A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 18 juni
2001 en het nader rapport d.d. 17 augustus 2001, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Verkeer en Waterstaat. Het advies van de Raad van State
is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 27 april 2001, no.01.002104, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Verkeer en Waterstaat, bij de Raad van State
ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting
tot wijziging van de Binnenschepenwet, de Wet vaartijden en bemanningssterkte
binnenvaart, alsmede enkele andere regelingen teneinde te voorzien in een
wettelijke basis voor een aantal uitvoeringsregelingen van verdragen.
Het wetsvoorstel strekt er in de eerste plaats toe in een wettelijke basis
te voorzien voor een aantal uitvoeringsregelingen van de op 17 oktober
1868 te Mannheim totstandgekomen Herziene Rijnvaartakte (Trb. 1955, 161).
In de tweede plaats voorziet het voorstel in een wettelijke basis voor het
Metingsbesluit Binnenvaartuigen, dat is gebaseerd op de op 15 februari
1966 te Genève tot stand gekomen Overeenkomst nopens de meting van
binnenvaartuigen, met Bijlage en Protocol van ondertekening (Trb. 1967, 43).
Bedoelde grondslagen worden gecreëerd in de Binnenschepenwet en voor
een bepaald aspect in de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart.
De desbetreffende uitvoeringsregelingen – zogenaamde zelfstandige
algemene maatregelen van bestuur – bestaan reeds alle en ondergaan geen
inhoudelijke wijziging.
Met betrekking tot het voorstel van wet merkt de Raad van State het volgende
op.
De nieuw voorgestelde artikelen 12a, tweede lid, 12b, tweede lid, 12c,
derde lid, en 26a, tweede lid, van de Binnenschepenwet geven de minister de
bevoegdheid om tarieven vast te stellen voor de vergoedingen die verschuldigd
zijn voor nader aangegeven activiteiten.
De Raad stelt vast dat in deze artikelonderdelen een essentieel onderdeel
ontbreekt, namelijk de regeling van de tariefstructuur voor de verschuldigde
vergoedingen. De Raad adviseert de tariefstructuur alsnog in de betrokken
artikelonderdelen zelf op te nemen.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening
zal zijn gehouden.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 27 april
2001, nr. 01.002104, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit
advies, gedateerd 18 juni 2001, nr. W09.01.0194/V, bied ik U hierbij
aan.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met zijn opmerkingen rekening
zal zijn gehouden. De door de Raad bedoelde artikelen zijn overeenkomstig
zijn advies aangepast.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos