27 923 Werken in het onderwijs

Nr. 309 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2018

Op woensdag 6 juni jongstleden hebben werkgevers en werknemers in het primair onderwijs een onderhandelaarsakkoord gesloten voor een nieuwe cao. Met deze brief informeer ik u over de cao-afspraken, die verband houden met de investering van € 270 miljoen die dit kabinet heeft gedaan in de salarissen van leraren.

Het verheugt mij dat sociale partners tot dit akkoord zijn gekomen, waarin is voldaan aan de opgave die er vanuit het kabinet lag. Maar vooral ben ik blij voor alle leraren die nu echt kunnen profiteren van de salarisverhoging die zij per 1 september dit jaar gaan ervaren.

Loonafspraken

In de cao is een nieuw loongebouw afgesproken, waarbij elke leraar per 1 september 2018 overgaat naar een nieuwe, hogere loonschaal. Iedere leraar krijgt bovendien in oktober een eenmalige uitkering van 42% van het nieuwe maandsalaris. Voor alle werknemers is een algemene loonstijging van 2,5% afgesproken en een eenmalige uitkering van € 750.

Per 1 september 2018 krijgen alle medewerkers een salarisverhoging van 2,5%.

De totale loonstijging voor een leraar in het primair onderwijs bedraagt in 2018 naar verwachting gemiddeld 8,5 procent, wat neerkomt op circa € 3.100 bruto per jaar.

Voor deze loonafspraken is de investering gebruikt, die dit kabinet heeft gedaan in het verbeteren van de salarissen van leraren. Daarnaast is € 70 miljoen ingezet, die eerder aan de rijksbijdrage was toegevoegd voor de versterking van de functiemix (het bevorderen van leraren naar hogere schalen). Dat betekent dat met de nieuwe loonschalen ook dit geld bij de leraar terecht komt. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt om functiedifferentiatie te stimuleren, zoals ook de bedoeling was van de functiemix.

Normalisering bovenwettelijke werkloosheidsregeling

De sociale partners hebben gekeken naar de mogelijkheden om de bovenwettelijke uitkeringen in het primair onderwijs meer in lijn te brengen met de andere onderwijssectoren en de sector Rijk. Dat heeft geresulteerd in afspraken die zowel het volume als de duur van de uitkering beperken. Zo wordt de duur van de bovenwettelijke uitkering gemaximeerd op 34 maanden en de leeftijd waarop werknemers recht krijgen op een overbruggingsuitkering tot aan de AOW-uitkering teruggebracht tot 8 jaar voorafgaand aan het bereiken van de AOW-leeftijd.

Daarnaast zijn aanvullende afspraken gemaakt over verlaging van de nieuwe opbouw (duur) en hebben sociale partners de intentie uitgesproken om na de inwerkingtreding van de Wet Arbeidsmarkt in balans (WAB) de transitievergoeding te gaan verrekenen met de bovenwettelijke uitkering.

Tenslotte wordt een pakket aan maatregelen ingevoerd die de instroom in de werkloosheid moeten terugbrengen en de uitstroom bevorderen. Ik ben verheugd met de ambitie die de sociale partners tonen om het te hoge aantal leraren met een werkloosheidsuitkering terug te dringen. Zo is als eerste richtpunt afgesproken om 1.000 leraren vanuit een uitkering binnen 2 jaar duurzaam aan het werk te helpen.

Hiermee zijn belangrijke stappen gezet om de bovenwettelijke werkloosheidsregelingen te normaliseren. De maatregelen zullen ingaan per 1-januari 2020, tegelijkertijd met de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren. Het verschil in rechtspositie tussen openbaar en bijzonder onderwijs verdwijnt daarmee en ook de verschillende rechtssystemen bij ontslag.

Overige afspraken

In het akkoord is verder opgenomen dat de functiebeschrijvingen van leraren zijn geactualiseerd en nu beter aansluiten bij de praktijk. De functieprofielen zijn concreter omschreven dan de huidige functies. Daardoor is duidelijker wat van een leerkracht in de verschillende schalen kan worden verwacht, welke verantwoordelijkheid daarbij past en hoe dat wordt gewaardeerd. Analysevaardigheden en contacten met de ouders hebben een groter gewicht gekregen. De aangescherpte functieprofielen moeten er in de praktijk aan bijdragen dat er meer functiedifferentiatie gaat plaatsvinden. Dit waardeer ik positief, want voor aantrekkelijke carrièrepaden voor leraren in de sector po is dit van grote waarde.

Er zijn enkele afspraken gemaakt over vereenvoudiging van tijd en werkverdeling, waarbij verantwoordelijkheden primair worden neergelegd bij het team. De medezeggenschapsraad krijgt instemmingsrecht op het werkverdelingsplan, wat eerder was afgesproken in het werkdrukakkoord.

Voor de onderhandelingen over de volgende cao is afgesproken door te gaan met deze modernisering van de cao.

Vervolg

Het onderhandelaarsakkoord wordt de komende weken voorgelegd aan de achterbannen van de PO-Raad, de AOb, AVS, CNV Onderwijs, FNV, FvOv en PO in actie. Bij een positief resultaat wordt het akkoord verwerkt in een nieuwe cao.

Zodra de cao definitief is, zal de € 270 miljoen worden toegevoegd aan de rijksbijdrage van de scholen.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven