27 896
Wijziging van belastingwetten in verband met dividendstripping en het verlenen van optierechten aan werknemers

nr. 8
MOTIE VAN DE LEDEN HINDRIKS EN TEN HOOPEN

Voorgesteld 15 november 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het fiscaal faciliteren van het verstrekken van optierechten aan werknemers voor zowel de werknemer als de verstrekker van optierechten structureel onderdeel uitmaakt van de fiscale wetgeving;

overwegende, dat het fiscaal faciliteren van het verstrekken van optierechten bijdraagt aan de beloning van prestaties van medewerkers die tot waardestijging van de onderneming hebben geleid;

overwegende, dat het voor het fiscaal faciliteren van het verstrekken van optierechten gewenst is dat er een goede en maatschappelijk aanvaarde relatie bestaat tussen het te behalen financiële resultaat en de geleverde prestatie;

constateert, dat in internationaal verband verschillende fiscale stelsels bestaan met betrekking tot de fiscale behandeling van het verstrekken van optierechten aan werknemers;

is van mening, dat het wenselijk is dat een nadere beschouwing plaatsvindt van de relatie tussen fiscale faciliteiten en de omvang, prijsvorming en tijdsduur van het verstrekken van optiepakketten, opdat het maatschappelijk draagvlak daarvoor versterkt wordt;

verzoekt de regering te onderzoeken welke fiscale stelsels internationaal met betrekking tot het verstrekken van optiepakketten worden toegepast en op welke wijze deze stelsels een relatie leggen met de geleverde prestatie, de relatieve omvang van het optiepakket, de uitoefenprijs en de looptijd, en de Kamer voor 1 mei 2002 over de uitkomst daarvan te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Hindriks

Ten Hoopen

Naar boven