Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 november 2025
De vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur heeft een brief
ontvangen van J. v. H. te E. d.d. 6 augustus 2025 over «Reactie m.b.t. bestrijdingsmiddelen».
In de procedurevergadering van 11 september 2025 heeft de commissie verzocht een reactie
te ontvangen op deze brief. Hierbij stuur ik u deze reactie.
Ik neem de zorgen uit de brief uiterst serieus. Iedereen in Nederland moet kunnen
rekenen op een gezonde en veilige leefomgeving. De bescherming van kwetsbare groepen,
zoals ouderen, kinderen en mensen met een verminderde weerstand, staat voor mij centraal.
Telers gebruiken gewasbeschermingsmiddelen om plagen en ziekten te bestrijden en zo
hun oogst te beschermen. Het is daarbij belangrijk om middelen goed te toetsen op
eventuele negatieve effecten voor mens, dier en milieu. Hier bestaat zowel Europees
als nationaal zeer strenge regelgeving voor. In de praktijk betekent dit dat een middel
niet op de markt mag komen (en niet mag worden gebruikt) als wetenschappelijk is aangetoond
dat er risico’s zijn voor mens, dier en milieu. Ook wanneer er nieuwe wetenschappelijke
informatie beschikbaar komt (bijvoorbeeld over PFAS) wordt Europees en nationaal opnieuw
goed naar deze risico’s gekeken. Mocht het duidelijk zijn dat er risico’s zijn wanneer
middelen worden gebruikt, dan mogen deze ook niet meer worden toegepast. Er worden
strenge veiligheidsmarges toegepast, waarin rekening wordt gehouden met kwetsbare
groepen, zoals kinderen, ouderen en mensen met gezondheidsproblemen.
Als er bestrijdingsmiddelen worden gebruikt op groente of fruit, kunnen er resten
(residuen) op achterblijven. Om ervoor te zorgen dat dit eten geen gezondheidsrisico’s
veroorzaakt, stelt Europa regels op voor de maximale hoeveelheid die is toegestaan.
Deze grens heet de maximale residulimiet (MRL)1. Die wordt vastgesteld op basis van wetenschappelijk onderzoek, met extra aandacht
voor kwetsbare groepen zoals kinderen en ouderen.
Er is een krantenartikel van het Algemeen Dagblad (AD) meegestuurd, hierin wordt beschreven
dat vier ministeries het imago van bestrijdingsmiddelen willen verbeteren. Dit betreft
een communicatieproject over de wijze waarop de overheid op een open en eerlijke manier
communiceert over het nut en de risico’s van bestrijdingsmiddelen. Het doel van mijn
beleid is om minder afhankelijk te worden van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen,
en het verbeteren van het imago van gewasbeschermingsmiddelen is hier geen onderdeel
van.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma