27 859
Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA)

nr. 30
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2009

In het Algemeen overleg van 26 november 2009 heeft het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretaris van Financiën gevraagd of het verantwoord is om de GBA per 1 januari 2010 als authentieke registratie te gaan gebruiken voor toeslagen. De heer Omtzigt refereerde daarbij aan de mededeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties dat 3% van de gemeenten voldoet aan de kwaliteitseisen. Op verzoek van de staatssecretaris van Financiën kan ik u het volgende antwoord geven.

De wettelijke verplichting tot invoering van de GBA als basisregistratie maakt dat alle gemeenten en GBA-gebruikers bij de uitvoering van hun publieke taken gebruik maken van actuele persoonsgegevens en dus niet langer terugvallen op een eigen bronbestand. Het verplichte gebruik van actuele GBA-gegevens in combinatie met de verplichte terugmelding zal in de komende periode leiden tot een gewenste kwaliteitsverbetering. De invoering van de GBA als basisregistratie is één van de maatregelen zoals de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties deze in het Actieplan Kwaliteit GBA van 11 juni 2008 heeft gepresenteerd. Andere maatregelen zijn bijvoorbeeld het programma modernisering GBA en de circulaire woonfraude.

In haar brief van 10 november 2009 (Kamerstuk 27 859, nr. 28) heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uw Kamer geïnformeerd over de actuele stand van zaken over de GBA. Hierin heeft zij aangegeven dat per 1 januari 2010 ongeveer 55% van de gemeenten verwacht de GBA als basisregistratie ingevoerd te hebben. Hierbij geldt dat de G4-gemeenten gereed zijn of bezig de laatste stap te zetten. Hoewel sprake is van een duidelijke verbetering van de cijfers in vergelijking met een peiling uit oktober 2008, heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 1 oktober 2009 – naast de reeds lopende activiteiten – een pakket van aanvullende maatregelen gepresenteerd om de gewenste versnelling aan te brengen in de invoering. Dit pakket aanvullende maatregelen omvat drie zaken, te weten de inzet van ambassadeurs, ondersteuning en voorlichting door adviseurs en een landelijk congres. In bedoelde brief is hier uitgebreid op ingegaan. Overigens zegt de invoering van de GBA als basisregistratie iets over het verplichte gebruik (en de verplichte terugmelding) van persoonsgegevens, maar daarmee is niet gezegd dat in die gevallen dat een gemeente de GBA nog niet heeft ingevoerd de GBA op dit moment per definitie niet betrouwbaar zou zijn.

Daar waar het gaat om de kwaliteit van de GBA in relatie tot het toeslagenproces wil ik het volgende opmerken, In de voortgangsrapportage van 9 juni 2009 over het actieplan Kwaliteit GBA heeft de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de staatssecretaris van Financiën, het volgende gezegd: «Toch is het van belang te onderstrepen dat de gegevens in de GBA bepalend zijn, maar afnemers van deze gegevens onder omstandigheden tot de conclusie moeten komen dat één of meerdere gegevens niet juist zijn. Dit zal leiden tot een terugmelding, maar belangrijker nog tot de conclusie dat voor het recht op een toeslag, uitkering of anderszins de afnemer tot een eigen afweging komt. Dit uitgangspunt is bevestigd in vaste jurisprudentie (zie bijvoorbeeld UN: AZ9532, Raad van State, 200605763/1). Uiteraard laat een en ander onverlet dat het wenselijk is dat gegevens in de regel juist zijn om te kunnen komen tot een effectieve uitvoering van overheidstaken.»

Deze constatering geeft de Belastingdienst de vrijheid om in zijn beslissing toch af te wijken van de GBA. Evenwel moet de Belastingdienst de constatering wel terugmelden aan de GBA. De werkwijze van de Belastingdienst in 2010, zo heeft de Staatssecretaris van Financiën mij laten weten, ligt in deze lijn.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Naar boven