27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 280 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2014

Bij brief van 9 oktober jl. verzoekt de vaste commissie van Economische Zaken mij om een kabinetsreactie op een artikel inzake werkgerelateerde longziekte COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) bij boeren en kwekers als gevolg van het gebruik van pesticiden. Het artikel is geplaatst in de Telegraaf van 19 september 2014, en maakt melding van een promotieonderzoek van het Universitair Medisch Centrum Groningen. In het promotieonderzoek wordt onder andere een verband gelegd tussen de blootstelling aan gewasbeschermings-middelen en het ontwikkelen van COPD.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft samen met het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) het onderzoek op mijn verzoek bestudeerd en geeft aan dat het door de aard van het onderzoek lastig is harde conclusies te trekken. In het onderzoek is de blootstelling niet direct gemeten, maar is er gebruik gemaakt van studies met een groot aantal individuen waarbij de blootstelling is ingeschat aan de hand van het beroep van de deelnemers. Op basis van het promotieonderzoek kan een oorzakelijk verband tussen de blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen en het ontwikkelen van COPD niet worden vastgesteld.

Het onderzoek vertoont overeenkomsten met eerdere onderzoeken waarbij een verband wordt onderzocht tussen de blootstelling aan gewasbeschermings-middelen en het ontwikkelen van COPD. Bij die onderzoeken is ook gebruik gemaakt van observationele studies met een groot aantal individuen. Sommige studies vonden een correlatie, andere niet.

Daarnaast is het promotieonderzoek gebaseerd op oude gegevens. De blootstellingsgegevens zijn uit 1990, die over de verandering in de longfunctie zijn uit de periode 1965 – 1990. Sinds die tijd zijn de toedieningsmethoden van gewasbeschermingsmiddelen sterk veranderd en de toelatingseisen aangescherpt. Het RIVM en het Ctgb kunnen niet uitsluiten dat de effecten, gezien de lange ontstaanstijd van de aandoening, betrekking hebben op een spectrum van gewasbeschermingsmiddelen en toedieningsmethoden uit het verleden. Dankzij nieuwe wetenschappelijke inzichten en regelgeving zijn de normen binnen het huidige toetsingskader meer beschermend voor gebruikers dan in het verleden.

Bij de beoordeling van werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen is de aanvrager verplicht een groot aantal toxicologische studies aan te leveren. Indien blootstelling van de stof via de luchtwegen mogelijk is wordt een acute inhalatie studie vereist. Bij die studie wordt onder meer gekeken naar ontstekingen aan de luchtwegen, een belangrijke indicator voor COPD. De toxicologische studies vormen een onderdeel van het toetsingskader, de EU data requirements Regulation (EC) 283/2013. Het RIVM en het Ctgb zien geen aanleiding om het toetsingskader aan te passen.

Het kabinet ziet naar aanleiding van dit promotieonderzoek van het Universitair Medisch Centrum Groningen daarom geen reden om het toetsingskader voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen aan te passen, omdat de risico’s bij de toelatingsbeoordeling voldoende worden afgedekt.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven