27 873
Wijziging van de Ziektewet en enkele andere wetten in verband met de invoering van eigenrisicobedragen door de werkgever (Wet eigenrisicobedragen Ziektewet)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 29 november 2001

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel C komt te luiden:

C

Aan artikel 29 worden twee leden toegevoegd, luidende:

9. Het tijdvak van 52 weken, bedoeld in het vijfde lid, wordt verlengd met de duur van het tijdvak dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van artikel 71b, derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft vastgesteld.

10. Het tweede lid, onderdeel a, b of c, is niet van toepassing indien onderdeel g van dat lid van toepassing is.

b. In onderdeel F wordt in het negende lid van het voorgestelde artikel 63 van de Ziektewet «f 1000,–» vervangen door: € 454.

c. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

H

Artikel 29b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «voorafgaand aan zijn dienstbetrekking» ingevoegd: , bedoeld in artikel 3, 4 of 5,.

2. In het derde lid wordt voor «op verzoek van de werkgever» ingevoegd: van de werknemer, bedoeld in artikel 3,.

3. Het vijfde lid komt te luiden:

5. Dit lid is niet van toepassing indien de werknemer werkzaam is in een dienstbetrekking in de zin van de Wet sociale werkvoorziening of de Wet inschakeling werkzoekenden.

2

Artikel II wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel B komt te luiden:

B

In artikel 71b wordt, onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

3. In afwijking van het eerste lid is artikel 71a, eerste, tweede, derde, vijfde, zesde, zevende en achtste lid, van overeenkomstige toepassing op de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet ten aanzien van de persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid, van die wet. Indien bij de behandeling van de aanvraag, bedoeld in artikel 34, derde lid, en de beoordeling, bedoeld in artikel 34a, blijkt dat de eigenrisicodrager, bedoeld in de eerste zin, zonder deugdelijke grond de uit die zin voortvloeiende verplichtingen dan wel de krachtens het zevende lid gestelde regels niet of niet volledig nakomt of onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht stelt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een tijdvak vast, gedurende welke de persoon, bedoeld in de eerste zin, recht op ziekengeld heeft op grond van artikel 29 van de Ziektewet. Dit tijdvak is ten hoogste 52 weken en wordt afgestemd op de aard en de ernst van het verzuim, alsmede op de periode die nodig wordt geacht om alsnog voldoende reïntegratie-inspanningen te leveren.

b. Er worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

C

Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel f wordt de zinsnede «of artikel 34a, eerste lid» vervangen door: , artikel 34a, eerste lid, of artikel 34a, vierde lid.

2. In onderdeel h wordt de zinsnede «zonder deugdelijke grond weigert mee te werken» vervangen door «zonder deugdelijke grond weigert of heeft geweigerd mee te werken» en wordt na «te verrichten» de zinsnede ingevoegd: dan wel indien bij de behandeling van de aanvraag, bedoeld in artikel 34, derde lid, en bij de beoordeling als bedoeld in artikel 34a, eerste lid, blijkt dat de belanghebbende zonder deugdelijke grond onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht.

3. Aan onderdeel h wordt een zin toegevoegd, luidende: Voor de toepassing van dit onderdeel wordt onder werkgever mede verstaan de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet.

D

Artikel 34a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «de werknemer» de zinsnede ingevoegd: dan wel de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet en de persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid, van die wet,.

2. In het tweede lid wordt na «artikel 71a, negende lid,» ingevoegd: of artikel 71b, derde lid, tweede zin,.

3. Aan het vierde lid worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

c. uiterlijk dertien weken voor het verstrijken van het tijdvak waarover de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet, op grond van artikel 29, negende lid, van die wet verplicht is het ziekengeld te betalen;

d. zo spoedig mogelijk, indien het tijdvak waarover de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet, op grond van artikel 29, negende lid, van die wet verplicht is het ziekengeld te betalen, minder bedraagt dan 13 weken.

3

Artikel III, onderdeel B, komt te luiden:

B

Artikel 89, onderdeel d, komt te luiden:

d. de bedragen die het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen ontvangt door toepassing van de artikelen 63, negende lid, 63a, derde tot en met vijfde lid, en 63b, tweede lid, van de Ziektewet.

4

Artikel V komt te luiden:

ARTIKEL V. WIJZIGING VAN DE WET STRUCTUUR UITVOERINGSORGANISATIE WERK EN INKOMEN

De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 18, eerste lid, onderdeel e, wordt «indien de werknemer een geschil heeft met de werkgever over de ongeschiktheid tot werken» vervangen door: indien de werknemer een geschil heeft met zijn werkgever over het recht op loon als bedoeld in artikel 629, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of het recht op bezoldiging als bedoeld in artikel XV, tweede lid, van de Wet terugdringing ziekteverzuim.

B

Artikel 30, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel f wordt na «een werknemer» de zinsnede ingevoegd «dan wel een eigenrisicodrager als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet of een persoon als bedoeld in artikel 63, eerste lid, van die wet» en wordt na «de werkgever» de zinsnede ingevoegd: ,respectievelijk de persoon die recht heeft op ziekengeld voor de eigenrisicodrager,.

2. In onderdeel g wordt na «een werknemer» de zinsnede ingevoegd «dan wel een eigenrisicodrager als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet of een persoon als bedoeld in artikel 63, eerste lid, van die wet» en wordt na «zieke werknemer» de zinsnede ingevoegd: ,respectievelijk die eigenrisicodrager ten aanzien van de persoon aan wie hij ziekengeld moet betalen,.

5

Na artikel V wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VA. WIJZIGING VAN DE WET OP DE (RE)INTEGRATIE ARBEIDSGEHANDICAPTEN

De Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het zevende lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. de verplichtingen van de werkgever in verband met de beëindiging van de dienstbetrekking van de in het eerste lid bedoelde werknemer.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

12. Zo nodig in afwijking van het elfde lid zijn het eerste, tweede, vijfde, zesde, achtste en negende lid, alsmede de regels op grond van het zevende lid, onderdelen d en e, en op grond van het tiende lid, van overeenkomstige toepassing op de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de ZW en de persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid, van de ZW, gedurende de periode dat de eigenrisicodrager aan die persoon ziekengeld moet betalen.

B

Aan artikel 9 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder werkgever mede verstaan de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 8, twaalfde lid, en wordt onder werknemer, bedoeld in artikel 8, eerste lid, mede verstaan de persoon, bedoeld in artikel 8, twaalfde lid, aan wie de eigenrisicodrager ziekengeld moet betalen.

6

Aan artikel VII wordt de zinsnede toegevoegd: , dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Toelichting

Onderdeel 1, onder a en c

Met subonderdeel c wordt bewerkstelligd dat artikel 29b van de Ziektewet (ZW) niet alleen van toepassing is op werknemers die jegens de werkgever bij ongeschiktheid tot werken wegens ziekte aanspraak op betaling van loon kunnen maken, maar ook op degenen die op grond van de artikelen 4 en 5 (jo. artikel 6) van de ZW als werknemer worden aangemerkt, degenen wier aanspraak berust op artikel 46 van de ZW en degenen wier dienstbetrekking, bedoeld in artikel 3 van de ZW, is geëindigd. Daarmee wordt voorkomen dat, in de situatie dat een arbeidsgehandicapte werkzaamheden gaat verrichten in een verzekeringsplichtige arbeidsverhouding tot een eigenrisicodrager voor de ZW, die eigenrisicodrager het risico draagt van het ziekengeld indien de ongeschiktheid tot werken een aanvang neemt in de vijf jaar na aanvang van de arbeidsverhouding. In dat geval komt het ziekengeld op grond van de hier voorgestelde wijziging voor rekening van het Reïntegratiefonds (zie artikel 43, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten). Aangezien een verschil in uitkeringsrechten voor de ZW tussen werknemers van eigenrisicodragers voor de ZW en werknemers van werkgevers die geen eigenrisicodrager zijn voor de ZW ongewenst is, wordt de uitbereiding van de werking van artikel 29b van de ZW niet beperkt tot werknemers van eigenrisicodragers. Op grond van artikel 29b van de ZW bestaat immers recht op ziekengeld vanaf de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken, terwijl dat recht op grond van artikel 29, tweede lid, onderdelen a tot en met c, van de ZW bestaat vanaf de derde dag van ongeschiktheid tot werken.

De mogelijkheid van de ophoging van het ziekengeld tot het dagloon op grond van artikel 29b, derde lid, blijft overigens beperkt tot de situatie waarin de werknemer jegens de werkgever recht op loon heeft.

Met subonderdeel a wordt geregeld dat in geval zowel artikel 29b van de ZW van toepassing is als onderdeel a, b, of c, van het tweede lid van artikel 29 van de ZW, artikel 29b van de ZW, met uitsluiting van artikel 29, tweede lid, onderdeel a, b of c, dient te worden toegepast.

Onderdeel 1, onder b

Met dit onderdeel wordt het wetsvoorstel aangepast aan de invoering van de euro per 1 januari 2002.

Onderdeel 2, onder a

Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Wet verbetering poortwachter (Kamerstukken II, 27 678) heeft het daarin voorgestelde artikel 71a, negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) wijziging ondergaan. Het in het onderhavige wetsvoorstel voorgestelde artikel 71b, derde lid, van de WAO wordt met dit subonderdeel aangepast aan die wijziging.

Onderdeel 2, onder b (artikel 28 WAO)

Bij verlenging van de loondoorbetalingsverplichting op grond van artikel 71a, negende lid, van de WAO doet de werknemer op grond van artikel 34a, vierde lid, de hernieuwde aanvraag voor een WAO-uitkering uiterlijk dertien weken voor het verstrijken van de loondoorbetalingsverplichting. Indien het tijdvak van de verlenging minder bedraagt dan 13 weken, dan wel de werkgever vóór het verstrijken van dat tijdvak geen loon meer verschuldigd is, dient de aanvraag zo spoedig mogelijk te worden ingediend. Aangezien deze bepaling analoog is aan artikel 34, derde lid, van de WAO wordt overtreding daarvan – door middel van wijziging van artikel 28, onderdeel f, van de WAO – voorzien van dezelfde sanctie als overtreding van artikel 34, derde lid, van de WAO.

Op grond van artikel 28, onderdeel h, van de WAO weigert het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) de uitkering tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk wanneer de belanghebbende zonder deugdelijke grond weigert mee te werken door zijn werkgever of door een door die werkgever aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht zijn om de belanghebbende in staat te stellen passende arbeid te verrichten.

Dit onderdeel verduidelijkt dat het daarbij ook kan gaan om een weigering om mee te werken die zich heeft voorgedaan in het eerste ziektejaar.

In het wetsvoorstel Wet verbetering poortwachter staat de gedachte centraal dat niet alleen de werkgever, maar ook de werknemer zich actief moet inspannen voor zijn herstel en reïntegratie. Onderneemt de werkgever geen actie, dan dient de werknemer initiatieven te gaan ontplooien. Teneinde het UWV de mogelijkheid te bieden een sanctie op te leggen, wanneer de werknemer onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht, wordt in artikel 28, onderdeel h, van de WAO de bevoegdheid daartoe gecreëerd. Met betrekking tot de werkgever die onvoldoende reïntegratie-inspanningen verricht is dit reeds geregeld in artikel 71a, negende lid, van de WAO.

Tenslotte wordt geregeld dat voor de toepassing van artikel 28, onderdeel h, van de WAO onder werkgever mede wordt verstaan de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet.

Onderdeel 2, onder b (artikel 34a WAO)

Op grond van – het met het wetsvoorstel Wet verbetering poortwachter in de WAO op te nemen – artikel 34a van de WAO gaat de aanvraag voor de toekenning van de WAO-uitkering vergezeld van een reïntegratieverslag als bedoeld in artikel 71a van die wet. Dat is ook het geval als het ziekengeld wordt uitbetaald door de eigenrisicodrager voor de ZW. Met de onderhavige aanpassing van artikel 34a van de WAO wordt geregeld dat het UWV in dat geval de reïntegratie-inspanningen beoordeelt zoals dat het geval is indien in de wachttijd sprake is van een loondoorbetalingsverplichting van de werkgever. Bovendien worden met het onderhavige onderdeel de gevolgen voor de aanvraag van de WAO-uitkering geregeld van de verlenging door het UWV van het tijdvak gedurende welke het ziekengeld wordt uitgekeerd.

Onderdeel 3

Per 1 januari 2001 bevat artikel 89 van de Werkloosheidswet (WW) geen afzonderlijke leden meer. Daarnaast komt met de het wetsvoorstel Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Kamerstukken II, 27 665) onderdeel d van artikel 89 van de WW te vervallen, zonder dat de daarop volgende onderdelen worden verletterd of er een onderdeel voor in de plaats komt. Gelet hierop wordt met dit onderdeel artikel III, onderdeel B, van het onderhavige wetsvoorstel technisch aangepast.

Onderdeel 4

Met dit onderdeel wordt aan artikel V van het onderhavige wetsvoorstel een wijziging van onderdelen f en g van artikel 30, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen toegevoegd. Met deze wijziging wordt bewerkstelligd dat het UWV, conform de situatie dat sprake is van een loondoorbetalingsverplichting bij ziekte, op verzoek van een eigenrisicodrager voor de ZW of de persoon aan wie die eigenrisicodrager ziekengeld moet betalen, een onderzoek instelt naar en een oordeel geeft over de aanwezigheid van passende arbeid bij de eigenrisicodrager die die persoon in staat is te verrichten respectievelijk de vraag of die eigenrisicodrager ten aanzien van die persoon voldoende en geschikte reïntegratie-inspanningen heeft verricht.

Onderdeel 5

In het oorspronkelijk ingediende wetsvoorstel Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen werd bij de aanpassing van artikel 8 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet REA) reeds geregeld dat de eigenrisicodrager voor de ZW eenzelfde reïntegratietaak zou hebben met betrekking tot degene aan zie hij ziekengeld moet betalen als de werkgever met betrekking tot de zieke werknemer die tot hem in dienstbetrekking staat. In verband met het tijdsverloop tussen de indiening van dat wetsvoorstel en het onderhavige wetsvoorstel is die regeling bij nota van wijziging uit dat voorgestelde artikel 8 verwijderd. Met het onderhavige onderdeel wordt daarin alsnog voorzien. Voorts wordt het met artikel 8 samenhangende artikel 9 van de Wet REA daaraan aangepast.

Gebleken is dat in de Wet REA (zoals die komt te luiden na inwerkingtreding van de SUWI-wetgeving) onvoldoende is geregeld omtrent de overdracht van gegevens van de werkgever naar het UWV wanneer er sprake is van beëindiging van het dienstverband in het eerste ziektejaar. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn wanneer er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In dat geval dient de werkgever na het einde van het dienstverband aan het UWV de reïntegratie-verantwoordelijkheid over te dragen. Er is echter niet geregeld dat de gegevens die het UWV daarvoor nodig heeft van de werkgever overgaan naar het UWV. Het hierbij in artikel 8, zevende lid, van de Wet REA toegevoegde onderdeel beoogt te voorzien in een delegatiebepaling die het mogelijk maakt om bij algemene maatregel van bestuur aan te geven welke gegevens en op welke wijze overgaan van de werkgever naar het UWV. Dat geldt dan op grond van het hier voorgestelde twaalfde lid van artikel 8 van de Wet REA eveneens voor de overdracht van gegevens van de eigenrisicodrager voor de ZW naar het UWV.

Onderdeel 6

Met dit onderdeel wordt de inwerkingtredingsbepaling aangepast aan het thans gebruikelijke model in wetsvoorstellen op het terrein van de sociale verzekeringen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Naar boven