nr. 7
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 26 oktober 2001
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel VII, onderdeel B, komt als volgt te luiden:
B
Artikel X wordt als volgt gewijzigd:
1. in het eerste lid wordt de zinsnede «artikel I, onderdeel J,
artikel 32, zevende lid, onderdeel M, artikel 32ba, eerste lid, onderdeel
d» vervangen door: artikel I, onderdeel B, artikel 2b, derde lid, en
artikel 2c, onderdeel J, artikel 32, zevende lid, onderdeel M, artikel 32ba,
eerste lid, onderdelen d en e.
2. in het tweede lid wordt de zinsnede «Artikel I, onderdeel J,
artikel 32, zevende lid, onderdeel M, artikel 32ba, eerste lid, onderdeel
d» vervangen door: Artikel I, onderdeel B, artikel 2b, derde lid, en
artikel 2c, onderdeel J, artikel 32, zevende lid, onderdeel M, artikel 32ba,
eerste lid, onderdelen d en e.
Toelichting
In de wet van 21 december 2000, houdende wijziging van de Pensioen- en
spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen
in plaats van nabestaandenpensioen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen,
Stb. 625) is het recht op uitruil van nabestaandenpensioen voor ouderdomspensioen
opgenomen. Daarbij is voorgeschreven dat een dergelijke uitruil sekseneutraal
en op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid geschiedt. Met
het amendement van de leden Van Zijl en Schimmel (Kamerstukken II 1999/2000,
26 711, nr. 28) is beoogd de inwerkingtreding van de gelijke uitkeringsvoorschriften
voor beschikbare premieregelingen op te schorten tot 1 januari 2005. Daartoe
is het ook noodzakelijk dat het voorschrift van collectieve actuariële
gelijkwaardigheid bij uitruil, voor beschikbare premieregelingen pas met ingang
van 1 januari 2005 in werking treedt. Er was echter verzuimd om dit tot uitdrukking
te brengen in artikel X van de bovengenoemde wet. Bij de eerste
nota van wijziging is dit deels verbeterd. Daarbij is echter verzuimd om ook
de inwerkingtreding van artikel 2b, derde lid, en artikel 2c, van de Pensioen-
en spaarfondsenwet uit te stellen tot 1 januari 2005. Dit is echter wel noodzakelijk
omdat ook deze artikelen collectieve actuariële gelijkwaardigheid bij
uitruil voorschrijven. Middels deze tweede nota van wijziging wordt deze omissie
gecorrigeerd.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. F. Hoogervorst