Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 mei 2022
Hierbij wordt de rapportage «Landelijk beeld resistentie tegen rodenticiden bij bruine
ratten en huismuizen» aangeboden van Stichting Kennis- en Adviescentrum Dierplagen
(KAD) en Wageningen University & Research (WUR)1.
In 2021 heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat opdracht gegeven voor
dit onderzoek. Een vergelijkbaar onderzoek is uitgevoerd in 2012 door het KAD en de
Wageningen University & Research in opdracht van het toenmalige Ministerie van Infrastructuur
en Milieu. Dat onderzoek was alleen gericht op de bruine rat.
Rodenticiden zijn chemische bestrijdingsmiddelen tegen ratten en muizen. In dit rapport
gaat het over rodenticiden op basis van anticoagulantia, de belangrijkste groep rodenticiden
die wordt gebruikt. Knaagdieren kunnen resistent worden tegen deze middelen, waardoor
de middelen minder effectief zijn en het milieu extra kan worden belast met deze milieuschadelijke
stoffen. Doel van het onderzoek was om een goed beeld te krijgen van de mate waarin
resistentie optreedt.
Uit het onderzoek blijkt dat bij 38% van de onderzochte huismuizen resistentie wordt
waargenomen. Dat is een zorgwekkende constatering die een beleid gericht op een zo
minimaal mogelijk en deskundig gebruik van middelen onderstreept. Bestrijding van
huismuizen vindt onder andere door particulieren plaats. Uit een peiling blijkt dat,
naast niet chemische middelen zoals muizenvallen, rodenticiden nog veel door consumenten
worden gebruikt2.
Voor de bruine rat blijkt uit het onderzoek dat bij 17% van de onderzochte dieren
resistentie wordt waargenomen. In het onderzoek uit 2012 was dit 25%. De resistentie
werd voor een groot deel gevonden in regio’s waar eerder ook resistentie werd aangetroffen,
al blijkt uit het huidige onderzoek dat resistentie in meer regio’s van Nederland
is waargenomen dan in 2012. Hoewel in de studie van 2012 de aantallen onderzochte
dieren beperkt waren en de bemonstering geografisch gezien minder gebalanceerd was,
geven de onderzoekers aan dat de vergelijking van resultaten wellicht een trend laat
zien van verminderde rodenticiden-resistentie bij bruine ratten. De resultaten in
de bruine ratten ondersteunen het belang van het toepassen van Integrated Pest Management (IPM). In deze aanpak staan monitoring, preventie en inzet van niet-chemische middelen
voorop.
Zoals eerder aangekondigd3, vindt vanaf 1 januari 2023 een aanscherping plaats van de voorschriften voor gebruik
van rodenticiden op basis van anticoagulantia. Deze houdt in dat middelen alleen door
opgeleide professionele gebruikers mogen worden toegepast volgens de IPM voorschriften.
Bedrijven moeten daarvoor gecertificeerd zijn. Nu gelden die voorschriften alleen
voor buitengebruik en alleen voor ratten. Straks gelden de voorschriften ook voor
muizen en zowel voor buiten als binnen. Het gebruik van anticoagulantia door particulieren
zal dan komen te vervallen.
Medio dit jaar zal in een Kamerbrief uitgebreider worden ingegaan op het beleid met
betrekking tot knaagdierbeheersing en IPM.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen