27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 406 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 oktober 2010

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 24 september 2010 met kenmerk 2010Z13491 inzake Voortgangsrapportage Afghanistan. Dit is ter aanvulling op de stand van zaken brief Afghanistan die op 27 september 2010 aan u is aangeboden (kamerstuk 27 925, nr. 405).

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

Terugkeer van vluchtelingen en ontheemden in Afghanistan

UNHCR heeft eind maart 2010 (na de gebruikelijke winterstop) het programma voor vrijwillige terugkeer van Afghaanse vluchtelingen uit Pakistan hervat. Sindsdien zijn zo’n 95 000 Afghanen teruggekeerd uit Pakistan. Uit Iran zijn sinds het begin van dit jaar bijna 6 000 Afghanen teruggekeerd. De maandelijkse terugkeer uit deze landen was de afgelopen maanden bijna twee keer zo groot als de terugkeer over dezelfde periode in 2009. De maanden mei, juni en juli kennen meestal relatief hoge terugkeercijfers vanwege het einde van het zware winterseizoen en de daardoor toegenomen mogelijkheden om het land te bewerken. Als voornaamste redenen om terug te keren naar Afghanistan werden dit jaar economische redenen genoemd naast de verbeterde veiligheidssituatie in sommige delen van Afghanistan. Voorts spelen de verslechterde veiligheidssituatie en overstromingen in Pakistan een rol. In Pakistan zijn thans nog 1,7 miljoen Afghaanse vluchtelingen aanwezig, in Iran iets meer dan 1 miljoen. In totaal zijn sinds 2002 ongeveer 4,5 miljoen Afghanen uit beide landen teruggekeerd (resp. 3,6 miljoen en 900 000). De Nederlandse bijdrage in 2010 aan UNHCR in Afghanistan bedraagt 3 miljoen euro.

Toekomst OS inspanningen Afghanistan

Sinds 2002 zet Nederland zich actief in voor de opbouw van Afghanistan en ook in de toekomst zal Nederland zich hiervoor blijven inspannen. De definitieve invulling van de Nederlandse inspanningen in Afghanistan zal uiteraard afhangen van de prioriteiten van het nieuwe kabinet.

Het huidige OS-programma in Afghanistan heeft zowel een nationale dimensie als een projectportefeuille in Uruzgan. De combinatie van inspanningen op nationaal en op provinciaal niveau biedt voordelen: de uitvoering van nationaal beleid kan in de praktijk worden getoetst en de resultaten van die uitvoering op provinciaal niveau kunnen vervolgens in de beleidsdialoog in Kaboel worden ingebracht. Voorlopig zal Nederland conform de bestaande afspraken en overeenkomsten in Uruzgan actief blijven. Een aantal van de huidige programma’s in Uruzgan loopt in ieder geval nog tot 2013, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, private sector en plattelandsontwikkeling. Een eventuele toekomstige Nederlandse inzet in de provincie zal in nauw overleg met de Afghaanse overheid en overige partners worden vormgegeven.

Voor de toekomst is voorzien dat Nederland grotere nadruk zal leggen op de nationale dimensie. Momenteel wordt daarom zorgvuldig gekeken naar terreinen waarop Nederland van toegevoegde waarde kan zijn. Het uitgangspunt is meer focus in het OS-programma te brengen om de Nederlandse inspanningen zo efficiënt en effectief mogelijk te maken. Hierbij gaat de aandacht onder meer uit naar versterking van het «Afghanistan Reconstruction Trust Fund» (ARTF), landbouw, mensenrechten (inclusief gender) en de veiligheidssector.

Naar boven