nr. 96
BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR
EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 maart 2010
Het doet ons genoegen u te kunnen informeren dat de Stichting van het
Onderwijs een feit is. Op 22 maart 2010 werd deze stichting in het leven
geroepen door de sociale partners in het onderwijs.
Stichting van het Onderwijs
De Stichting van het Onderwijs is het platform dat namens het onderwijs
optreedt als gesprekspartner van de overheid over OCW-brede strategische onderwerpen
en vloeit voort uit het advies van de Commissie Leraren onder leiding van
Alexander Rinnooy Kan. De Stichting wil één of twee maal per
jaar strategisch overleg voeren met de overheid. De minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap treedt op als eerste aanspreekpunt van de Stichting.
Afhankelijk van de agenda bepaalt de minister of deze andere kabinetsleden
uitnodigt voor het overleg. Het uitgangspunt is dat zowel de Stichting van
het Onderwijs als de overheid de mogelijkheid hebben om punten op de agenda
van het overleg te zetten. Het moet gaan om strategische en sectoroverstijgende
onderwerpen zoals de aansluitingsproblematiek in het onderwijs, doorlopende
leerlijnen en de wisselwerking van het onderwijsveld met maatschappelijke
partners.
De oprichters van de Stichting van het Onderwijs zijn de organisaties
van werkgevers in het onderwijs PO-, VO-, MBO-, HBO-Raad en de VSNU en de
vakcentrales ABVAKABO FNV, de Algemene Onderwijsbond, CNV Onderwijs, CNV Publieke
Zaak en de Federatie van Onderwijsbonden CMHF/MHP. VSNU voorzitter Sybolt
Noorda wordt de voorzitter van de Stichting van het Onderwijs.
Tijdens de oprichtingsbijeenkomst hebben wij een nadrukkelijke oproep
gedaan aan de oprichters om goed te luisteren naar de wensen en behoeften
van leerlingen, studenten, ouders en professionals in het onderwijs. In de
kern gaat het natuurlijk om het best mogelijke onderwijs voor leerlingen en
studenten. Het is daarom van belang dat ook andere onderwijsbelanghebbenden
betrokken worden bij de strategische discussies van de Stichting van het Onderwijs.
Het doet ons deugd dat de statuten van de stichting de mogelijkheid bieden
om andere landelijke onderwijsorganisaties uit te nodigen om zich aan te sluiten.
Tot slot De ontwikkelingen rondom de Stichting van het Onderwijs geven
er blijk van dat het onderwijs bereid is om de handschoen op te pakken en
de krachten te bundelen.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
A. Rouvoet
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart