27 920
Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de invoering van accreditatie in het hoger onderwijs

nr. 40
WIJZIGINGEN VOORGESTELD DOOR DE REGERING

Ontvangen 7 februari 2002

Het voorstel van wet, zoals het luidt na de daarin tot en met 5 februari 2002 aangebrachte wijzigingen (stuk nr. 39), wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel I, onderdeel E, wordt in artikel 5a.2, derde lid, «beoordelingskaders» vervangen door: accreditatiekaders en toetsingskaders.

II

In artikel I, onderdeel E, wordt in artikel 5a.8, zevende lid, «onderdeel e» vervangen door: onderdeel f.

III

In artikel I, onderdeel F, wordt artikel 6.2 als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «de instelling van een nieuwe opleiding» vervangen door: het verzorgen van een nieuwe opleiding.

2. In het tweede lid wordt «De instelling» vervangen door: Het instellingsbestuur.

3. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. «Onze Minister» wordt vervangen door: Onze minister.

b. «Eventuele tussentijdse wijzigingen» wordt vervangen door: Wijzigingen van de beleidsregels.

c. «HOOP» wordt vervangen door: hoger onderwijs- en onderzoekplan.

d. «beide Kamers» wordt vervangen door: beide Kamers der Staten-Generaal.

IV

In artikel I, onderdeel O, wordt in artikel 6.14, tweede lid, «en bewijst door middel van een verslag als bedoeld in artikel 6.2, tweede lid,» vervangen door: en bewijst door middel van een voornemen als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, of een besluit als bedoeld in artikel 6.2, derde lid.

V

In onderdeel T, eerste lid, wordt na «Artikel 5a.8. Accreditatiekaders en toetsingskaders» ingevoegd: Artikel 5a.8a. Bekendmaking beoordelende instanties.

Toelichting

Onderdeel I

Artikel 5a.2, derde lid, is ingevoegd door het amendement van de leden Hamer en De Vries (nr. 29). Het wetsvoorstel kent echter het begrip «beoordelingskaders» niet. Om die reden is dat begrip vervangen door «accreditatiekaders en toetsingskaders» aangezien dat de begrippen zijn waar de rest van het wetsvoorstel van spreekt.

Onderdeel II

Door het amendement van de leden Lambrechts en Hamer (nr. 31) zijn in artikel 5a.8, derde lid, de onderdelen a tot en met e verletterd tot b tot en met f door de invoeging van een nieuw onderdeel a. Hierdoor moet in het zevende lid van artikel 5a.8 de verwijzing naar onderdeel e eveneens verletterd worden tot onderdeel f.

Onderdelen III en IV

In het nieuwe artikel 6.2, dat door het amendement van het lid Hamer c.s. (nr. 34) is ingevoegd, is een aantal redactionele wijzigingen aangebracht. In het eerste lid is «het instellen van een nieuwe opleiding» vervangen door «het verzorgen van een nieuwe opleiding» aangezien dit de gebruikelijke terminologie in de WHW is. In het tweede lid is «De instelling» vervangen door «Het instellingsbestuur»: dit sluit aan bij het eerste lid. In het vierde lid, eerste volzin, is «Onze Minister» vervangen door «Onze minister» en is «HOOP» vervangen door «hoger onderwijs- en onderzoeksplan» omdat dit overeenkomt met artikel 1.1, onderdeel a, respectievelijk 2.3 van de WHW. Voorts is in het vierde lid, tweede volzin, «Eventuele tussentijdse wijzigingen» vervangen door «Wijzigingen van de beleidsregels» omdat dit wetstechnisch gezien duidelijker is. Ten slotte is in het vierde lid, tweede volzin, «beide Kamers» vervangen door: beide Kamers der Staten-Generaal.

Onderdeel V

De wijziging in de inhoudsopgave heeft te maken met het nieuwe artikel 5a.8a dat door het amendement van het lid de Vries c.s. (nr. 32) is ingevoegd.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

Naar boven