vorm van pluralisme in de politiek. Religieus fundamentalisme heeft daar een slechte werking op, m.n. in het parlement. Verder speelt patronage een belangrijke rol. Dat houdt veel eigen initiatief tegen. Veel Afghanen overwegen om (uiteindelijk) te vertrekken uit Afghanistan.

Donderdag 20 oktober 2011 – Kabul

Gesprek Head of Mission EUPOL

De heer Savolainen prijst de waardevolle bijdrage van Nederland aan EUPOL. EUPOL focust op de civiele politie en op de Rule of Law. Daar is nog veel werk te verzetten: zo vinden hier heel veel veroordelingen plaats alleen op basis van bekentenissen/verklaringen, in plaats van (mede) op basis van onderzoek.

De Afghaanse politie valt uiteen in verschillende onderdelen:

  • De Afghan Civil Order Police, een soort Kmar;

  • De Afghan Public Protection Force, die de privé-beveiligingsfirma’s zou moeten vervangen;

  • De Afghan Border Police, waarin weliswaar wat militaire elementen zitten maar die voornamelijk grenscontrôle tot taak heeft, en die civiele politietraining goed zou kunnen gebruiken;

  • De Counternarcotic unit;

  • De Counterterrorism unit;

  • AUP: een belangrijke doelgroep van EUPOL;

  • Afghan Anti Crime Police, meer recherche-achtig dan AUP en eveneens een belangrijke doelgroep van EUPOL;

  • De Afghan Local Police;

De eerste acht onderdelen vallen onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken, de ANA onder het ministerie van Defensie en de NDS is zelfstandig. Alle onderdelen kunnen training gebruiken, en in de toekomst ligt een stroomlijning van deze organisatiestructuur zeer voor de hand. Training is nog jaren en jaren noodzakelijk, zeker tot 2018 of daaromtrent. EUPOL bereikt ca. 10% van alle Afghaanse agenten.

De samenwerking tussen EUPOL en de NAVO verloopt prima. Het budget van EUPOL bedraagt ongeveer € 60 miljoen. Het project valt onder de tweede pijler (Ashton). Het huidige mandaat loopt tot mei 2013. Verlenging ligt in de rede, en zou langer moeten duren dan 2014. Een veilig beroep is het politievak zeker niet: ieder jaar komen er meer dan duizend politiemensen om het leven. Ondertussen zijn de misdaadcijfers laag; niet omdat er weinig misdaad is maar omdat er weinig aangifte wordt gedaan, vanuit de gedachte dat aangifte toch zinloos is.

Bezoek Police Staff College

Tijdens het bezoek wordt duidelijk dat er veel is verbeterd in de opleiding van Afghaanse politiemensen. Er zijn nu elf grote opleidingscentra, verdeeld over heel Afghanistan. Ook zijn er veel meer kleinere opleidingscentra. Eerst was de training door de internationale gemeenschap slecht gecoördineerd. Diverse landen gaven eigen trainingen, vaak dwars door elkaar heen. Inmiddels loopt dat beter, en worden er ook veel meer agenten getraind (eerst capaciteit van ca. 7000, nu ca. 20 000). Op dit moment heeft ongeveer de helft van de politiedistrcten (185 van de 364) op een of andere wijze meegedaan aan de trainingen. Het uiteindelijke doel is uiteraard om alle districten te bereiken. Deze trainingen zijn mede van belang in het kader van de transitie in 2014.

De invoering van community-politie in de ware zin des woords is hard nodig, in deze fase waarin de oorlog achter ons ligt. Een goed en frequent contact met de bevolking is daarvoor essentieel, evenals het zonder zichtbare bewapening op straat patrouilleren. Pas dan kan vertrouwen ontstaan.

Gelijkheid van mannen en vrouwen is in Afghanistan nog geen gemeengoed. Op grond van de Afghaanse grondwet zou het dat wel moeten zijn. Een bewustwordingsprogramma in het hele land is noodzakelijk. Meer vrouwen in het bestuur van Afghanistan zou ook helpen. Dat begint met een betere opleiding voor vrouwen. In dit trainingscentrum is ook een opleidingsschool voor vrouwen opgenomen.

Mensenrechten spelen een belangrijke rol in de trainingen. Dat kan heel basaal zijn, zoals het boeien van gevangen op een wijze dat hun handen er niet van af vallen, of gevangenen van tijd tot tijd wat te drinken geven.

Nederland speelt een belangrijke rol in de trainingen, in die zin dat een ideale training zou bestaan uit een initiële training, daarna toepassing in de praktijk, en daarna weer training op basis van wat in de praktijk nog niet goed ging. Nederland gaat mee in de praktijkfase, EUPOL niet.

De delegatie brengt een bezoek aan een aantal lessen, waaronder een les aan vrouwelijke politie-officieren in opleiding. Vrouwen zijn alleen al nodig omdat alleen vrouwen onderzoek mogen verrichten op vrouwelijke verdachten. Een nare extra dimensie daarin wordt gevormd door Taliban-strijders die vermomd zijn in burka.

