27 923 Werken in het onderwijs

Nr. 421 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2021

Per brief van 6 juli jl. informeerde ik u over de stand van zaken met betrekking tot de arbeidsmarkttoelage voor onderwijspersoneel op scholen met relatief veel leerlingen met een risico op onderwijsachterstanden. Ik berichtte u toen dat de sociale partners daarover niet tot een cao-afspraak waren gekomen en ik mij bij het uitblijven daarvan zou beraden op vervolgstappen. Op 7 juli jl. hebben de sociale partners aangegeven dat een cao-afspraak naar hun mening niet nodig is. De middelen zouden wat hen betreft via een bekostigingsregeling kunnen worden toegekend aan de scholen die hiervoor in aanmerking komen.

Hoewel ik meen dat een afspraak tussen sociale partners nog steeds de aangewezen en meest snelle route is voor toekenning van deze toelage, constateer ik dat er vanuit de sociale partners ruimte wordt geboden voor de uitwerking van een bekostigingsregeling. Ik hecht er groot belang aan dat het personeel op scholen met extra uitdagingen, die de meeste moeite hebben met het lerarentekort, ook extra kan worden beloond.

De scholen met de hoogste achterstanden komen in aanmerking voor deze extra middelen, op basis van de CBS-indicator achterstanden en de cumi-indicator. Met goede afspraken binnen de school, heb ik er vertrouwen in dat de middelen een bijdrage kunnen leveren aan het vervullen van openstaande vacatures en het behoud van personeel. Dat is zowel in het belang van het personeel, als van de leerlingen op deze scholen.

Ik zal uw Kamer op korte termijn informeren over de nadere uitwerking van deze regeling en de uitvoeringsconsequenties daarvan.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven