Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 mei 2018
Met deze brief informeer ik u over de nieuwe pachtnormen die op 1 juli 2018 van kracht
worden.
Jaarlijks worden de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor akkerbouw- en grasland, tuinland,
agrarische gebouwen en agrarische woningen vastgesteld. De nieuwe pachtnormen vindt
u in de bijlage1. De hoogst toelaatbare pachtprijzen voor 2018 zijn door Wageningen Economie Research
(WUR) berekend conform de uitgangspunten van het Pachtprijzenbesluit 2007.
In tabel 1 zijn per pachtprijsgebied de nieuwe regionorm, de oude regionorm en het
veranderpercentage voor los bouw- en grasland vermeld. De pachtnormen zijn gebaseerd
op de bedrijfsresultaten van middelgrote en grote akkerbouw- en melkveebedrijven in
de periode 2012–2016. De pachtnormen 2018 zijn met uitzondering van de IJsselmeerpolders
in alle pachtprijsgebieden lager dan de pachtnormen 2017.
-
• De lagere pachtnormen in de pachtprijsgebieden met overwegend melkveehouderij zijn
te verklaren door het jaar 2016 dat aan de berekening van de pachtnormen is toegevoegd.
De bedrijfsresultaten van de melkveehouderij waren in 2016 veel lager dan in 2011,
het jaar dat uit de berekening is weggevallen.
-
• De resultaten van de akkerbouw waren in 2016 echter niet sterk afwijkend van die in
2011. Dit verklaart de uitzonderingspositie van de IJsselmeerpolders waar voornamelijk
akkerbouw plaatsvindt.
In tabel 2 van de bijlage staan de pachtnormen voor de twee pachtprijsgebieden van
los tuinland vermeld. In zowel het gebied «Westelijk Holland» als ook in het gebied
«Rest van Nederland» is het (zeer) lage inkomensjaar 2011 ingewisseld voor 2016 met
een gemiddeld inkomen. Hierdoor stijgt de regionorm met 15% in Westelijk Holland en
met 22% in Rest van Nederland. De samenstelling van de tuinbouwsector in beide gebieden
verschilt sterk en de pachtnormen (gebaseerd op de bedrijfsresultaten) hierdoor ook.
In Westelijk Holland is het merendeel bloembollenbedrijf. In Rest van Nederland spelen
bloembollenbedrijven nauwelijks een rol en zijn de boomkwekerijen in de meerderheid.
De hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische bedrijfsgebouwen (artikel 16 Pachtprijzenbesluit
2007) en de pachtprijs voor bestaande overeenkomsten (artikel 20) worden verhoogd
met 1,46%, de gemiddelde bouwkostenindex over 2013–2017 (zie tabel 3).
De maximale pachtverhoging voor agrarische woningen met pachtovereenkomsten van voor
1 september 2007 bedraagt 3,9% (inflatie van 1,4% plus 2,5%). Dat is gelijk aan het
basishuurverhogingspercentage volgens het huurprijzenbeleid woonruimte.
De hoogst toelaatbare pachtprijs voor agrarische woningen met pachtovereenkomsten
aangegaan op of na 1 september 2007, wordt bepaald aan de hand van het puntenstelsel
uit het woningwaarderingsstelsel (WWS). De tabel van het puntenstelsel is overeenkomstig
de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte verhoogd met 1,4% (inflatiepercentage over
2017).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten