nr. 81
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 februari 2010
In vervolg op mijn brieven van 17 december 2009 en 25 januari
20101 informeer ik u over de stand van zaken met
betrekking tot de vondst van de Oost-Aziatische boktor in Boskoop en het resultaat
van de in dit gebied uitgevoerde inspecties. Tevens informeer ik u in deze
brief over de stand van zaken en de mogelijkheden van het onderzoek naar bestrijding
van deze boktor via staminjectie, zoals toegezegd in het overleg over de Oost-Aziatische
boktor met de VC Landbouw op 28 januari 2010.
Inspectiebevindingen
Naar aanleiding van de vondst van de Oost-Aziatische boktor in een singelbeplanting
op een kwekerij in het boomkwekerijgebied Boskoop is besloten om, ter uitroeiing
van deze boktor, in een straal van 100 meter rond de besmetting alle loofbomen
en struiken te verwijderen en nader te inspecteren en daarnaast in een straal
van 200 meter rond de vondst intensieve inspecties uit te voeren.
Deze maatregelen treffen particuliere tuinen, gemeentelijke beplanting
en enkele kwekerijen. Ik kan u berichten dat de ruimingswerkzaamheden van
de planten in het 100 meter-gebied inmiddels zijn afgerond. Ook de intensieve
inspecties in de 200 meter-zone zijn afgerond, met uitzondering van een klein
stukje houtwal dat vanwege het zachte ijs nog niet geïnspecteerd kon
worden. Bij deze inspecties zijn geen van aanwezigheid van de Oost-Aziatische
boktor gevonden.
Zoals aangegeven in mijn brief van 25 januari is er met ingang van
26 januari een bufferzone met een straal van 2 km rond de vondst ingesteld.
Voor bedrijven in deze bufferzone geldt een plantenpaspoortplicht voor 17
in EU-beschikking 2008/840 genoemde aangewezen planten. Om in aanmerking te
kunnen komen voor een plantenpaspoort of een fytosanitair exportcertificaat
is met de Europese Commissie overeengekomen dat er bij deze bedrijven eerst
een inspectie moest plaatsvinden op aanwezigheid van de boktor.
Totdat de bedrijfsinspectie had plaatsgevonden, mochten van deze bedrijven
geen planten in het verkeer worden gebracht. Op 27 januari is een informatiebijeenkomst
gehouden over deze aanvullende maatregelen voor de circa 500 in de bufferzone
gelegen bedrijven. De bedrijfsinspecties zijn op 28 januari van start
gegaan. Om met de start van het handelsseizoen de nadelige gevolgen van deze
maatregelen voor de bedrijven zoveel mogelijk te beperken, heb ik mij ingespannen
om deze bedrijfsinspecties zo snel als mogelijk uit te voeren en de daarvoor
benodigde extra capaciteit van de keuringsdiensten ingezet. Dit, en het feit
dat bij nadere inventarisatie het aantal te inspecteren bedrijven met waardplanten
lager uitviel dan eerder ingeschat, heeft ertoe geleid dat de bedrijfsinspecties
in de bufferzone sneller dan verwacht en met succes zijn afgerond.
Tijdens deze bedrijfsinspecties is één uitvlieggat aangetroffen
in een partij Acers die via een bedrijf in Italië is geïmporteerd
uit Japan. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat het uitvlieggat uit 2009 dateert.
De PD heeft niet onomstotelijk kunnen vaststellen dat het gaat om een uitvlieggat
van de Oost-Aziatische boktor. De betreffende partij is wel vernietigd. Dit
betekent dat alle bedrijven in de bufferzone inmiddels weer vrij zijn om te
handelen. Conform genoemde EU-beschikking blijft de bufferzone voorlopig in
stand. Bij de bedrijven in de bufferzone die een of meer van de 17 waardplanten
verhandelen, moeten de bedrijfsinspecties tweemaal per jaar worden uitgevoerd.
FVO-missie
Van 9 t/m 11 februari jl. heeft het Inspectoraat van de Europese
Commissie (FVO) een inspectiebezoek gebracht aan het boomkwekerijgebied Boskoop.
Tijdens dit bezoek heeft de FVO de in Boskoop getroffen maatregelen ter bestrijding
van de boktor beoordeeld en de situatie rond dit organisme in Nederland als
geheel bezien.
De FVO-missie sprak daarbij waardering uit voor het vele werk en de grote
inzet die geleverd is bij de uitvoering van de maatregelen in Boskoop.
De voorlopige bevindingen van de missie wijzen uit dat het omgaan met
vondsten van uitvlieggaten van de boktor in geïmporteerde partijen op
bedrijven een punt van discussie in Europa is. De inspectiebevindingen van
de FVO zullen worden gepresenteerd in het Permanent Fytosanitair Comité
op 25 en 26 februari a.s.
Staminjectie ter bestrijding van de boktor
Ten aanzien van onderzoek naar bestrijding van de Oost-Aziatische boktor
via staminjectie, kan ik u het volgende melden. Literatuuronderzoek in 2005–2006
door het Praktijkonderzoek Plant en Omgeving alsmede veldonderzoek en praktijkervaring
in de VS bij een verwante boktorsoort wijzen uit dat staminjectie aantasting
van bomen door de Oost-Aziatische boktor mogelijk kan voorkomen, maar dat
eventueel in de stam en wortels aanwezige larven op deze wijze niet, of onvoldoende
worden bestreden.
Staminjectie is daarmee niet geschikt om een bestaande aantasting met
deze boktor effectief te bestrijden. Om het organisme uit te roeien, zal ruimen
van aangetaste/verdachte bomen noodzakelijk blijven. Op grond van bovenstaande
zie ik weinig perspectief voor verder onderzoek naar staminjectie ter bestrijding
van de boktor.
Navraag bij het bedrijfsleven heeft geleerd dat er momenteel geen onderzoek
plaatsvindt naar staminjectie met het middel Admire. Voor zover mij bekend,
vindt er momenteel in Nederland evenmin onderzoek plaats naar staminjectie
met andere middelen die effectief zijn tegen de Oost-Aziatische boktor of
andere boktorsoorten.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg