27 925
Terroristische aanslagen in de Verenigde Staten

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN DEFENSIE EN VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2001

Algemeen

Op 7 oktober jl. zijn de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk begonnen met militaire acties tegen militaire installaties van de Taliban en trainingskampen van de Al-Qaeda beweging in Afghanistan. De acties zijn een direct gevolg van het niet voldoen door de Taliban aan twee weken geleden door de VS gestelde eisen: ten eerste het sluiten van terroristische opleidingskampen, ten tweede het overdragen van de leiders van de Al-Qaeda beweging, ten derde het vrijlaten van gegijzelde westerse hulpverleners.

President Bush hield kort na het begin van de aanvallen een evenwichtige rede waarin hij de acties toelichtte. Hij verklaarde dat de aanvallen gericht waren op verbindingen, militaire installaties en trainingskampen van de terroristen en uitdrukkelijk niet op de Afghaanse bevolking, noch tegen de Islam en haar volgelingen. Eveneens wees hij er op dat het een lange termijn campagne betreft. In een gezamenlijke verklaring op 7 oktober jl. gaven leiders van beide partijen in het Huis van Afgevaardigden en de Senaat aan achter de President te staan.

Premier Blair liet zich in vergelijkbare bewoordingen uit. Premier Blair heeft daarbij nogmaals onderstreept dat de militaire acties gericht zijn tegen het militaire netwerk van de terroristen en het regiem dat hen ondersteunt. De VS en het VK proberen de bevolking van Afghanistan, dat immers zelf het slachtoffer is van de Taliban, zoveel mogelijk te ontzien en humanitair te ondersteunen.

De luchtacties waren onder meer gericht op luchtverdedigingsinstallaties, bevelvoeringsfaciliteiten, vliegvelden, militaire vliegtuigen en andere strategische doelen. De Amerikaanse Minister van Defensie Rumsfeld gaf in een persverklaring aan dat aan de aanval van 7 oktober jl. vijftien bommenwerpers en vijfentwintig gevechtsvliegtuigen deelnamen. Voorts zijn vijftig Tomahawk kruisraketten afgevuurd. Doel van de acties is het toegankelijk maken van het Afghaanse luchtruim voor militaire en humanitaire actie en het ontregelen van militaire bevelvoerings- en verbindingsfaciliteiten in Afghanistan. Ten behoeve van de Afghaanse bevolking zijn door Amerikaanse vliegtuigen voedselpakketten en medicijnen gedropt. Dit zal de komende dagen blijven doorgaan.

Minister-President Kok werd na aanvang van de luchtacties namens President Bush geïnformeerd door de Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken Powell. Tegelijkertijd werd de Minister van Buitenlandse Zaken ingelicht door zijn Britse ambtgenoot Straw.

De regering heeft zich achter de acties heeft geschaard op grond van het uitgangspunt dat de VS het recht hebben om te reageren op de terreuracties van 11 september jl. Nederland staat achter de VS in de strijd tegen het terrorisme.

In de gesprekken die de Minister-President en de eerste ondergetekende hebben gehad, is tevredenheid uitgesproken over de evenwichtige aanpak van VS en VK, zoals ook blijkend uit de verklaring van de Amerikaanse president. In dat verband is ook gewezen op de noodzaak om bijstand te blijven verlenen aan Afghaanse vluchtelingen en ontheemden.

Verenigde Naties

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd, in overeenstemming met Artikel 51 van het Handvest, op 8 oktober jl. in de avond door de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk geïnformeerd over de op 7 oktober jl. gestarte acties tegen het Taliban-bewind in Afghanistan. De voorzitter van de Raad was reeds eerder per brief over de acties ingelicht. De VS en het VK wijzen erop dat de acties gebaseerd zijn op het individuele en collectieve recht op zelfverdediging, zoals neergelegd in artikel 51 van het Handvest van de VN. De Ierse voorzitter van de Raad verwees naar de opvatting, zoals uitgesproken in de Raad, dat het militaire optreden van VS en VK in de uitoefening van het recht op zelfverdediging was gericht tegen terroristen en hen die deze onderdak verlenen.

Secretaris-Generaal Kofi Annan zei in een officiële verklaring dat de militaire acties van de VS en het VK in overeenstemming waren met het recht op zelfverdediging conform het Handvest en dat de acties plaatsvinden in de context van het vaste voornemen van de VR om het terrorisme met alle mogelijke middelen te bestrijden. Zowel de SGVN als de VR spraken hun bezorgdheid uit over de humanitaire situatie in Afghanistan. De Raad komt heden, 9 oktober, opnieuw bijeen om zich speciaal over dat probleem te buigen.

Europese Unie

De Algemene Raad van de Europese Unie heeft op maandag 8 oktober jl. de actuele situatie besproken (conclusies en verklaring bijgevoegd1 in het Engels; hedenochtend was de Nederlandse taalversie helaas nog niet beschikbaar) en een verklaring uitgegeven in reactie op de militaire acties. In de Raad heeft de Britse minister Straw de militaire operaties toegelicht en verslag gedaan van de recente internationale contacten van Premier Blair. De Raad heeft herbevestigd dat de Unie vastbesloten is haar aandeel te leveren aan de wereldwijde coalitie tegen het terrorisme en dat het daarbij niet gaat om een strijd tegen de Islam of het volk van Afghanistan. Het partnerschap met de VS zal worden verstevigd, evenals de samenwerking met Rusland, waartoe tijdens de EU-Rusland top op 3 oktober jl. is besloten.

De Raad heeft gesproken over verschillende initiatieven om de coalitie tegen het terrorisme verder te verbreden en te verstevigen. In dit kader heeft de Raad het belang onderstreept van voortzetting van de dialoog met verschillende groepen van landen, waaronder de Arabische landen. Afstemming met de kandidaat-lidstaten zal plaatsvinden tijdens de Europese Conferentie van 20 oktober a.s., waaraan Rusland, Oekraïne en Moldavië als speciale gasten zullen deelnemen.

In het licht van de uitkomsten van het bezoek dat de EU-troika van 24 tot 28 september jl. heeft gebracht aan Pakistan, Iran, Saoedi-Arabië, Syrië en Egypte, heeft de Raad ook gesproken over versteviging van de relaties van de EU met Pakistan, Iran, India en de landen van Centraal-Azië. Met de bespreking van de voorstellen voor de hierboven genoemde landen zet de Raad een eerste stap in het kader van een algemene, systematische evaluatie van de relaties van de EU met derde landen in het licht van de bestrijding van het terrorisme.

Wat betreft Afghanistan zullen de Unie en haar lidstaten, in samenwerking met de VN, UNHCR en andere organisaties en landen, het uiterste doen om de humanitaire situatie in Afghanistan zelf, alsmede in de buurlanden, te verlichten. Zij hebben daartoe reeds besloten een bedrag van 316 miljoen Euro beschikbaar te stellen (zie bijlage)1. De Europese Unie staat klaar om, zodra de situatie ter plekke dit toelaat, in samenwerking met de Verenigde Naties, politieke processen in Afghanistan te ondersteunen met als doel een bijdrage te leveren aan de wederopbouw, de modernisering en de ontwikkeling van het land.

De Raad is vastbesloten om ook op financieel vlak de strijd tegen het terrorisme te voeren en heeft in dat licht aanvaarding van Veiligheidsraadresolutie 1373 en het daaraan verbonden monitoringcomité toegejuicht. De Unie en haar lidstaten zullen zo snel mogelijk maatregelen nemen om de resolutie te implementeren. Op basis van eerdere Veiligheidsraadresoluties (1267 en 1333) waren binnen de EU reeds maatregelen inzake de bevriezing van tegoeden van Osama Bin Laden, enkele medewerkers alsmede leden van het Taliban-regime van kracht. Deze maatregelen zijn uitgebreid door toevoeging van 23 nieuwe namen van personen en organisaties, die op voorstel van de VS door het VN-sanctiecomité zijn geïdentificeerd. Deze uitbreiding via aanpassing van de bestaande Verordeningen werkt rechtstreeks door in de lidstaten van de Unie.

De Raad heeft bepaald dat de Unie en haar leden zich zowel gezamenlijk als apart zullen inspannen om de ratificatie en implementatie van alle bestaande internationale conventies tegen terrorisme te bevorderen, evenals de onderhandelingen in de VN over een globale conventie.

NAVO

In de NAVO-Raad van 8 oktober jl. hebben de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk de Bondgenoten nader geïnformeerd over de luchtacties van 7 oktober jl. Door alle Bondgenoten werd steun uitgesproken voor de luchtacties. De VS beroept zich terecht op het recht van zelfverdediging uit hoofde van art. 51 van het Handvest van de Verenigde Naties, daarin gesterkt door de discussies in VN-kader van de afgelopen weken. Daarbij weet de Verenigde Staten zich gesteund door Veiligheidsraadresolutie 1368. De Verenigde Staten hebben direct na aanvang van de acties, conform hun verplichtingen, de Veiligheidsraad geïnformeerd. De Amerikaanse Permanente Vertegenwoordiger bij de NAVO benadrukte dat de luchtacties noch tegen de Islam, noch tegen het Afghaanse volk waren gericht en gaf bovendien aan dat de Verenigde Staten zich recent vijfmaal hebben ingezet voor islamitische volken, te weten in Koeweit, Noord-Irak, Somalië, Bosnie en Kosovo.

Op 3 oktober jl. stemden de Bondgenoten, waaronder ook Nederland, in met een achttal door de VS voorgestelde maatregelen. De Kamer is hierover per brief d.d. 4 oktober jl. ingelicht en heeft eveneens op 4 oktober jl. hierover met de regering van gedachten gewisseld. In de Kamer bestond brede steun voor dit besluit, dat onder andere betrekking had op een eventuele verplaatsing van de NATO Standing Naval Forces naar het oostelijk Middellandse Zee gebied en eventuele ondersteuning door AWACS-vliegtuigen.

Door de NAVO-Raad van 8 oktober jl. werd vervolgens in dat kader besloten in te stemmen met het verzoek van de Verenigde Staten om de inzet van vijf AWACS-toestellen en zes bemanningen van de NATO Airborne Early Warning and Control (NAEW&C) Force in het Amerikaanse luchtruim. De eerste toestellen vertrekken vandaag naar de VS. Dankzij dit besluit kunnen Amerikaanse AWACS-toestellen elders worden ingezet (zogenaamde «backfilling» van Amerikaanse eenheden). De vliegtuigen zullen, initieel voor zes maanden, luchtruimbewakingstaken uitvoeren boven de Verenigde Staten, Van de NATO NAEW&C Force maken ruim veertig Nederlanders deel uit. Zij vallen onder het bevel van de Navo. Voor zover nu valt te overzien zullen vijf à tien Nederlandse bemanningsleden en enkele Nederlandse burgermedewerkers in de VS worden ingezet.

Op 9 oktober jl. werd eveneens ingestemd met het verzoek van de Verenigde Staten om het verplaatsschema van de NAVO «Standing Naval Forces» aan te passen. De Standing Naval Forces Mediterranean (STANAVFORMED) zal zijn huidige schema wijzigen en zal zich naar het oostelijk gedeelte van de Middellandse Zee verplaatsen met het doel de aanwezigheid van de Navo in dat gebied te vestigen en de bondgenootschappelijke solidariteit te onderstrepen. De Standing Naval Forces Atlantic (STANAVFORLANT) zal beschikbaar zijn voor aflossing van STANAVFORMED. Nederland is in beide eenheden vertegenwoordigd met een fregat. Het gaat hierbij om respectievelijk de HrMs Van Nes (STANAVFORMED) en de HrMs Jacob van Heemskerck (STANAVFORLANT).

Nederland heeft van de VS nog geen concrete verzoeken ontvangen voor militaire bijdragen. Inmiddels worden op militair niveau echter wel verkennende besprekingen gevoerd met vertegenwoordigers van de VS.

Instandhouding brede coalitie tegen terrorisme

Het is van groot belang de brede coalitie tegen het terrorisme die onder Amerikaans leiderschap zorgvuldig is opgebouwd, in stand te houden. Hier ligt, ook voor de Europese Unie een belangrijke taak. Een intensief contact met in het bijzonder enkele sleutellanden in de coalitie zal de komende tijd hoge prioriteit krijgen. De Europese Unie zal hieraan actief een bijdrage leveren.

Humanitaire situatie in Afghanistan en omringende landen

De humanitaire situatie in Afghanistan en de omringende landen was reeds vóór de militaire acties van de VS en haar bondgenoten zeer zorgwekkend. OCHA spreekt over potentieel 7.5 miljoen kwetsbare Afghanen, waarvan mogelijk 2 miljoen ontheemden en 1.5 miljoen vluchtelingen. Indien hulp niet snel op gang komt dreigt een catastrofe. De VN geeft aan dat het nog enkele dagen zal duren voordat duidelijk is of de militaire aanvallen van de VS nieuwe vluchtelingenstromen hebben veroorzaakt. Tijdens het Afghanistan Forum van UNHCR en OCHA van 5 en 6 oktober jl. spraken Pakistan en Iran de bereidheid uit om, onder voorwaarden, medewerking te verlenen aan de tijdelijke opvang van vluchtelingen uit Afghanistan. De voorbereidingen voor opvang van ongeveer 400 000 nieuwe vluchtelingen in met name Pakistan en Iran zijn in volle gang. De coördinatie van de hulpverlening onder leiding van OCHA verloopt goed.

Een van de grootste problemen bij de hulpverlening is de beperkte toegang tot de vluchtelingen in Afghanistan zelf. Al voor de aanvang van militaire acties in Afghanistan stonden de contacten met de Taliban over veiligheid van hulpverleners en toegang tot getroffen bevolking onder druk. Anderzijds maken de acties de weg vrij om via voedseldroppings de Afghanen van hulp te voorzien. Deze voedseldroppings worden om evidente redenen door de VS zelf uitgevoerd. De VS hebben echter in gesprekken met Minister Herfkens afgelopen week in Washington aangegeven in het vervolgtraject VN-kanalen te zullen steunen. Het blijft ook daarom van belang zo spoedig mogelijk toegang tot hulpbehoevenden te verkrijgen via de reguliere hulpkanalen.

Tijdens de Afghanistan Support Group werd bekend dat het totale UN Donor Alert voor Afghanistan USD 582 miljoen bedraagt, voor het zwartste scenario. Met de huidige toezeggingen wordt aan dit Alert voldaan. De Nederlandse Minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft afgelopen week bij het uitkomen van het Alert reeds besloten NLG 70 miljoen beschikbaar te stellen. De huidige situatie vraagt om optimale flexibiliteit van de kant van de UN en ook van de kant van de donoren.

Het is de bedoeling dat bij de verdeling van de Nederlandse fondsen OCHA middelen zal ontvangen voor coördinatie en voor distributie van fondsen naar NGO's. Daarnaast zullen ook andere VN-organisaties en het Rode Kruis een bijdrage ontvangen. In beide gevallen zal de hulp regionaal inzetbaar moeten zijn om maximale flexibiliteit te bewerkstelligen. Als bijlage dezes1 wordt uw Kamer, zoals toegezegd naar aanleiding van vragen van lid Koenders tijdens het Algemeen Overleg d.d. 27 september jl., in meer detail geïnformeerd over de humanitaire situatie in en rond Afghanistan, en de recente gesprekken terzake van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking in de VS.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. van Aartsen

De Minister van Defensie,

F. H. G. de Grave

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

E. L. Herfkens


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven