Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 mei 2019
Met deze brief informeer ik u over de nieuwe pachtnormen die op 1 juli 2019 van kracht
worden.
Jaarlijks worden de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor akkerbouw- en grasland, tuinland,
agrarische gebouwen en agrarische woningen vastgesteld. De nieuwe pachtnormen vindt
u in de bijlage1. De hoogst toelaatbare pachtprijzen voor 2019 zijn door Wageningen Economie Research
(WUR) berekend conform de uitgangspunten van het Pachtprijzenbesluit 2007.
In tabel 1 zijn per pachtprijsgebied de nieuwe regionorm, de oude regionorm en het
veranderpercentage voor los bouw- en grasland vermeld. De pachtnormen zijn gebaseerd
op de bedrijfsresultaten van middelgrote en grote akkerbouw- en melkveebedrijven in
de periode 2013–2017.
De berekende pachtnormen 2019 voor los bouw- en grasland zijn in negen van de veertien
pachtprijsgebieden hoger dan de pachtnormen 2018. De toename ligt op zo’n 4 à 5% in
de pachtprijsgebieden met een gemengd karakter tot 10 à 17% in gebieden met veel melkveehouderij.
In de gebieden met veel akkerbouw zijn de pachtnormen gedaald, uiteenlopend van –9%
in de Veenkoloniën en Oldambt tot –38% in het Zuidwestelijk akkerbouwgebied.
-
• De hogere pachtnormen in de pachtprijsgebieden met overwegend melkveehouderij zijn
te verklaren doordat een matig inkomensjaar (2012) vervangen is door een zeer positief
inkomensjaar (2017).
-
• Voor de pachtprijsgebieden met overwegend akkerbouw zijn de pachtprijzen gedaald.
Een voor de akkerbouw zeer goed inkomensjaar is afgevallen (2012), terwijl het bijkomende
inkomensjaar (2017) onder het langjarig gemiddelde zit.
In tabel 2 van de bijlage staan de pachtnormen voor de twee pachtprijsgebieden van
los tuinland vermeld. In het pachtprijsgebied Westelijk Holland is het inkomen in
het jaar dat is afgevallen (2011) en in het jaar dat erbij is gekomen (2017) vergelijkbaar.
In de Rest van Nederland is de pachtnorm voor los tuinland gestegen doordat een jaar
(2012) met een laag inkomen is vervangen door een jaar (2017) met een bovengemiddeld
inkomen.
De samenstelling van de tuinbouwsector in beide gebieden verschilt sterk en de pachtnormen
(gebaseerd op de bedrijfsresultaten) hierdoor ook. In Westelijk Holland is het merendeel
bloembollenbedrijf. In Rest van Nederland spelen bloembollenbedrijven nauwelijks een
rol en zijn de boomkwekerijen in de meerderheid.
De hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische bedrijfsgebouwen (artikel 16 Pachtprijzenbesluit
2007) en de pachtprijs voor bestaande overeenkomsten (artikel 20) worden verhoogd
met 1,72%, de gemiddelde bouwkostenindex over 2014–2018 (zie tabel 3).
De maximale pachtverhoging voor agrarische woningen met pachtovereenkomsten van voor
1 september 2007 bedraagt 4,1%. De hoogst toelaatbare pachtprijs voor agrarische woningen
met pachtovereenkomsten aangegaan op of na 1 september 2007, wordt verhoogd met 1,7%
(inflatiepercentage over 2018).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten