27 874
Wijziging van de Opiumwet

nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID APOSTOLOU

Ontvangen 8 april 2002

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel 8f wordt vervangen door:

Artikel 8f

1. Degene wiens ontheffing wordt ingetrokken ontdoet zich van de middelen waarop de ontheffing betrekking heeft, gedurende het tijdvak, gelegen tussen de mededeling van de intrekking en de laatste dag waarop de ontheffing geldt. Hij ontdoet zich van die middelen hetzij door vernietiging, hetzij door overdracht aan personen, rechtspersonen daaronder begrepen, die bevoegd zijn tot het verrichten van handelingen als bedoeld in artikel 2 of 3.

2. In afwijking van het eerste lid, ontdoet de houder van een ontheffing voor de teelt van hennep zich van de middelen waarop de ontheffing betrekking heeft, hetzij door vernietiging van die middelen, hetzij door overdracht daarvan aan Onze Minister.

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd onderscheid te maken tussen telers van hennep en degenen die zich met opiumwetmiddelen in het normale handelsverkeer begeven, zoals geneesmiddelenfabrikanten. De voorraadverwijdering bij telers van cannabis moet goed worden geregeld, omdat het gevaar van weglekken bij deze telers groter is dan bij geneesmiddelenfabrikanten.

Het eerste lid van dit artikel heeft betrekking op opiummiddelen in het normale handelsverkeer. Bij intrekking van een opiumontheffing in deze gevallen moet aan de ontheffinghouder in beginsel een redelijke periode worden gelaten om van zijn voorraden af te komen. In de mededeling van intrekking wordt een en ander vastgelegd.

Het tweede lid heeft betrekking op de telers van cannabis voor medische doeleinden. Bij intrekking van de opiumontheffing bij telers van medicinale cannabis dient hun voorraad te worden vernietigd of overgedragen worden aan het Bureau Medicinale Cannabis (BMC). In de opiumontheffing voor deze telers dient de termijn waarop zij bij intrekking van de ontheffing zich van hun voorraden moeten ontdoen te worden vermeld. De in de nota naar aanleidng van het verslag genoemde termijn van 14 dagen dient te worden toegepast. (TK, vergaderjaar 2001–2002, 27 874, nr. 6, pag. 10).

Apostolou

Naar boven