27 863
Betalingsverkeer

nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 april 2003

1. Inleiding

Bij brief 4 september 20021 heb ik aangekondigd een Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) in te stellen dat onder voorzitterschap van De Nederlandsche Bank zal functioneren als platform voor overleg over de maatschappelijke gevolgen van ontwikkelingen op het terrein van betalingsverkeer. Binnen dit gremium worden afspraken gemaakt tussen maatschappelijke organisaties over de efficiëntie, de veiligheid, de toegankelijkheid/bereikbaarheid en standaardisatie van het betalingsverkeer.

Onlangs heb ik de startrapportage van het MOB ontvangen, welke ik u bijgaand doe toekomen. Tevens ontvangt u onderstaand een korte uiteenzetting over het Britse shared services concept, zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg van 13 februari jongstleden.

2. Startrapportage MOB

Bijgaande rapportage2 doet verslag van de oprichting van het MOB, alsmede van de instelling van een viertal werkgroepen ter behandeling van verschillende deelonderwerpen:

• Efficiëntie;

• Technologie;

• Toegankelijkheid en bereikbaarheid;

• Veiligheid.

Het MOB komt halfjaarlijks bijeen. Tussentijds worden de werkzaamheden van de verschillende werkgroepen gecoördineerd door een kerngroep die rapporteert aan het MOB. Naar bevind van zaken kan het MOB daarnaast overgaan tot het oprichten van adhoc-projectgroepen, hetgeen direct zijn beslag heeft gekregen met de oprichting van de projectgroep Statistische informatie.

Inhoudelijk heeft het MOB een breed scala aan deelaspecten van het betalingsverkeer in Nederland de revue laten passeren, zo ook de evaluatie van de verhuisservice. Het MOB biedt aan om de evaluatie van de verhuisservice (1 jaar na de invoering) ter hand te nemen. Het ligt uiteraard voor de hand dat het MOB een belangrijk aandeel zal hebben in deze evaluatie.

Jaarlijks rapporteert het MOB aan ondergetekende over haar bevindingen. Deze rapportages zullen te zijner tijd aan uw Kamer worden toegezonden.

3. Pilot shared services

In 2002 heeft de «British Bankers Association» (BBA, de zusterorganisatie van de Nederlandsche Vereniging van Banken) een pilot gehouden met shared banking services. De pilot, waaraan 4 banken deelnamen, is op 10 locaties gespreid door Engeland en Wales uitgevoerd. Overigens bestaan er in het VK reeds afspraken tussen banken en het postbedrijf over het aanbieden van bankdiensten via de bestaande postagentschappen.

Inhoud en omvang van de pilot

De pilot stelde klanten van de deelnemende banken in staat om bepaalde bankdiensten te verrichten via een kantoor van een andere deelnemende bank. De kantoren waar deze diensten werden geleverd bevonden zich op locaties waar zich binnen een straal van 5 mijl geen ander bankkantoor bevindt. Het ging in de pilot enkel om gastgebruik via het laatst overgebleven bankkantoor en niet om zogenaamde «white label facilities» (gezamenlijke opgezette kantoren zonder een eigen merknaam).

De deelnemende banken hebben in totaal ongeveer 70 000 klanten gemaild rond de pilotlocaties o.b.v. postcode analyse. Zowel particulieren (ca. 65 000) als kleine bedrijven (met een omzet van minder dan £ 1 000 000) en verenigingen en stichtingen (samen ca. 5000) konden van de service gebruik maken.

Aangeboden diensten

Particulieren konden in deze pilot gratis de volgende bankhandelingen verrichten:

– storten op eigen rekening (max. £ 1000 per dag);

– betalen van rekeningen (max. £ 1000 per dag per leverancier);

– opnemen van contant geld (max .£ 250 met chequeboek en cheque garantiekaart);

– wisselen van munten en bankbiljetten (max. £ 100 per dag).

Voor zakelijke klanten gold een iets zwaardere procedure. Zij moesten geregistreerd zijn met autorisatie van de eigen bank. Hen werden de volgende diensten aangeboden:

– storten op eigen rekening (cheques en contanten max. £ 3000 per dag);

– betalen van rekeningen (max. £ 1000 per dag per leverancier);

– opnemen van contant geld (max. £ 3000 per dag);

– wisselen van munten en bankbiljetten (max. £ 1000 per dag).

Voor zakelijke klanten golden dezelfde tarieven als voor de eigen bank. Dit betekent in de praktijk dat de kantoren een volledig overzicht van alle tarieven van de deelnemende banken moeten hebben. De gehanteerde procedures werden in de pilot schriftelijk en handmatig afgehandeld. Vanwege de handmatige verwerking gold in zijn algemeenheid een verlenging van de verwerkingsduur met een dag. Formulieren werden door het kantoor gesorteerd en aan de betreffende banken verzonden, alwaar de feitelijke verwerking kon plaatsvinden.

Afstemming met de Britse mededingingsautoriteit

De BBA heeft voorafgaand aan de pilot overleg gevoerd met de Office of Fair Trade (OFT), de Britse mededingingssautoriteit. De OFT had er geen bezwaar tegen zolang het een pilot betrof waarbij geen onderlinge verrekeningen zouden plaatsvinden. Wat de OFT aangaf niet te zullen tolereren is het werven van klanten van de andere deelnemende banken door het overgebleven bankkantoor waar een shared service van werd afgenomen.

Resultaten van de pilot

De dit jaar te houden evaluatie van de pilot moet de banken komend jaar helpen bij het nemen van een beslissing over vraag of en hoe hieraan een vervolg zal worden gegeven.

Aanpak bereikbaarheid in Nederland

In Nederland kiezen de banken vooralsnog voor een andere aanpak. In mijn brief van 2 december jl.1 heb ik reeds melding gemaakt van verscheidene initiatieven die banken nemen ter verbetering van de bereikbaarheid van bancaire diensten, zoals de oprichting van servicepunten en bankkantoortjes in supermarkten en andere winkels, de verruiming van de mogelijkheden tot het opnemen van geld aan de kassa, de plaatsing van extra pinautomaten, pilots met servicebussen en lokale buurtbalies en tot slot het bezorgen van geld bij mensen die slecht ter been zijn.

Vooralsnog lijkt het erop dat de banken in Nederland de problematiek van de bereikbaarheid anders, maar daarom niet minder voortvarend, oppakken dan de banken in het Verenigd Koninkrijk. Overigens zal ik het MOB vragen de ontwikkelingen rond de Britse pilot te volgen. Mocht het concept in het Verenigd Koninkrijk een zodanig succes worden dat de banken er toe besluiten dit concept breder in te voeren, dan wordt het relevant om te kijken hoe de Britse mededingingsautoriteiten hierop reageren.

De Minister van Financiën,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Kamerstukken II, 2001–2002, 27 863, nr. 8.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Kamerstukken 2002–2003, 27 863, nr. 12.

Naar boven