27 923 Werken in het onderwijs

31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 236 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 februari 2017

Met deze brief ontvangt u het IPTO-rapport Bevoegdheden en vakken in het vo van CentERdata1. Daarin worden de meest recente cijfers over bevoegd lesgeven afgezet tegen de meting van het jaar ervoor (Kamerstukken 27 923 en 31 289, nr. 226). De doelstelling is dat in 2017 alle lessen bevoegd of benoembaar worden gegeven.2 Of dat is gelukt, wordt begin 2019 duidelijk, als de cijfers van 2017 bekend zijn. In het huidige onderzoek gaat het om de cijfers van peildatum 1 oktober 2015.

 

Bevoegd of benoembaar gegeven lessen

Onbevoegd gegeven lessen

2014

94,4%

5,6%

2015

94,9%

5,1%

Verschil 2015–2014

+ 0,5%

– 0,5%

Uit de rapportage blijkt dat het percentage onbevoegd gegeven lessen met 0,5 procentpunt is gedaald naar 5,1 procent.3 Dat betekent dat leerlingen vergeleken met 2014 circa 5.000 uur minder onbevoegd les hebben gekregen. Deze daling van het aantal onbevoegd gegeven lessen is goed nieuws voor de leerling. De kwaliteit van onderwijs wordt immers voor een groot deel bepaald door de kwaliteit van de leraar. Een belangrijke indicator voor deze kwaliteit is of de leraar over de juiste bevoegdheid beschikt.

Samen met de landelijke koepelorganisaties van leraren, lerarenopleidingen en schoolbesturen is het plan van aanpak Tegengaan onbevoegd lesgeven in het vo opgesteld (Kamerstuk 31 289, nr. 286). De daling van het aantal onbevoegd gegeven lessen in het vo is inmiddels duidelijk ingezet. Nu ook de effecten van het plan van aanpak duidelijk worden, heb ik er vertrouwen in dat deze daling doorzet.

In deze brief informeer ik u over de uitkomsten van het onderzoek. Deze worden gerelateerd aan het plan van aanpak.

1. Opvallende uitkomsten

Uit het IPTO-rapport komt een divers en complex beeld naar voren. Zo wordt in het ene vak weinig onbevoegd lesgegeven en is het probleem bij andere vakken hardnekkiger. Ook zijn er verschillen tussen schoolsoorten en regio’s.

Onbevoegd lesgeven gaat niet altijd samen met een lerarentekort

Vakken waarin het meest onbevoegd wordt lesgegeven zijn wiskunde, techniek, Engels, maatschappijleer en het combinatievak natuurkunde/scheikunde (NASK). Dat was ook in de vorige meting zo (Kamerstukken 27 923 en 31 289, nr. 226). In een vak waar veel lessen onbevoegd worden gegeven, is niet vanzelfsprekend ook een lerarentekort. Bij het vak maatschappijleer staat relatief vaak een onbevoegde leraar voor de klas, maar zijn voldoende leraren beschikbaar. De bètavakken waarbij relatief vaak onbevoegd les wordt gegeven, hebben wel een lerarentekort.

Onbevoegd lesgeven vooral in tweedegraads gebied

Vooral in het tweedegraadsgebied wordt onbevoegd lesgegeven. Dat gebeurt vaker in het vmbo dan in de onderbouw van havo en vwo. Goed nieuws is dat het percentage onbevoegd gegeven lessen in het vmbo wel is gedaald met 0,9 procentpunt.

Regionale verschillen zijn groot

Er zijn net als bij de vorige meting aanmerkelijke regionale verschillen. Rijnmond en Haaglanden blijven twee grote regio’s met relatief veel onbevoegd gegeven lessen. Maar ook in Overijssel, Gelderland en Oost-Groningen wordt bovengemiddeld veel onbevoegd les gegeven. Dat wil niet zeggen dat krimpregio’s altijd slecht scoren. In Zuid-Limburg gaat het bijvoorbeeld juist goed.

Leraar van onbevoegd gegeven les heeft vaak wel een andere bevoegdheid

Kijkend naar de totale lerarenpopulatie in het vo heeft 97,6 procent van de leraren enige bevoegdheid. Een les die onbevoegd wordt gegeven, wordt dan ook vaak door een «anders- of onderbevoegde» leraar gegeven: een leraar met een diploma in een ander vak of met een andere graad. Jongere docenten hebben vaker dan oudere leraren niet de juiste bevoegdheid voor alle lessen die zij geven.

2. Effecten van plan van aanpak

Inmiddels is het plan van aanpak van begin 2016 volop in uitvoering (Kamerstuk 31 289, nr. 286). De ambitie wordt gedeeld door de VO-raad, Vereniging Hogescholen, VSNU en de Onderwijscoöperatie. We voeren gezamenlijk het plan van aanpak uit. De afname van het aantal onbevoegd gegeven lessen maakt duidelijk dat de scholen en leraren serieus werk maken van de aanpak van onbevoegdheid. Uit signalen uit het veld wordt duidelijk dat, mede door de maatregelen, het plan vruchten begint af te werpen. Dat is te zien bij leraren, scholen en lerarenopleidingen.

Leraren

Leraren stellen zich – mede door de komst van het lerarenregister en de vernieuwingen in het vmbo – steeds vaker de vraag of zij wel over de juiste bevoegdheid beschikken voor het vak dat zij geven. Leraren met een pabo-diploma die les willen geven in de onderbouw van vmbo basis en kader, kunnen daarvoor vanaf februari 2017 een kort maatwerkprogramma volgen. Het programma leidt op tot een bevoegdheid voor verschillende vakken voor de onderbouw van vmbo basis en kader. De Vereniging Hogescholen, de Onderwijscoöperatie en de VO-raad staan aan de basis van deze aanpak. De wet- en regelgeving wordt aangepast, zodat deze pabo-gediplomeerden met genoemde bijscholing wettelijk bevoegd worden voor de onderbouw vmbo basis en kader.

Scholen

Schoolbesturen geven bevoegd lesgeven meer prioriteit. De VO-raad maakte een handreiking Bevoegd aan de slag voor besturen. De raad organiseert ook workshops, waar scholen kunnen leren een plan van aanpak te ontwikkelen. Ook de AOC-raad heeft met de groene vmbo’s kritisch gekeken naar het eigen lerarenbestand. De regels zijn voor scholen meer helder en eenduidig door de beleidsregel ontheffing bekwaamheidseisen en bekwaamheidserkenning vo en met een geactualiseerde conversietabel getuigschriften vo.

Lerarenopleidingen

Lerarenopleidingen in Amsterdam, Wageningen en Zwolle hebben schoolbesturen benaderd met de vraag hoe zij kunnen samenwerken om nog niet bevoegde leraren op te leiden. Lerarenopleidingen in onder andere Utrecht en Nijmegen zetten stappen richting een flexibele deeltijdopleiding, waardoor het voor leraren makkelijker is in opleiding te gaan.

3. Vervolgacties

Ik zie het als mijn rol partijen in staat te stellen hun verantwoordelijkheid te nemen en daar waar nodig onderling contact te stimuleren. Daarvoor werk ik de komende tijd hard door met de volgende acties die zijn opgenomen in het plan van aanpak.

  • De Onderwijsinspectie doet tot de zomer 2017 onderzoek bij 200 afdelingen op scholen en treedt op tegen overtredingen, bijvoorbeeld als een leraar lesgeeft zonder enige bevoegdheid of als een leraar niet in opleiding is terwijl dat wel zou moeten. Bevoegdheid is verder expliciet een onderdeel van basiskwaliteit in het nieuwe Onderzoekskader vo van de Onderwijsinspectie dat ingaat op 1 augustus 2017.

  • Schoolbesturen en lerarenopleidingen krijgen op hen toegesneden cijfers over bevoegdheid, zodat transparantie ontstaat over wie in opleiding moet. Ik trek hierin op met de gemeenten Rotterdam en Amsterdam, die beide bevoegd lesgeven hoog op de agenda hebben staan.

  • Voion organiseert voor scholen en lerarenopleidingen regionale matchingsbijeenkomsten. Scholen en lerarenopleidingen kunnen daar met elkaar in gesprek over wat nodig en mogelijk is om ervoor te zorgen dat leraren bevoegd worden.

  • Via de lerarenbeurs, de zij-instroomregeling en een nog verder uit te werken subsidiekader wordt de financiële drempel verlaagd om in opleiding te gaan.

  • Met steun van de landelijke koepelorganisaties van leraren, schoolbesturen en lerarenopleidingen heb ik opdracht gegeven tot een toekomstverkenning naar het bevoegdhedenstelsel. Ontwikkelingen zoals meer vakoverstijgende leerinhouden, het werken in teams en de groepsdocent in het vmbo hebben mogelijk gevolgen voor het bevoegdhedenstelsel vo. Daarover gaan we met elkaar in gesprek via een toekomstagenda.

4. Slot

Met deze maatregelen is de eis dat een leraar de juiste bevoegdheid moet hebben in deze kabinetsperiode goed in de verf gezet. We werken stap voor stap aan de best mogelijke kwalificaties van leraren en daarmee aan goed onderwijs in elke les, voor ieder kind.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Het gaat bij deze doelstelling om alle lessen waarvoor een leraar op basis van de wet benoembaar is. Net als in de vorige rapportage is iets meer dan 10% van de lesuren niet meegenomen bij de bevoegdheidsbepaling. Het zijn lessen in niet-wettelijk erkende vakken en in enkele vakken waarvoor geen lerarenopleiding bestaat. Voorbeelden van lesuren die niet zijn meegenomen zijn mentorlessen, keuzewerktijd, science, projectonderwijs en een aantal vmbo-beroepsgerichte vakken.

X Noot
3

Als onbevoegd tellen die lessen van een leraar die op basis van de WVO niet benoembaar was.

Naar boven