27 917
Wijziging van de wet van 4 juli 1996 (Stb. 403) ten behoeve van verlenging van de gewenningsregeling, alsmede wijziging van de wet van 2 april 1998 (Stb. 228) ten behoeve van vaststelling van een nieuwe vijfjarige periode voor de programma's van eisen basisonderwijs

nr. 6
AANVULLEND VERSLAG

Vastgesteld 12 december 2001

Een enkele fractie vertegenwoordigd in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de behoefte een aanvullend verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de PvdA hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij onderschrijven de doelstelling van het wetsvoorstel, het tegemoet komen van bevoegde gezagsorganen die geconfronteerd werden met een aanzienlijke vermindering van de rijksvergoeding als gevolg van de invoering van de vereenvoudiging van het Londo-stelsel, en het gelijk trekken van de termijnen voor de programma's van eisen met die van het voortgezet onderwijs.

Deze leden vragen waarom de verlenging beperkt blijft tot scholen die er indertijd meer dan 10 procent op achteruit zijn gegaan? Geldt voor de overige scholen, die er tussen de 0 en 9 procent op achteruit zijn gegaan, dat bij hen de afgelopen jaren alle problemen zijn opgelost? Zo nee, hoe is de situatie van deze scholen dan nu? Ook willen deze leden graag weten hoe het deze scholen is vergaan sinds de overgangsregeling per 1 januari 2000? Is de overgangsregeling toen reeds materieel verlengd, en treedt het onderhavige wetsvoorstel met terugwerkende kracht in werking?

Volgens de memorie van toelichting ontstaan problemen bij scholen waar sprake is van leegstand en «bepaalde gebouwkenmerken». Om welke gebouwkenmerken gaat het dan, zo vragen de leden van de PvdA-fractie. Kan de staatssecretaris een overzicht geven van hoeveel scholen dit wetsvoorstel betreft, en in welke gemeenten deze problemen spelen?

Hoeveel zal de overgangsregeling jaarlijks gaan kosten (tot 2015)?

Aangegeven wordt dat de hoogte van de aanvullende vergoeding onder meer afhankelijk is van de specifieke huisvestingssituatie, en dat sprake moet zijn van een stapsgewijze terugdringing van leegstand (na drie jaar maximaal één groep, na zes jaar geen leegstand meer). De leden van de PvdA-fractie vragen wat de gevolgen zullen zijn voor een bevoegd gezag als de leegstand in een lager tempo wordt teruggedrongen? Betekent dat slechts een korting op de aanvullende vergoeding, of kan de hele vergoeding worden geschrapt? Moeten nu leegstaande lokalen voor onderwijsdoeleinden worden ingezet, of wordt de leegstand ook als opgeheven beschouwd als lege lokalen bijvoorbeeld in het kader van de brede buurtschool worden benut voor andere activiteiten (bijvoorbeeld peuterspeelzaal, overblijflokaal, buitenschoolse activiteiten, etc.).

De voorzitter van de commissie,

Van de Camp

De griffier van de commissie,

Coenen


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), voorzitter, Van der Hoeven (CDA), Rabbae (GroenLinks), Lambrechts (D66), Dittrich (D66), Cornielje (VVD), De Vries (VVD), Dijksma (PvdA), Cherribi (VVD), Rehwinkel (PvdA), Visser-van Doorn (CDA), Wagenaar (PvdA), Belinfante (PvdA), ondervoorzitter, Kortram (PvdA), Ross-van Dorp (CDA), Hamer (PvdA), Nicolaï (VVD), van Bommel (SP), Barth (PvdA), Halsema (GroenLinks), Örgü (VVD), Eurlings (CDA), Slob (ChristenUnie), Van Splunter (VVD).

Plv. leden: Schimmel (D66), Mosterd (CDA), Atsma (CDA), Harrewijn (GroenLinks), Bakker (D66), Ravestein (D66), E. Meijer (VVD), Van Baalen (VVD), Valk (PvdA), Udo (VVD), Van der Hoek (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), De Cloe (PvdA), Gortzak (PvdA), Molenaar (PvdA), C. Cörüz (CDA), Spoelman (PvdA), Passtoors (VVD), Poppe (SP), Arib (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Rijpstra (VVD), Wijn (CDA), Stellingwerf (ChristenUnie), Blok (VVD).

Naar boven