27 923 Werken in het onderwijs

34 351 Evaluatie Wet werk en zekerheid (Wwz)

Nr. 249 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2017

Hierbij stuur ik u ter informatie het rapport «Vervanging geregeld. Een QuickScan van de effecten van de Wet werk en zekerheid (WWZ)» van het bureau Penta Rho1.

De QuickScan is begin dit jaar op mijn verzoek uitgevoerd om een beeld te krijgen van de effecten in het primair onderwijs van de met de WWZ gewijzigde ketenbepaling die regelt wanneer elkaar opeenvolgende tijdelijke contracten overgaan in een vast contract en de afspraken daarover in de CAO PO 2016–2017. Deze effecten zijn vooral merkbaar in de dagelijkse praktijk van de vervanging van zieke leerkrachten op basisscholen voor met name bijzonder onderwijs. Hiertoe zijn door het genoemde bureau gesprekken gevoerd met en data verzameld bij vier dienstverleners die de vervanging uitvoeren voor (samenwerkende) schoolbesturen en negen individuele schoolbesturen. De QuickScan is daarmee een overzicht van een aantal casestudies en pretendeert niet wetenschappelijk onderbouwd, noch representatief te zijn. Er kunnen dus géén gevalideerde algemene (beleids)conclusies uit worden getrokken.

Dit neemt niet weg dat het goed is om kennis te nemen van het beeld dat de QuickScan schetst en van de daaraan door het externe bureau ontleende bevindingen en waarnemingen (paragraaf 5.1 en 5.2). Dit geldt onder andere voor de bevinding dat de wijziging van de ketenbepaling het aantal reguliere contracten (benoeming voor bepaalde en onbepaalde tijd) voor vervangingswerk heeft doen toenemen bij de bevraagde schoolbesturen en dienstverleners. De betrokken schoolbesturen geven daarbij aan meer moeite te moeten doen om vervangers te bewegen tot vervangerswerk, alsmede dat de ketenbepaling een extra administratieve last met zich meebrengt.

De informatie uit de QuickScan is van belang voor de sociale partners in het primair onderwijs vanwege de afspraken die zij over de toepassing van de ketenbepaling hebben gemaakt in de CAO PO 2016–2017. De werking van deze afspraken zijn momenteel onderwerp van een gedegen evaluatie die in hun opdracht wordt uitgevoerd. Ik heb de sociale partners daarom geïnformeerd over de QuickScan zodat zij desgewenst de informatie hieruit kunnen betrekken bij de weging van en het verdere overleg over de uitkomsten van hun gezamenlijke evaluatie. Hierbij heb ik ook gewezen op de aanbevelingen in de QuickScan aan hun adres (paragraaf 5.3).

Eén van de aanbevelingen uit de rapportage (punt 5.3.1) is overigens ook gericht aan OCW. Dit betreft de constatering dat het voorspelde lerarentekort in het primair onderwijs zich nu al uit in een toenemende moeite die schoolbesturen ervaren om voldoende vervangers te vinden. De ketenbepaling maakt het tekort aan vervangers, en daarmee het tekort aan leraren extra zichtbaar. Dit vraagt om actie. Ik onderschrijf dat. Dit heeft onder andere dan ook – mede op verzoek van uw Kamer – op 24 februari jl. geleid tot de indiening van het plan van aanpak lerarentekort.2

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 27 923, nr. 245

Naar boven