nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 16 oktober 2001
Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:
I
In hoofdstuk 7, artikel 43, onderdeel R, vervalt het cijfer «1»
voor het eerste lid van artikel 382 en vervalt het tweede lid van artikel
382.
II
In hoofdstuk 14, artikel 6, wordt onderdeel 1 (De Wet op de rechterlijke organisatie) gewijzigd als volgt:
a. Nadat de onderdelen H tot en met L zijn
geletterd tot I tot en met M, wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
H
In artikel 2.4.2.1, eerste lid, wordt « belastingzaken» vervangen
door «zaken» en wordt de volgende volzin toegevoegd: Deze kamers
kunnen ook andere bij de wet aan hen toebedeelde zaken behandelen en beslissen.
b. In onderdeel I (nieuw) wordt «twee
nieuwe volzinnen, luidende» vervangen door: de volgende volzinnen.
Toelichting
I
Zie het onderdeel Artikelsgewijze behandeling van de nota naar aanleiding
van het verslag.
II
In de eerste nota van wijziging bij het Wetsvoorstel organisatie en bestuur
gerechten (Kamerstukken II 2000–2001, 27 181, nr. 7, onderdeel
Ax) is een nieuwe redactie van artikel 2.4.2.1 opgenomen op grond waarvan
gerechtshoven voor de behandeling en beslissing van spoedeisende belastingzaken
enkelvoudige kamers kunnen vormen. Inmiddels is mij gebleken dat de gerechtshoven
ook andere zaken voorgelegd kunnen krijgen, die door een dergelijke (voorzieningen-)kamer
zouden kunnen worden behandeld en beslist. Te denken valt hierbij aan de volgende
artikelen uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zoals gewijzigd
door of opgenomen in de wetsvoorstellen 26 855 en 27 824: artikel
838 (toestemming tot verstrekking afschrift strafvonnis van een hof), maar
ook aan artikel 1.3.16, zesde lid, jo. 2.11.3, tweede lid, (verzet tegen weigering
afgifte tweede grosse), artikel 1.6.18 (verlof om een exploot te mogen uitbrengen
op alle dagen en uren, als het gaat om een dagvaarding voor het hof) en artikel
2.3.6 jo. 353 (verkorting van de dagvaardingstermijn, als het gaat om een
hofzaak). De wijziging zoals voorgesteld in onderdeel a maakt het mogelijk
dat gerechtshoven ook voor andere spoedeisende zaken dan spoedeisende belastingzaken,
enkelvoudige kamers kunnen vormen. De redactie van artikel 2.4.2.1, eerste
lid, komt nu overeen met artikel 2.3.3.1, eerste lid, dat geschreven is voor
de rechtbanken. Voor de goede orde vermeld ik nog dat gewone appellen van
kort gedingen bij de gerechtshoven door de gewone kamers worden behandeld,
al dan niet met een speciaal spoedregime.
b. In dit onderdeel wordt een verschrijving uit de eerste nota van wijziging
hersteld.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals