27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 565 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 mei 2022

Hierbij wordt de rapportage «Landelijk beeld resistentie tegen rodenticiden bij bruine ratten en huismuizen» aangeboden van Stichting Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) en Wageningen University & Research (WUR)1.

In 2021 heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat opdracht gegeven voor dit onderzoek. Een vergelijkbaar onderzoek is uitgevoerd in 2012 door het KAD en de Wageningen University & Research in opdracht van het toenmalige Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Dat onderzoek was alleen gericht op de bruine rat.

Rodenticiden zijn chemische bestrijdingsmiddelen tegen ratten en muizen. In dit rapport gaat het over rodenticiden op basis van anticoagulantia, de belangrijkste groep rodenticiden die wordt gebruikt. Knaagdieren kunnen resistent worden tegen deze middelen, waardoor de middelen minder effectief zijn en het milieu extra kan worden belast met deze milieuschadelijke stoffen. Doel van het onderzoek was om een goed beeld te krijgen van de mate waarin resistentie optreedt.

Uit het onderzoek blijkt dat bij 38% van de onderzochte huismuizen resistentie wordt waargenomen. Dat is een zorgwekkende constatering die een beleid gericht op een zo minimaal mogelijk en deskundig gebruik van middelen onderstreept. Bestrijding van huismuizen vindt onder andere door particulieren plaats. Uit een peiling blijkt dat, naast niet chemische middelen zoals muizenvallen, rodenticiden nog veel door consumenten worden gebruikt2.

Voor de bruine rat blijkt uit het onderzoek dat bij 17% van de onderzochte dieren resistentie wordt waargenomen. In het onderzoek uit 2012 was dit 25%. De resistentie werd voor een groot deel gevonden in regio’s waar eerder ook resistentie werd aangetroffen, al blijkt uit het huidige onderzoek dat resistentie in meer regio’s van Nederland is waargenomen dan in 2012. Hoewel in de studie van 2012 de aantallen onderzochte dieren beperkt waren en de bemonstering geografisch gezien minder gebalanceerd was, geven de onderzoekers aan dat de vergelijking van resultaten wellicht een trend laat zien van verminderde rodenticiden-resistentie bij bruine ratten. De resultaten in de bruine ratten ondersteunen het belang van het toepassen van Integrated Pest Management (IPM). In deze aanpak staan monitoring, preventie en inzet van niet-chemische middelen voorop.

Zoals eerder aangekondigd3, vindt vanaf 1 januari 2023 een aanscherping plaats van de voorschriften voor gebruik van rodenticiden op basis van anticoagulantia. Deze houdt in dat middelen alleen door opgeleide professionele gebruikers mogen worden toegepast volgens de IPM voorschriften. Bedrijven moeten daarvoor gecertificeerd zijn. Nu gelden die voorschriften alleen voor buitengebruik en alleen voor ratten. Straks gelden de voorschriften ook voor muizen en zowel voor buiten als binnen. Het gebruik van anticoagulantia door particulieren zal dan komen te vervallen.

Medio dit jaar zal in een Kamerbrief uitgebreider worden ingegaan op het beleid met betrekking tot knaagdierbeheersing en IPM.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 433.

Naar boven