27 897
Enkele wijzigingen in wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetten 2001)

nr. 7
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 26 oktober 2001

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel VII, onderdeel B, komt als volgt te luiden:

B

Artikel X wordt als volgt gewijzigd:

1. in het eerste lid wordt de zinsnede «artikel I, onderdeel J, artikel 32, zevende lid, onderdeel M, artikel 32ba, eerste lid, onderdeel d» vervangen door: artikel I, onderdeel B, artikel 2b, derde lid, en artikel 2c, onderdeel J, artikel 32, zevende lid, onderdeel M, artikel 32ba, eerste lid, onderdelen d en e.

2. in het tweede lid wordt de zinsnede «Artikel I, onderdeel J, artikel 32, zevende lid, onderdeel M, artikel 32ba, eerste lid, onderdeel d» vervangen door: Artikel I, onderdeel B, artikel 2b, derde lid, en artikel 2c, onderdeel J, artikel 32, zevende lid, onderdeel M, artikel 32ba, eerste lid, onderdelen d en e.

Toelichting

In de wet van 21 december 2000, houdende wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen, Stb. 625) is het recht op uitruil van nabestaandenpensioen voor ouderdomspensioen opgenomen. Daarbij is voorgeschreven dat een dergelijke uitruil sekseneutraal en op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid geschiedt. Met het amendement van de leden Van Zijl en Schimmel (Kamerstukken II 1999/2000, 26 711, nr. 28) is beoogd de inwerkingtreding van de gelijke uitkeringsvoorschriften voor beschikbare premieregelingen op te schorten tot 1 januari 2005. Daartoe is het ook noodzakelijk dat het voorschrift van collectieve actuariële gelijkwaardigheid bij uitruil, voor beschikbare premieregelingen pas met ingang van 1 januari 2005 in werking treedt. Er was echter verzuimd om dit tot uitdrukking te brengen in artikel X van de bovengenoemde wet. Bij de eerste nota van wijziging is dit deels verbeterd. Daarbij is echter verzuimd om ook de inwerkingtreding van artikel 2b, derde lid, en artikel 2c, van de Pensioen- en spaarfondsenwet uit te stellen tot 1 januari 2005. Dit is echter wel noodzakelijk omdat ook deze artikelen collectieve actuariële gelijkwaardigheid bij uitruil voorschrijven. Middels deze tweede nota van wijziging wordt deze omissie gecorrigeerd.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Naar boven