27 897
Enkele wijzigingen in wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetten 2001)

A
NADER RAPPORT

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 29 augustus 2001, aangeboden aan de Koningin door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 10 juli 2001, nr. 01.003395, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 26 juli 2001, nr. W12.01.0304/IV, bied ik U hierbij aan.

De Raad van State kan zich met het voorstel van wet verenigen.

De in de bijlage bij dat advies gemaakte redactionele kanttekeningen zijn overgenomen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt nog enkele wijzigingen aan het wetsvoorstel toe te voegen. Het betreft correcties van wetten die al door de Tweede Kamer zijn aangenomen en waarvan de inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2002 is voorzien.

De wijzigingen betreffen de volgende onderwerpen:

– Op de reeds voorgestelde wijziging van de Wet arbeid en zorg (inzake minimumvakantieaanspraken) worden thans nog enkele aanvullende wijzigingen voorgesteld. In de Wet arbeid en zorg zijn onder andere de bestaande regelingen opgenomen ten aanzien van zwangerschaps- en bevallingsverlof. Bij het opnemen hiervan zijn onbedoeld afwijkingen ontstaan (inzake vaststelling duur bevallingsverlof en het recht op uitkering in verband met bevalling) ten opzichte van de huidige situatie. Deze worden thans weggenomen. Naast deze omissie wordt een kleine omissie in de regeling van verlof voor opname van een pleegkind hersteld en krijgt het Boetebesluit socialezekerheidswetten een wettelijke grondslag in de Wet arbeid en zorg. Tevens wordt een kleine wijziging in artikel 4.2 van de Wet arbeid en zorg voorgesteld. Dit artikel is door een amendement van de Tweede Kamer niet juist geformuleerd. De bedoeling van dit amendement was om ook de niet-samenwonende vader recht op kraamverlof te geven, mits hij het kind heeft erkend. Dit artikel is conform de bedoeling van de amendering gewijzigd.

– Het invoeren van een wettelijke grondslag voor het stellen van regels (bij ministeriële regeling) omtrent de vergoeding van de kosten van gegevensverstrekking door zelfstandige bestuursorganen aan derden. Abusievelijk was dit in het wetsvoorstel Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (hierna: Wet SUWI) niet opgenomen.

– Het toezicht door de Inspectie Werk en Inkomen (hierna: IWI) op het Inlichtingenbureau (hierna: IB) wordt met dit wetsvoorstel alsnog van een wettelijke basis voorzien. In de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen is opgenomen dat de IWI alleen taken mag uitvoeren voorzover dit bij of krachtens de wet is geregeld. Voor deze opdracht is in de wet echter nog geen basis getroffen. De bepalingen rondom het toezicht op het IB worden nu door dit wetsvoorstel opgenomen in de Wet SUWI.

– Ten slotte worden enkele wetten gewijzigd als gevolg van recent gebleken technische omissies in de Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (dit betreft wijzigingen van de Algemene bijstandwet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Wet inschakeling werkzoekenden, de Werkloosheidswet en een wijziging van de Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen zelve) en het wetsvoorstel Wet verbetering poortwachter.

In verband met genoemde wijzigingen van de Wet arbeid en zorg en de Wet SUWI is ten slotte voorzien in de ondertekening van de memorie van toelichting op het wetsvoorstel door alle betrokken bewindspersonen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Ik moge U, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevr. A. E. Verstand-Bogaert, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Naar boven