27 920
Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de invoering van accreditatie in het hoger onderwijs

nr. 16
AMENDEMENT VAN HET LID HAMER

Ontvangen 3 december 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel E, wordt artikel 5a.8 als volgt gewijzigd:

I

Het eerste lid wordt vervangen door:

1. De werkwijze voor de accreditatie van opleidingen alsmede de criteria die bij accreditatie worden gehanteerd, liggen vast in het accreditatiekader.

II

Na het eerste lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

2. Het accreditatieorgaan stelt een toetsingskader op voor zowel wetenschappelijk gerichte opleidingen als voor hoger beroepsgerichte opleidingen. Instellingen en studentenorganisaties worden hierbij gehoord. In deze toetsingskaders wordt tevens bepaald welke gegevens het instellingsbestuur meezendt bij een verzoek om accreditatie.

III

In het vierde lid wordt «vast te stellen of te wijzigen» vervangen door: wordt vastgesteld of gewijzigd.

IV

Het vijfde lid wordt vervangen door:

5. Het accreditatieorgaan dient een voorstel voor de accreditatiekaders in bij Onze minister. De accreditatiekaders en de toetsingskaders worden vervolgens door Onze minister vastgesteld. Zij worden overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal.

V

Het zesde lid vervalt.

VI

Het zevende lid wordt vervangen door:

7. De werkwijze voor de toets nieuwe opleiding ligt vast in afzonderlijke toetsingkaders voor opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs en opleidingen in het hoger beroepsonderwijs. Het eerste en het vierde en vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Dit amendement heeft als doel om de minister het accreditatiekader voor de wetenschappelijke en de hoger beroepsopleidingen te laten vaststellen. Het accreditatiekader is van dermate groot belang voor het stelsel van hoger onderwijs dat vaststelling bij ministeriële regeling dient te geschieden.

Hamer