27 848
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, gericht op vermindering en vereenvoudiging van regelgeving en op verdere zelfregulering in het hoger onderwijs

nr. 8
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2004

Het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, gericht op vermindering en vereenvoudiging van regelgeving en op verdere zelfregulering in het hoger onderwijs (27 848), nader te noemen wetsvoorstel Deregulering hoger onderwijs, is op 5 juli 2001 bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel geeft blijkens de memorie van toelichting uitvoering aan het streven de zelfregulering in het hoger onderwijs verder te versterken en de bestaande regelgeving waar mogelijk uit te dunnen, te vereenvoudigen en te verhelderen.

Met betrekking tot het wetsvoorstel is op 9 oktober 2001 door de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van de Kamer een verslag uitgebracht, waarna de toenmalige Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen op 22 november 2001 de nota naar aanleiding van het verslag aan de Tweede Kamer heeft aangeboden. Het wetsvoorstel is in de aanloop naar de verkiezingen van mei 2002 en januari 2003 door de Tweede Kamer controversieel verklaard.

In het Actieplan HOOP 2004 (bijlage bij het ontwerp voor het Hoger onderwijs- en onderzoekplan 2004) welk ontwerp ik bij brief van 23 januari 2004 aan de Tweede Kamer heb aangeboden, is aangegeven dat tegen de achtergrond van de totstandkoming van een nieuwe wet voor het hoger onderwijs binnenkort een standpunt zal worden bepaald over de voortgang van het wetsvoorstel Deregulering hoger onderwijs. Deze brief strekt ter uitwerking hiervan.

Het wetsvoorstel Deregulering hoger onderwijs omvat thans:

a. een aantal los van elkaar staande beleidsinhoudelijke voorstellen over een aantal onderdelen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW),

b. de sanering en herstructurering van het invoerings- en overgangsrecht van de oorspronkelijke WHW, en

c. een nieuwe aanpak voor de (tijdelijke) invoerings- en overgangsbepalingen van de wijzigingswetten van de WHW.

Sinds de indiening van het wetsvoorstel Deregulering hoger onderwijs is er geruime tijd verstreken. In die periode zijn er enkele wetten tot wijziging van de WHW totstandgekomen die reeds voorzien in regeling van bepaalde beleidsinhoudelijke onderdelen uit het wetsvoorstel. Voorts zijn over andere beleidsinhoudelijke voorstellen uit het wetsvoorstel in het ontwerp voor het Hoger onderwijs- en onderzoekplan 2004 nieuwe beleidsinzichten geformuleerd. Ten slotte zou als gevolg van de inmiddels tot stand gekomen wetgeving het wetsvoorstel in technisch opzicht ook aanzienlijk moeten worden bewerkt.

Gelet op het bovenstaande ben ik voornemens, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, een nota van wijziging met betrekking tot het wetsvoorstel Deregulering hoger onderwijs uit te brengen die er toe strekt het wetsvoorstel zodanig aan te passen dat daaruit alle onderdelen met een beleidsinhoudelijk karakter (de hierboven onder a bedoelde voorstellen) zullen worden geschrapt. De hierboven onder b en c genoemde onderdelen van het wetsvoorstel blijven evenwel gehandhaafd, met dien verstande dat een aantal onderdelen nog dient te worden geactualiseerd. Voor de noodzaak van de hercodificatie van het invoerings- en overgangsrecht van de WHW moge ik verwijzen naar paragraaf 1 van hooofdstuk III van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Deregulering hoger onderwijs (kamerstukken II 2000–2001, 27 848, nr. 3, blz. 19 en 20). Deze passage is naar mijn mening nog onverkort van kracht.

Ten slotte merk ik op er naar te streven de nota van wijziging voor de aanvang van het zomerreces bij de Tweede Kamer in te dienen. Ik verzoek u de verdere behandeling van het wetsvoorstel in elk geval tot dat tijdstip aan te houden.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. D. S. M. Nijs

BIJLAGE

Overzicht van beleidsinhoudelijke onderdelen uit het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, gericht op vermindering en vereenvoudiging van regelgeving en op verdere zelfregulering in het hoger onderwijs (27 848)

onderwerp (plaats in wetsvoorstel)overwegingconclusie
a. richtlijn ethische commissie (artikel I, onderdeel B / artikel 1.7)het onderwerp leende zich voor deregulering; gezien de gang van zaken omtrent dit wetsvoorstel (verstrijken van de tijd) is het geen bezwaar dit onderwerp in een ander wetsvoorstel mee te nemenvervalt uit wetsvoorstel
   
b. instellingsplan één keer per 4 jaar (artikel I, onderdeel K / artikel 2.2)wordt in samenhang met het HOOP 2004 bezien vervalt uit wetsvoorstel
   
c. bijzondere berekeningswijze rijksbijdrage (artikel I, onderdelen L en M / artikelen 2.5 en 2.6) is inmiddels geregeld (wet van 6.7 2000, Stb. 304)vervalt uit wetsvoorstel
   
d. rijksbijdrage aan kerkgenootschappen (artikel I, onderdeel U / artikelen 2.21 en 2.22)wordt verplaatst naar hoofdstuk 16blijft in wetsvoorstel
   
e. personeelsbeleid, arbeidsvoorwaarden en benoembaarheidsvereisten (artikel I, onderdelen X, Z en AA / artikelen 4.2, 4.5 en 4.8)schrappen van de bepaling is in lijn met de decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden; dit onderwerp wordt in een ander wetsvoorstel meegenomen vervalt uit wetsvoorstel
   
f. dynamisering en flexibilisering van het CROHO (artikel I, onderdelen DD t/m OO en NNNN / artikelen 6.4 t/m 6.15is inmiddels geregeld (in o.m. de wet van 30.1 2003, Stb. 70)vervalt uit wetsvoorstel
   
g. sanering bepaling over CROHO (artikel I, onderdeel LL / artikel 6.13)er komt een notitie over de huidige indeling van het CROHO en de vraag of het CROHO uitputtend in de wet moet worden geregeld en de mogelijkheid van het overdragen van taken aan de IBGvervalt uit wetsvoorstel
   
h. sanering bepaling over universitaire lerarenopleidingen (artikel I, onderdeel SS / artikel 7.5)is inmiddels geregeld (wet van 6.6 2002, Stb. 303)vervalt uit wetsvoorstel
   
i. overgangsrecht studieadvies propedeutische fase (artikel I, onderdeel UU / artikel 7.8b)wordt verplaatst naar hoofdstuk 16blijft in wetsvoorstel
   
j. overgangsbepaling getuigschriften en titulatuur (artikel I, onderdelen WW, BBB en CCC / artikelen 7.11, 7.20 en 7.22)wordt verplaatst naar hoofdstuk 16blijft in wetsvoorstel
   
k. overgangsbepaling nevenvestiging (artikel I, onderdeel ZZ / artikel 7.17)is opgenomen in het wetsvoorstel Vestigingsplaats opleiding (29 244)vervalt uit wetsvoorstel
   
l. doctoraten Institute of Social Studies (artikel I, onderdeel AAA / artikel 7.18a)wordt verplaatst naar hoofdstuk 16blijft in wetsvoorstel
   
m. toelating vervolgopleidingen (artikel I, onderdeel DDD / artikel 7.31)is inmiddels geregeld (wet van 6.6 2002, Stb. 303)vervalt uit wetsvoorstel
   
n. beëindiging inschrijving (artikel I, onderdeel FFF / artikel 7.42)deze materie leent zich als gevolg van de complexiteit daarvan minder voor dit wetsvoorstel en wordt in een ander wetsvoorstel meegenomen; voorkeur voor regeling per instelling en overleg met de medezeggenschapsorganenvervalt uit wetsvoorstel
   
o. teruggave collegegeld(artikel I, onderdelen GGG, HHH, YYY en FFFF / artikelen 7.48, 7.49, 9.33 en 10.20)idemvervalt uit wetsvoorstel
   
p. overgangsbepaling selectie (artikel I, onderdeel LLL / artikel 7.57f)wordt verplaatst naar hoofdstuk 16blijft in wetsvoorstel
   
q. samenwerking instellingen (artikel I, onderdelen RRR en SSS /artikelen 8.1 en 8.2)wordt betrokken bij het voorstel voor de Wet op het hoger onderwijs (hoofdstuk samenwerking)vervalt uit wetsvoorstel
   
r. wijziging regeling interuniversitaire onderzoekinstituten en -scholen (artikel I, onderdeel VVV / artikel 9.23)idemvervalt uit wetsvoorstel
   
s. frequentie keuze uit medezeggenschapsstelsels (artikel I, onderdeel WWW / artikel 9.30)wordt bezien bij de evaluatie van de medezeggenschaps-bepalingenvervalt uit wetsvoorstel
   
t. afschaffing verbod personele unie (artikel I, onderdelen BBBB / artikel 10.2)wordt betrokken bij het voorstel voor de Wet op het hoger onderwijs (hoofdstuk samenwerking)vervalt uit wetsvoorstel
   
u. omvang aantal leden raad van bestuur academisch ziekenhuis (artikel I, onderdeel JJJJ / artikel 12.4)de regeling van dit onderwerp heeft geen urgentie; het wordt in een ander wetsvoorstel meegenomenvervalt uit wetsvoorstel
   
v. schrappen bepaling inzake intreden gevolgen van toekenning van rechten na beroep (artikel I, onderdeel OOOO / artikel 14.2)wordt betrokken bij het voorstel voor de Wet op het hoger onderwijsvervalt uit wetsvoorstel
   
w. invoerings- en overgangsrecht (artikel I, onderdeel QQQQ / hoofdstuk 16sanering van hoofdstuk 16blijft in wetsvoorstel
   
x. nieuw hoofdstuk 17 (artikel I, onderdeel RRRR / hoofdstuk 17)overgenomen uit overgang- en invoeringsbepalingen van de wijzigingswetten van de WHW blijft in wetsvoorstel
Naar boven