27 863 Betalingsverkeer

Nr. 104 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2022

Bijgevoegd ontvangt u de jaarrapportage 2021 van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (hierna: MOB). Het MOB is een samenwerkingsverband dat zich richt op efficiënt, veilig, betrouwbaar en toegankelijk betalingsverkeer en wordt voorgezeten door De Nederlandsche Bank (DNB). In het MOB zijn zowel aanbieders als gebruikers in de betaalketen vertegenwoordigd.1 In deze brief geef ik een overzicht van de belangrijkste resultaten van het MOB in 2021. Ook kom ik terug op een gewijzigde motie van het lid Tony van Dijck (PVV) over het zorgdragen voor een landelijk dekkend netwerk van servicepunten.2

Ontwikkelingen contant geld

Hoewel de vraag naar contant geld in Nederland in algemene zin afneemt, vervult contant geld nog steeds een belangrijke rol in onze samenleving. Sommige groepen mensen zijn bovendien afhankelijk van contant geld als betaalmiddel. Ik hecht er grote waarde aan dat iedereen mee kan doen in de samenleving en daarvoor is toegang tot het betalingsverkeer belangrijk. Voor een goede toegang tot het chartale betalingsverkeer zijn voldoende voorzieningen nodig, zoals voldoende geldautomaten, afstortautomaten en een hoge acceptatie van contant geld bij winkeliers.

Het gebruik van contant geld bleef gedurende 2021 relatief stabiel ten opzichte van het jaar daarvoor. In 20,4% van de betalingen bij fysieke verkooppunten werd er contant afgerekend (in 2020 was dat 22,4%). De acceptatie van contant geld door toonbankinstellingen is ook in 2021 hoog en ligt vrijwel op hetzelfde niveau als in 2016.

Hoewel het aantal bankkantoren en geldopnameautomaten verder is teruggebracht, bleef de landelijke dekking van geldopnameautomaten nagenoeg hetzelfde als in 2019. Eind 2020 werd voor 99,54% van de huishoudens de in het MOB afgesproken bereikbaarheidsnorm van 5 kilometer gehaald. De dekking van geldopnameautomaten met spraakfunctie, ter ondersteuning van mensen met een visuele beperking is toegenomen, van ruim 32% medio 2019 naar bijna 93% eind 2020. De landelijke dekking van de afstortfaciliteiten nam echter af naar 93,51% (medio 2019: 96,82%). Daar tegenover staat dat ondernemers sinds de migratie van Geldmaat nu elke Geldmaat-afstortautomaat kunnen gebruiken in plaats van gebonden te zijn aan de afstortfaciliteiten van hun eigen bank. Eind 2021 was de migratie van de laatste geldautomaten van de drie grootbanken naar Geldmaat voltooid.

Het MOB vervroegt het eerstvolgende ondernemersonderzoek van de Bereikbaarheidsmonitor – dat in 2024 zou plaats vinden – naar de zomer van 2022 en zal de resultaten daarvan in zijn Najaarsoverleg 2022 bespreken.

Convenant Contant Geld

Om ervoor te zorgen dat contant geld als betaalmiddel goed blijft functioneren, hebben de belangrijkste partijen uit het betalingsverkeer, te weten: de banken, chartale dienstverleners en de vertegenwoordigers van toonbankinstellingen en verschillende groepen consumenten in april 2022 een Convenant Contant geld gesloten. Het Convenant Contant Geld is aan uw Kamer aangeboden.3 Tegelijkertijd blijft de chartale infrastructuur een punt van aandacht, vooral als de daling in het gebruik van contant geld van de afgelopen jaren doorzet. Daarom zal ik samen met DNB onderzoek laten doen naar hoe het publiek belang van contant geld ook na het convenant geborgd kan worden.

Actieplan toegankelijk betalingsverkeer

Op basis van de resultaten van het consumentenonderzoek van de Bereikbaarheidsmonitor 2021 stelde het MOB in mei 2021 het actieplan «Toegankelijk Betalingsverkeer» vast. Dat plan heeft als doel om de toegankelijkheid van het betalingsverkeer voor mensen uit kwetsbare groepen te verbeteren. Sommige kwetsbare groepen gaven in het onderzoek aan een achteruitgang te ervaren in hun zelfstandigheid bij het uitvoeren van de dagelijkse bank- en betaalzaken. Het actieplan zet er op in om de communicatie over – en bekendheid van – bestaande initiatieven van de banken voor kwetsbare groepen te verbeteren, maar ook om waar nodig de dienstverlening van banken via persoonlijke aandacht op lokaal niveau te stimuleren. Bijvoorbeeld via het met maatschappelijke organisaties inrichten van lokale servicepunten, zoals in bibliotheken.

Samen met maatschappelijke organisaties worden de behoeftes van kwetsbare groepen geïnventariseerd en oplossingen bedacht waar die behoeftes nog onvoldoende door bestaande initiatieven worden afgedekt. Verder zal in 2022 worden onderzocht of de betaaldiensten van de banken voldoende passend zijn voor de meer kwetsbare consumentengroepen.

In de motie van het lid Van Dijck werd opgeroepen om zorg te dragen voor een landelijk dekkend stelsel van servicepunten. Deze oproep werd gedaan vanuit de zorg dat veel mensen behoefte hebben aan persoonlijk advies, zeker de mensen die minder goed thuis zijn in de virtuele wereld. Dit actieplan komt tegemoet aan deze zorgen. Het MOB, en ikzelf als waarnemer in het MOB, houden de vinger aan de pols bij de verdere uitvoering van het actieplan.

Veiligheid en fraude

Er was in 2021 sprake van een stijging van de schade als gevolg van bankhelpdeskfraude. In 2021 bedroeg de schade 47,6 miljoen euro, een stijging van ruim 78% ten opzichte van het jaar ervoor (2020: 26,7 miljoen euro). Ik vind het belangrijk dat de banken, opsporingsdiensten, betrokken ministeries, telecomsector, internetbedrijven en betaalinstellingen samen werken aan een integrale aanpak tegen online oplichtingspraktijken. Eind 2020 besloten de banken om de door consumenten geleden schade door bankhelpdeskfraude gecombineerd met telefonische spoofing te vergoeden. Momenteel werk ik, samen met de Minister van Justitie & Veiligheid, de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat aan een integraal actieprogramma om online fraude tegen te gaan. Uw Kamer wordt hierover op korte termijn verder geïnformeerd.

De gezamenlijke fraudeschade door phishing, gestolen en verloren betaalpassen (debitcards) en «Card-Not-Present» (CNP)- fraude bij online creditcardbetalingen daalde in 2021 naar 14,9 miljoen euro (2020: 22,4 miljoen euro). De CNP-fraudeschade daalde naar 2,2 miljoen in 2021 (2020: 3,8 miljoen euro) dankzij de onder de herziene richtlijn betaaldiensten (Payment Service Directive 2, hierna PSD2) verplichte invoering van sterke klantauthenticatie bij online kaartbetalingen. In 2021 was het aantal valse eurobiljetten dat in Nederland uit de circulatie werd gehaald (26.100 stuks) ongeveer hetzelfde als in 2020. Het vertrouwen in het betalingsverkeer bleef ook in 2021 op peil.

Het aantal plofkraken daalde in Nederland verder tot 20 stuks in 2021 (2020: 42, 2019: 95). Dat lijkt het resultaat van een combinatie van eerder ingezette maatregelen. In januari 2021 werden alle circa 500 nog werkende sealbagautomaten tijdelijk gesloten op advies van de politie. Na invoering van een structurele oplossing konden de sealbagautomaten stapsgewijs heropend worden; van 40 stuks eind januari 2021, naar 250 stuks in maart en 460 stuks eind 2021.

Evaluatie PSD2 en open finance

De in ons land nog relatief bescheiden markteffecten van de PSD2-invoering zijn inmiddels zichtbaar. Eind 2021 beschikten 26 niet-bancaire aanbieders van deze diensten over een vergunning van DNB (eind 2020: 20 stuks). In 2021 heeft SEO economisch onderzoek in opdracht van het Ministerie van Financiën een evaluatie uitgevoerd. Het onderzoeksrapport heb ik op 20 juni 2022 aan uw Kamer aangeboden. Op EU-niveau is de Europese Commissie dit jaar ook gestart met het evalueren van PSD2. Verder heeft de Commissie aangekondigd in de loop van 2023 met voorstellen voor een breder regelgevend kader voor open finance te komen, waarbij ook andere financiële gegevens dan betaalgegevens makkelijker gedeeld kunnen worden. Zoals ik in voornoemde brief schreef zal ik de Europese Commissie informeren over de uitkomsten van deze nationale evaluatie. Bovendien neem ik de uitkomsten van de nationale PSD2-evaluatie mee in de Nederlandse standpuntbepaling voor nieuwe voorstellen van de Europese Commissie, zowel ten aanzien van een eventuele herziening van PSD2, als in de voorstellen voor een breder open finance-voorstel.

Instant payments

In september 2020 publiceerde de Europese Commissie haar «Retail Payments Strategy». Deze strategie beoogt het bevorderen van het Europese retailbetalingsverkeer door, onder andere, instant payments aan te jagen. In Nederland vinden de meeste overboekingen al via instant payments plaats, maar in andere EU-landen is dit nog niet het geval of wordt dit als (betaalde) premiumdienst aangeboden.

De Europese Commissie heeft aangekondigd eind 2022 een wetgevend voorstel uit te brengen om het aanbieden van instant payments verplicht te maken voor banken die ook reguliere Europese overschrijvingen als dienst aanbieden. Verwacht wordt dat de Commissie daarin ook maatregelen neemt om de in haar ogen (te) hoge premiumtarieven die banken in veel lidstaten voor instant payments rekenen, te adresseren. Het kabinet staat positief tegenover het initiatief van de Commissie om de toepassing van instant payments in Europa te bevorderen. De Nederlandse inzet zal te zijner tijd in een BNC-fiche aan uw Kamer worden voorgelegd.

Tot slot

De MOB-jaarrapportage beslaat nog een aantal andere onderwerpen, zoals de acceptatie van internationale debitcards, het «European Payments Initiative» en IBAN-discriminatie. De MOB-jaarrapportage 2021 geeft een goed beeld van de huidige stand van zaken van het betalingsverkeer in Nederland, ook in relatie tot de Europese ontwikkelingen daarin. Als waarnemer bij het MOB blijf ik actief betrokken bij de resultaten en de voortgang van het MOB.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag


X Noot
1

O.a. Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en Raad Nederlandse Detailhandel (RND), Nationale Winkelraad, MKB-Nederland, Thuiswinkel.org, Oogvereniging, Ieder(in), ouderenorganisaties ANBO en KBO-PCOB, Koepel Gepensioneerden en NOOM, Consumentenbond, Betaalvereniging Nederland, Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en De Nederlandsche Bank (DNB). Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie van Financiën zijn waarnemend lid.

X Noot
2

Kamerstuk 32 545, nr. 164.

X Noot
3

DNB, «Convenant Contant Geld – Versie 1.0», 7 april 2022.

Naar boven