Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 december 2021
Afgelopen juni heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de Bereikbaarheidsmonitor
2021.1 In de Bereikbaarheidsmonitor wordt op basis van cijfers van de betaalinfrastructuur
en de resultaten van enquêtes, beschreven wat de ontwikkelingen zijn op het gebied
van de bereikbaarheid en toegankelijkheid van betaaldiensten en hoe dat wordt ervaren
door consumenten en ondernemers. Door de sluiting van veel winkels en horeca als gevolg
van de coronamaatregelen, kon er geen onderzoek worden gedaan naar de perceptie van
ondernemers en ontbrak dit onderdeel in de Bereikbaarheidsmonitor 2021. De afgelopen
maanden is dit onderzoek alsnog uitgevoerd. Bijgevoegd ontvangt u de Bereikbaarheidsmonitor
MKB-ondernemers 20212.
Uit de monitor blijkt dat de toegankelijkheid en bereikbaarheid van betaaldiensten
in de perceptie van ondernemers sterk is afgenomen ten opzichte van de Bereikbaarheidsmonitor
2016. De waardering voor bereikbaarheid en toegankelijkheid van betaaldiensten komt
in 2021 uit op een 5,8 (7,0 in 2016). Ook is het rapportcijfer voor de algemene tevredenheid
over gebruiksvriendelijkheid gedaald van een 7,3 in 2016 naar een 6,9 in 2021. Verder
valt op dat de bereikbaarheid en gebruiksvriendelijkheid van afstortfaciliteiten en
wisselgelddiensten erg laag wordt gewaardeerd in 2021, met rapportcijfers tussen de
4 en 5. De (tijdelijke) sluiting van een deel van de afstortfaciliteiten vanwege plofkraken,
de sluiting van bankkantoren, de capaciteitstekorten in het waardetransport en de
Geldmaattransitie – de transitie van de geldautomaten van de drie grootbanken ABN
AMRO, ING en Rabobank, naar Geldmaat-geldautomaten – worden genoemd als mogelijke oorzaken voor deze lage waarderingen.
Ik vind het belangrijk dat er een goede toegankelijkheid en bereikbaarheid van het
betalingsverkeer is. Dit betekent onder andere dat er voldoende voorzieningen moeten
zijn om contant geld op te nemen en af te storten. Eerder heb ik uw Kamer geïnformeerd
over het rapport «de toekomst van de chartale infrastructuur in Nederland» (Kamerstuk
27 863, nr. 94) en over het feit dat De Nederlandsche Bank op basis van de bevindingen in dit rapport
momenteel gesprekken voert met de partijen uit het betalingsverkeer over een convenant
contant geld. De toegankelijkheid en bereikbaarheid van het betalingsverkeer, en meer
specifiek de chartale dienstverlening voor ondernemers, zijn onderdeel van deze gesprekken.
Ik informeer uw Kamer wanneer deze gesprekken zijn afgerond. Naar verwachting is dit
begin 2022. Daarnaast is de toegankelijkheid en bereikbaarheid van het betalingsverkeer
een onderwerp dat continu besproken wordt binnen het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer,
waarin zowel aanbieders als gebruikers in de betaalketen vertegenwoordigd zijn.3
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra