Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2019
Met deze brief stel ik uw Kamer op de hoogte van de resultaten van het «Vervolgonderzoek:
Hantering tarieven door waarborginstellingen» door de Auditdienst Rijk (ADR). Ik kondigde
dit vervolgonderzoek, samen met de resultaten van het eerste onderzoek door de ADR,
aan in mijn brief van 4 juli 2018 (Kamerstuk 24 036, nr. 429).
Wettelijk kader
In Nederland zijn op grond van de Waarborgwet 1986 twee instellingen aangewezen als
waarborginstelling. Deze instellingen hebben als taak om op deskundige en onafhankelijke
wijze edelmetalen te keuren en te voorzien van een waarborgteken dat het gehalte aan
edelmetaal aangeeft. Waarborgen beschermt consumenten en ondernemers tegen fraude
en draagt bij aan een soepel verloop van het economisch verkeer.
De twee waarborginstellingen concurreren: zij hanteren ieder verschillende tarieven
die zij jaarlijks aan mij voorleggen. Ik kan mijn goedkeuring onthouden indien de
tarieven hoger zijn dan gezien de aan de werkzaamheden verbonden kosten noodzakelijk
is. De concurrentie tussen beide waarborginstellingen heeft in het afgelopen decennium
gezorgd voor een goede prijs-kwaliteitverhouding. Mede door de hoge mate van bescherming
die het Nederlandse keur biedt en de brede acceptatie van het Nederlandse keur in
andere landen, hebben de Nederlandse waarborginstellingen veel klanten die voor de
internationale markt produceren.
Resultaat vervolgonderzoek ADR bij waarborginstellingen
De conclusie van het eerste onderzoek door de ADR was dat de waarborginstellingen
tarieven hanteerden die neerwaarts afwijken van de vastgestelde tarieven (Kamerstuk
24 036, nr. 429). Bovendien bleek uit het onderzoek van de ADR dat de administratieve processen van
de waarborginstellingen verbetering behoefden.
Naar aanleiding van dit eerste onderzoek heb ik de waarborginstellingen drie maanden
de tijd gegeven om herstelmaatregelen te nemen. Ik kondigde bovendien aan na die drie
maanden een vervolgonderzoek uit te laten voeren. De waarborginstellingen hebben in
de zomer van 2018 aangegeven herstelmaatregelen te nemen. Bovendien heb ik op eigen
verzoek van de waarborginstellingen voor beide waarborginstellingen nieuwe tarieven
goedgekeurd. De nieuwe tarieven van de waarborginstellingen zijn transparanter en
daardoor beter controleerbaar, bijvoorbeeld ten aanzien van de gehanteerde staffels
bij grote partijen.
De uitkomsten van het vervolgonderzoek door de ADR heb ik februari jl. ontvangen.
Het onderzoek heeft zich gericht op de bedrijfsvoering van beide waarborginstellingen.
Gelet op de bedrijfsgevoelige c.q. concurrentiegevoelige informatie kan ik het vervolgonderzoek
van de ADR niet openbaar maken. Wel kan ik de hoofdlijnen van de resultaten met uw
Kamer delen. Uit het vervolgonderzoek blijkt dat de herstelmaatregelen van de waarborginstellingen
effect hebben gehad. De vastgestelde tarieven worden in de regel gehanteerd. Op enkele
punten is dat nog niet het geval. Daarnaast constateert de ADR nog enkele verbeterpunten
die te maken hebben met het verder verbeteren van de controleerbaarheid van de administratie.
Tot slot
Ik blijf de komende periode scherp op de wijze waarop beide waarborginstellingen hun
taken uitvoeren, in het bijzonder met betrekking tot de vastgestelde tarieven. Ik
heb beide instellingen in dat kader verzocht nog enkele verbeteringen door te voeren
en hen medegedeeld te verwachten dat hun accountant de naleving hiervan meeneemt in
zijn jaarlijkse rapportage.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer