27 924
Pachtbeleid

nr. 41
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 februari 2010

Bij brief van 25 maart 2008 informeerde ik uw Kamer over de stellingname van de Europese Commissie omtrent de vraag of bedrijfstoeslagen aan het einde van een pachtrelatie toekomen aan de pachter of aan de verpachter. Ik heb destijds toegezegd uw Kamer te informeren over verdere ontwikkelingen in een lopende rechterlijke procedure ter zake. In die zaak is een hoger beroep aanhangig bij het Gerechtshof te Arnhem tegen een eerdere uitspraak van de pachtkamer te Zwolle.

Naar aanleiding hiervan kan ik de Kamer mededelen dat het Hof van Justitie van de Europese Unie op 21 januari uitspraak heeft gedaan op prejudiciële vragen die het Arnhemse Hof had voorgelegd (zaak C-470/08). Het Hof van Justitie heeft uitgesproken dat zowel uit de doelstellingen als de systematiek van Verordening (EG) nr. 1782/2003 volgt dat de toeslagrechten aan het eind van de pachtrelatie bij de pachter blijven berusten. Uit de verordening vloeit geen verplichting voor de pachter voort de toeslagrechten aan het eind van de pacht aan de verpachter over te dragen, noch een gehoudenheid om de verpachter een vergoeding te betalen.

Het Gerechtshof te Arnhem zal thans op het hoger beroep moeten beslissen met inachtneming van de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven