27 863 Betalingsverkeer

Nr. 56 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2014

Bijgevoegd ontvangt u de jaarrapportage van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer1 (hierna: MOB). Deze rapportage geeft een overzicht van de bereikte resultaten en voortgang in 2013 met betrekking tot maatschappelijke ontwikkelingen in het retailbetalingsverkeer. Ook worden de prioriteiten die het MOB zich voor 2014 heeft gesteld uiteen gezet. Graag bespreek ik hierbij kort enkele belangrijke ontwikkelingen.

SEPA

Nederland is onderdeel geworden van de gemeenschappelijke Europese betaalmarkt (de Single Euro Payments Area – SEPA). De SEPA-migratie in Nederland verloopt goed. In lijn met het advies van het Nationaal Forum SEPA-migratie van 4 april 2014 hebben de Nederlandse banken besloten om vanaf 1 augustus 2014 niet langer geautomatiseerde conversiediensten in de internetbankieromgeving aan te bieden. Hier staat tegenover dat gewerkt wordt aan een consumentvriendelijke oplossing om tot 1 januari 2016 gebruik te kunnen blijven maken van de korte rekeningnummers van de goede doelen. Daarnaast zal het NFS een gerichte communicatiecampagne voeren om de definitieve overgang naar IBAN te ondersteunen en te vergemakkelijken. Hierbij wordt specifiek rekening gehouden met kwetsbare groepen, zoals ouderen en mensen met een fysieke en/of verstandelijke beperking. Ook in 2014 blijft de (afronding van de) migratie naar SEPA een prioriteit voor het MOB.

Toegankelijkheid en bereikbaarheid

Het rapport «Bereikbaarheidsmonitor 2013» van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen (LVKK) over de toegankelijkheid en de bereikbaarheid van basisbetaaldiensten heb ik op 20 december 2013 aan uw Kamer gezonden.2 Uit de Bereikbaarheidsmonitor blijkt dat zowel consumenten als MKB ondernemers over het algemeen tevreden zijn over de toegankelijkheid en bereikbaarheid van het betalingsverkeer. Kwetsbare groepen zijn wel kritischer geworden over bepaalde zaken zoals de afstand tot bankkantoren en geldautomaten. Het MOB onderkent dat het van groot belang is dat ook voor kwetsbare groepen de toegankelijkheid van betaaldiensten optimaal is en blijft. Daarom zal de aandacht naar deze groepen blijvend uitgaan. Uit de MOB jaarrapportage blijkt dat voor het MOB de toegankelijkheid van betaalautomaten in 2014 een prioriteit is.

Tijdens het Algemeen Overleg Betalingsverkeer van 30 januari jl. (Kamerstuk 27 863, nr. 54) heb ik benadrukt dat het belangrijk is dat er voor de bereikbaarheid en toegankelijkheid van betaaldiensten een basisniveau van voorzieningen is. Naar aanleiding hiervan heb ik aan het MOB gevraagd om samen met de banken te bezien of nader kan worden geanalyseerd wat de aard en omvang van het mogelijke probleem van de bereikbaarheid van geldautomaten is en voorstellen aan te dragen om dit aan te pakken. Deze MOB analyse wordt momenteel afgerond. Uit de analyse van het MOB is onder meer naar voren gekomen dat klachten van gebruikers zich vooral richten op gebrekkige communicatie tussen banken en lokaal betrokkenen over de sluiting van geldautomaten. Het MOB beveelt de Nederlandse banken daarom aan om te werken aan de communicatie over de opheffing van geldautomaten en eventuele oplossingen daarvoor. Zodra ik deze analyse heb ontvangen, zal ik die aan uw Kamer doorsturen.

Daarnaast zullen de Nederlandse banken, zoals u is eerder bericht, een pilot starten om onderling afspraken te maken over het optimaliseren van de plaatsing van geldautomaten in kleine kernen en landelijke gebieden. De Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) en de banken hebben hierover een procesafspraak gemaakt. De banken zullen een voorstel van de pilot voorleggen aan de ACM. De ACM zal het voorstel vervolgens vanuit mededingingsrechtelijke oogpunt beoordelen. De gesprekken over de precieze vormgeving van de pilot zijn dus nog gaande. Ook De Nederlandsche Bank is hierbij betrokken. Ik vertrouw erop dat de banken deze pilot serieus aanpakken en ik zal vinger aan de pols houden.

Robuustheid van het elektronisch betaalverkeer

Het MOB heeft naar aanleiding van de verstoringen in het betalingsverkeer in april 2013 het rapport «Analyse robuustheid van het elektronische betalingsverkeer» opgesteld. In dit rapport is onderzocht welke alternatieven er zijn bij (onverwachte) verstoringen in het betalingsverkeer. Geconstateerd wordt dat voor alle bestaande betaalproducten in meer of mindere mate alternatieven beschikbaar zijn via welke een betaling kan worden uitgevoerd. Tegelijkertijd worden ook enkele verbeterpunten gesignaleerd op het vlak van internetbankieren, iDEAL en de pinbetaling.

Het MOB zal specifiek aandacht besteden aan de mogelijkheden voor een snellere verwerking van het betalingsverkeer. Zoals ik heb geantwoord naar aanleiding van enkele Kamervragen,3 is het verwerken van betalingen in het weekend en op feestdagen momenteel niet mogelijk. Toch zijn er wel verbeteringen mogelijk, zo blijkt uit een eerste verkenning van het MOB. In november 2014 zullen de Nederlandse banken, samen met De Nederlandsche Bank, een uitgewerkt plan presenteren om stapsgewijs op basis van de bestaande infrastructuur tot snellere verwerking van betaaltransacties te komen.

GSN en de ACM

Tijdens het Algemeen Overleg Betalingsverkeer van 30 januari jl. heb ik toegezegd aan de ACM een controlevraag te stellen of er aanleiding is om de eerdere onderzoeken naar de activiteiten van Geld Service Nederland (hierna: GSN) op onderdelen te hernemen en er opnieuw naar te kijken. In de uitspraak van de ACM van 3 juni 2013 werd geconcludeerd dat GSN niet in strijd handelt met het mededingingsrecht. Tijdens het Algemeen Overleg werd door Kamerleden benadrukt dat de taken van GSN zijn uitgebreid. Er is bezwaar ingesteld tegen het besluit van de ACM van 3 juni 2013. In het besluit op bezwaar zal de ACM ook ontwikkelingen meenemen die zich na 3 juni 2013, de datum van het primaire besluit, hebben voorgedaan.

Veiligheid

Het MOB bericht dat de schade als gevolg van fraude met internetbankieren in 2013 is gedaald. Zoals benadrukt in de MOB jaarrapportage, zullen pogingen tot fraude onverminderd doorgaan aangezien het voorkomen van fraude de hoogste prioriteit geniet.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Bijlage bij Kamerstuk 27 863, nr. 53.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 1870.

Naar boven