Gesprek Commandant NATO Trainingsmission Afghanistan

De heer Golden zet uiteen dat het de gedachte is dat de Afghan National Police eind 2012 bestaat uit ca. 157 000 mensen. Bij de start waren het er ca. 90 000, nu ca. 135 000. Op dit moment kan ongeveer 50% een beetje lezen en schrijven. Twee jaar geleden was het salaris zo laag dat ze niet in hun eigen onderhoud konden voorzien. Daar is inmiddels verbetering in gebracht.

Een heel grote groep van deze agenten wil graag onderwijs, training. Dit heeft een breder doel dan alleen het politie-optreden beter maken. De maatschappij als geheel komt op een hoger niveau. Het is hoopvol dat de Afghanen daar zelf ook initiatieven in hebben genomen. Zo hebben ze zelf een paar honderd instructeurs gezocht en gevonden, onder meer op universiteiten.

Voor de toekomst zijn er drie belangrijke prioriteiten:

  • Als eerste de stijging van het aantal agenten tot 157 000. Dat is echt het minimaal noodzakelijke aantal.

  • Verder de realisatie van een betere verdeling tussen het aantal officieren, onderofficieren en agenten. Met name het aantal onderofficieren is nu te laag, zo blijkt uit de salarisadministratie.

  • Tenslotte is een grote kwaliteitsimpuls noodzakelijk.

De rol van Nederland is een belangrijke, m.n. voor wat betreft dit laatste punt. Het zou mooi zijn als Nederland een nog belangrijkere rol zou kunnen gaan spelen, bij voorbeeld door ook politiemensen van buiten Kunduz te kunnen trainen. Ook zou training van de Afghan Border Police zeer welkom zijn. Er zijn op dit moment te weinig mensen (ca. 20 000) om de lange, ingewikkelde grens van Afghanistan te bewaken. Uitbreiding is nodig, maar ook een kwaliteitsimpuls, waardoor Afghanistan ook meer eigen inkomsten kan genereren (accijnzen). Het plan is daarom om in de nabije toekomst het douane-karakter van de ABP uit te breiden en het het leger-karakter af te bouwen c.q. over te dragen aan de ANA. Daarover is nog wel discussie gaande tussen de Afghaanse ministeries van Binnenlandse Zaken en Defensie. In de komende jaren zal al met al een opwaartse druk zichtbaar zijn op de opleidingen. Ongeveer 90% van deze opleidingen wordt overigens al door Afghanen zelf verzorgd. Niet alleen EUPOL, ook NTM-A acht het van belang dat hiermee met steun van de internationale gemeenschap ook na 2014 wordt doorgegaan. Het verder optuigen van de Afghan Local Police (loopt pas een jaar of twee) verdient specifieke aandacht. Deze is van groot belang om het gat in sommige dorpen in te vullen, waar anders de Taliban haar kans grijpt.

De grootste uitdaging voor de toekomst is dat het Westen steeds minder geld en mensen ter beschikking wil stellen. Hoe verduurzamen we wat we hebben bereikt. Een deel van de oplossing is leiders op te leiden. De Russen namen ze mee naar Rusland, wij doen dat hier in Afghanistan.

Meet&greet Nederlanders op vliegveld Kabul

Ter afsluiting brengt de Nederlandse delegatie een bezoek aan de Nederlanders die op het vliegveld van Kabul zijn gestationeerd. In individuele gesprekken delen zij hun ervaringen met leden van de delegatie, en maken duidelijk dat zij veel en goed werk verrichten op de plaatsen waar zij zijn gestationeerd. Veel van dit goede en zware werk is onzichtbaar voor het grote publiek.

Programma

Alle tijden zijn gesteld in lokale tijd

Maandag 17 oktober 2011

08:30 Verzamelen op luchthaven Rotterdam

09:00 Vertrek naar Kabul

18:30 Aankomst Kabul

20:00 Werkdiner Nederlandse ambassade

Aansluitend overnachting Nederlandse ambassade

Dinsdag 18 oktober 2011

06:00 Ontbijt

07:30 Vertrek naar Kunduz

08:30 Aankomst Kunduz

09:30 Briefing MT Kunduz

11.30 Office call DEU-C-PRT

12.00 Lunch op Kamp Kunduz

13.15 Bezoek basisopleiding GPTC

15.15 EUPOL

16.30 rondetafelgesprek Rule of Law

19.00 Diner

Aansluitend meet&greet met Nederlandse militairen en overnachting

Woensdag 19 oktober 2011

07:00 Ontbijt

08.15 Bezoek praktijktraining POMLT

09.45 Vertrek naar Mazar-e-Sharif

10.45 Gesprek Commandant RC-N

11.45 Lunch en meet&greet Nederlanders

13.00 Vertrek naar Kabul

15.00 Bezoek Parlement

17.00 Gesprek Minister van Binnenlandse Zaken

18.30 Gesprek SVSGVN, SVEU en NATO SCR

19.45 Werkdiner Nederlandse ambassade

Aansluitend overnachting Nederlandse ambassade

Donderdag 20 oktober 2011

07.30 Ontbijt

09.00 Gesprek HoM EUPOL

10.30 Bezoek Police Staff College

12.30 Lunch Nederlandse ambassade

14.30 Gesprek C-NTM-A

17.30 Meet&greet Nederlanders op vliegveld Kabul

20.30 Vertrek naar Nederland

(01.30 Aankomst luchthaven Rotterdam)

Naar boven