27 869
Wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en de Wet op het consumentenkrediet teneinde de reikwijdte van de bepalingen inzake de informatieverstrekking aan het publiek uit te breiden

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 5 november 2001

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel I, onderdeel C, wordt artikel 85a als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid wordt «De Bank» telkens gewijzigd in: Onze minister.

b. In het tweede lid, tweede volzin, wordt «indien naar haar oordeel» gewijzigd in: indien naar zijn oordeel.

c. Na het tweede lid worden vier leden toegevoegd, luidende:

3. De artikelen 14, eerste lid, onderdeel b, 53, 54 en 86 zijn van overeenkomstige toepassing.

4. Taken en bevoegdheden die Onze minister op grond van dit artikel heeft, kunnen bij algemene maatregel van bestuur worden overgedragen aan een of meer rechtspersonen. Alsdan gelden de verplichtingen op grond van dit artikel jegens Onze minister als verplichtingen jegens de desbetreffende rechtspersoon of rechtspersonen.

5. Een overdracht als bedoeld in het vierde lid vindt slechts plaats indien de betrokken rechtspersoon aan de volgende vereisten voldoet:

a. hij dient in staat te zijn de in het vierde lid bedoelde taken en bevoegdheden naar behoren te vervullen;

b. de voorwaarden dienen aanwezig te zijn voor een zodanige besluitvorming binnen de rechtspersoon dat een onafhankelijke vervulling van de in het vierde lid bedoelde taken en bevoegdheden zo veel mogelijk is gewaarborgd.

6. Aan de overdracht, bedoeld in het vierde lid, kunnen beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden.

Na artikel II worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL II A

De Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 25 komt te luiden:

Artikel 25

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot aan het publiek te verstrekken informatie door verzekeraars.

2. Onze Minister kan, op aanvraag, bepalen dat een verzekeraar niet behoeft te voldoen aan alle in het eerste lid bedoelde regels, indien de verzekeraar aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet volledig kan worden voldaan en dat de doeleinden die deze wet beoogt te bereiken anderszins voldoende zijn bereikt. Onze Minister kan een besluit als bedoeld in de vorige volzin wijzigen of intrekken, indien naar zijn oordeel de omstandigheden waaronder het besluit is genomen zodanig zijn gewijzigd, dat de doeleinden die deze wet beoogt te bereiken niet langer worden bereikt.

3. De artikelen 27, eerste en tweede lid en 28 zijn van overeenkomstige toepassing.

4. Taken en bevoegdheden die Onze Minister op grond van dit artikel heeft, kunnen bij algemene maatregel van bestuur worden overgedragen aan een of meer rechtspersonen. Alsdan gelden de verplichtingen op grond van dit artikel jegens Onze Minister als verplichtingen jegens de desbetreffende rechtspersoon of rechtspersonen.

5. Een overdracht als bedoeld in het vierde lid vindt slechts plaats indien de betrokken rechtspersoon aan de volgende vereisten voldoet:

a. hij dient in staat te zijn de in het vierde lid bedoelde taken en bevoegdheden naar behoren te vervullen;

b. de voorwaarden dienen aanwezig te zijn voor een zodanige besluitvorming binnen de rechtspersoon, dat een onafhankelijke vervulling van de in het vierde lid bedoelde taken en bevoegdheden zo veel mogelijk is gewaarborgd.

6. Aan de overdracht, bedoeld in het vierde lid, kunnen beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden.

ARTIKEL II B

De Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 51 komt te luiden:

Artikel 51

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot aan het publiek te verstrekken informatie door verzekeraars.

2. Onze Minister kan, op aanvraag, bepalen dat een verzekeraar niet behoeft te voldoen aan alle in het eerste lid bedoelde regels, indien de verzekeraar aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet volledig kan worden voldaan en dat de doeleinden die deze wet beoogt te bereiken anderszins voldoende zijn bereikt. Onze Minister kan een besluit als bedoeld in de vorige volzin wijzigen of intrekken, indien naar zijn oordeel de omstandigheden waaronder het besluit is genomen zodanig zijn gewijzigd, dat de doeleinden die deze wet beoogt te bereiken niet langer worden bereikt.

3. De artikelen 54, eerste en tweede lid, 55 en 186, eerste, derde en vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

4. Taken en bevoegdheden die Onze Minister op grond van dit artikel heeft, kunnen bij algemene maatregel van bestuur worden overgedragen aan een of meer rechtspersonen. Alsdan gelden de verplichtingen op grond van dit artikel jegens Onze Minister als verplichtingen jegens de desbetreffende rechtspersoon of rechtspersonen.

5. Een overdracht als bedoeld in het vierde lid vindt slechts plaats, indien de betrokken rechtspersoon aan de volgende vereisten voldoet:

a. hij dient in staat te zijn de in het vierde lid bedoelde taken en bevoegdheden naar behoren te vervullen;

b. de voorwaarden dienen aanwezig te zijn voor een zodanige besluitvorming binnen de rechtspersoon, dat een onafhankelijke vervulling van de in het vierde lid bedoelde taken en bevoegdheden zo veel mogelijk is gewaarborgd.

6. Aan de overdracht, bedoeld in het vierde lid, kunnen beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden.

Toelichting

Algemeen

De verplichting tot het verstrekken van een financiële bijsluiter is gebaseerd op verschillende sectorale financiële toezichtswetten1. Zoals opgemerkt in de brief van 19 september 20012, is het van groot belang dat de interpretatie van de wettelijke voorschriften, alsmede de handhaving daarvan, op uniforme wijze geschiedt. Deze taken zijn op basis van de huidige regelgeving opgedragen aan de Nederlandsche Bank, de Stichting Toezicht Effectenverkeer en de Pensioen- en Verzekeringskamer.

Zoals aangegeven in de brief van 12 september 2001 inzake institutionele vormgeving van toezicht op de financiële marktsector, kenmerk FM 2001–01551 M, worden de mogelijkheden voor een andere ordening van de toezichtstaken door de toezichthouders verkend. Teneinde de mogelijkheid te creëren om de uitkomsten van dit proces ten goede te laten komen aan het toezicht op de financiële bijsluiter, wordt met de nota van wijziging de systematiek voor het overdragen van het toezicht in de Wet toezicht kredietwezen 1992 (Wtk), de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 (Wtv) en de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf (Wtn) geharmoniseerd met de Wet toezicht beleggingsinstellingen (Wtb) en de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte). Hierdoor ontstaat ook voor deze wetten de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur de bevoegde toezichthouder aan te wijzen.

Artikelsgewijze toelichting

1. De wijziging van het tweede lid van artikel 85a Wtk heeft tot gevolg dat Onze minister en niet de Nederlandsche Bank is belast met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens artikel 85a Wtk gestelde informatievoorschiften. Daarbij beschikt Onze minister op grond van het derde lid over de bevoegdheden die nodig zijn om deze taak uit te oefenen.

Het vierde lid komt inhoudelijk overeen met het eerste lid van de artikelen 40 Wte en 29 Wtb en creëert de mogelijkheid om het toezicht bij algemene maatregel van bestuur over te dragen aan een of meer rechtspersonen. De eisen waaraan deze rechtsperso(o)n(en) op grond van het vijfde lid moet(en) voldoen, zijn overgenomen uit het tweede lid van de artikelen 40 Wte en 29 Wtb.

Aan de overdracht kunnen op grond van het zesde lid, dat overeenkomt met het derde lid van de artikelen 40 Wte en 29 Wtb, beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden.

2. In de artikelen II A en II B worden artikel 25 Wtn en artikel 51 Wtv op een lijn gebracht met artikel 85a Wtk. De toelichting bij artikel 85a Wtk is daarom eveneens op deze artikelen van toepassing.

De Minister van Financiën,

G. Zalm


XNoot
1

Wet op het consumentenkrediet, Wet toezicht beleggingsinstellingen, Wet toezicht effectenverkeer 1995, Wet toezicht kredietwezen 1992, Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 en Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf.

XNoot
2

Kamerstukken II 2001/2002, 26 676, nr. 5.

Naar boven