Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juni 2014
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens op 15 februari 2000 (Kamerstuk 26 228)(Handelingen II, 1999/00, 26 228, nr. 49, blz. 3608), is toegezegd de Tweede Kamer te informeren over de kwaliteitsverbetering
zoals beoogd met de invoering van de GBA-audit. Met deze brief wordt u geïnformeerd
over de resultaten die de auditcyclus sinds 1999 heeft laten zien.
De GBA-audit is in 2013 voor de laatste keer bij gemeenten uitgevoerd. Dit betrof
de vierde cyclus, die van 1 juli 2010 tot 1 juli 2013 heeft plaatsgevonden. De GBA-audit
besloeg drie terreinen, een inhoudelijk, procesmatig en privacy deel. Uit de resultaten
van de vierde ronde in vergelijking met die van de vorige rondes blijkt dat in de
loop van de vier rondes de inhoudelijke juistheid van de gegevens die zijn opgenomen
in de GBA aanzienlijk zijn verbeterd en gemeenten de processen rondom de opslag van
gegevens en de privacy-technische voorzieningen beter op orde hebben gebracht. Een
meer gedetailleerd overzicht van de resultaten van de GBA-audit 4e cyclus is opgenomen in Bijlage I1 bij deze brief. De resultaten van de GBA-audit 4e cyclus geven geen aanleiding tot het nemen van maatregelen.
Met de inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen (BRP) op 6 januari 2014
is de GBA-audit vervangen door een jaarlijkse zelfevaluatie die door gemeenten zal
worden uitgevoerd. Door de komst van deze zelfevaluatie is op 1 juli 2013 geen nieuwe
GBA-audit meer gestart. In 2014 wordt deze zelfevaluatie voor het eerst door gemeenten
uitgevoerd. Over dit nieuwe instrument dat gemeenten ondersteunt bij het uitvoeren
van de kwaliteitszorg ten aanzien van de gegevens en processen rond de basisregistratie
personen bent u reeds eerder geïnformeerd.
De opzet van dit nieuwe instrument stimuleert gemeenten om voortdurend aandacht te
besteden aan de kwaliteit van gegevens en processen van de basisregistratie personen.
De zelfevaluatie bestaat uit de volgende onderdelen:
-
• De toetsing van de inhoudelijke juistheid van de gegevens die zijn opgenomen in de
BRP, met behulp van een onderdeel van het zelfevaluatie-instrument: de geautomatiseerde
administratieve controles op de BRP.
-
• De zelftoetsing van de processen rondom de opslag van gegevens (evenals de toetsing
van de privacy-technische voorzieningen), met behulp een onderdeel van het zelfevaluatie-instrument
(vragenlijst).
Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) blijft de toezichthouder op de uitvoering
van de wettelijke bepalingen als het gaat om bescherming van de persoonlijke levenssfeer,
waarbij een sanctie tot de mogelijkheden behoort. Het college van BenW zal jaarlijks
uiterlijk 31 oktober het CBP en mij informeren over de resultaten van de uitgevoerde
zelfevaluatie.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk