27 925
Bestrijding internationaal terrorisme

nr. 113
MOTIE VAN HET LID KARIMI C.S.

Voorgesteld 5 februari 2004

De Kamer,

Gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat er via de ambassade van Saoedi-Arabië moskeeën, imams en islamitische centra in Nederland worden gefinancierd die de ultra-orthodoxe islam actief uitdragen;

overwegende, dat de scheiding van kerk en staat één van de kernwaarden van de Nederlandse samenleving is;

van mening, dat Saoedi-Arabië handelt in strijd met dit principe;

van mening, dat het uitdragen van deze radicale islamitische stromingen de verdraagzaamheid in Nederland serieus schade kunnen berokkenen;

roept de minister van Buitenlandse Zaken op om de ambassadeur van Saoedi-Arabië op het ministerie te ontbieden om hem in een persoonlijk gesprek te melden dat de regering niet is gediend van de activiteiten die ultra-orthodoxe imams en andere orthodoxe islamitische instituten in Nederland met Saoedische financiering uitvoeren en aan hem te vragen om de financiering voor dergelijke activiteiten te staken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Karimi

Koenders

Wilders

Eurlings

Naar boven