27 923
Werken in het onderwijs

nr. 96
BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 maart 2010

Het doet ons genoegen u te kunnen informeren dat de Stichting van het Onderwijs een feit is. Op 22 maart 2010 werd deze stichting in het leven geroepen door de sociale partners in het onderwijs.

Stichting van het Onderwijs

De Stichting van het Onderwijs is het platform dat namens het onderwijs optreedt als gesprekspartner van de overheid over OCW-brede strategische onderwerpen en vloeit voort uit het advies van de Commissie Leraren onder leiding van Alexander Rinnooy Kan. De Stichting wil één of twee maal per jaar strategisch overleg voeren met de overheid. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap treedt op als eerste aanspreekpunt van de Stichting. Afhankelijk van de agenda bepaalt de minister of deze andere kabinetsleden uitnodigt voor het overleg. Het uitgangspunt is dat zowel de Stichting van het Onderwijs als de overheid de mogelijkheid hebben om punten op de agenda van het overleg te zetten. Het moet gaan om strategische en sectoroverstijgende onderwerpen zoals de aansluitingsproblematiek in het onderwijs, doorlopende leerlijnen en de wisselwerking van het onderwijsveld met maatschappelijke partners.

De oprichters van de Stichting van het Onderwijs zijn de organisaties van werkgevers in het onderwijs PO-, VO-, MBO-, HBO-Raad en de VSNU en de vakcentrales ABVAKABO FNV, de Algemene Onderwijsbond, CNV Onderwijs, CNV Publieke Zaak en de Federatie van Onderwijsbonden CMHF/MHP. VSNU voorzitter Sybolt Noorda wordt de voorzitter van de Stichting van het Onderwijs.

Tijdens de oprichtingsbijeenkomst hebben wij een nadrukkelijke oproep gedaan aan de oprichters om goed te luisteren naar de wensen en behoeften van leerlingen, studenten, ouders en professionals in het onderwijs. In de kern gaat het natuurlijk om het best mogelijke onderwijs voor leerlingen en studenten. Het is daarom van belang dat ook andere onderwijsbelanghebbenden betrokken worden bij de strategische discussies van de Stichting van het Onderwijs. Het doet ons deugd dat de statuten van de stichting de mogelijkheid bieden om andere landelijke onderwijsorganisaties uit te nodigen om zich aan te sluiten.

Tot slot De ontwikkelingen rondom de Stichting van het Onderwijs geven er blijk van dat het onderwijs bereid is om de handschoen op te pakken en de krachten te bundelen.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. Rouvoet

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven