27 845
Wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet en de Waterschapswet in verband met enige technische aanpassingen

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 5 oktober 2001

De vaste commissie voor Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het wetsvoorstel dat strekt tot correctie van een aantal onvolkomenheden van overwegend technische aard in de toekomstige Gerechtsdeurwaarderswet. Het wetsvoorstel vormt naar de mening van deze leden het geschikte kader om de geconstateerde gebreken te herstellen.

De leden van de fractie van D66 en de leden van de fractie van GroenLinks hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel.

Zoals in de memorie van toelichting staat vermeld, is de samenloop van het klachtrecht en tuchtrecht niet in dit wetsvoorstel opgenomen. Zowel de leden van de fractie van de VVD als van de fractie van D66 vragen de regering aan te geven waarom dit niet is gebeurd, ondanks dat bij de parlementaire behandeling is gevraagd die doublure weg te nemen door de bevoegdheid van de Nationale Ombudsman ten aanzien van gerechtsdeurwaarders uit te sluiten. Is het mogelijk een voorstel hieromtrent alsnog in dit wetsvoorstel te voegen? Zo neen, waarom niet? Kan de regering in dat geval aangeven op welke termijn zij dan wel met voorstellen komt? De leden van de D66-fractie vragen de regering ook aan te geven waarom in het onderhavige voorstel het onderscheid tussen nietige en vernietigbare ambtshandelingen niet is opgenomen. Kan dit alsnog gebeuren en zo neen, waarom niet?

De leden van de D66-fractie vragen de regering waarom in de regeling van tuchtrechtspraak voor gerechtsdeurwaarders nu geen roulatiestelsel voor de Kamer van gerechtsdeurwaarders (KvG) is opgenomen, dat er toe zou bijdragen dat in die Kamer de door de leden vergaarde kennis bewaard blijft1? Is het mogelijk om middels het onderhavige wetsvoorstel een dergelijk roulatiesysteem in te voegen? Zo neen, waarom niet?

De leden van de fractie van GroenLinks spreken hun waardering uit voor de voorgestelde wijzigingen waarin tegemoet wordt gekomen aan Europese regelgeving inzake de toegang van in de Europese Unie geschoolde burgers tot het ambt van deurwaarder. Erkenningen van opleidingen elders in de Europese Unie op het niveau van hoger onderwijs draagt bij aan de vrije uitwisseling van personen in de Unie.

Tevens waarderen de leden van de fractie van GroenLinks de opvatting van de regering dat bij de vaststelling van tarieven rekening zal worden gehouden met de werkelijke kostprijzen. Ook de regeling van het toepasselijke tuchtrecht op kandidaat-gerechtsdeurwaarders heeft de belangstelling van de leden van de GroenLinks-fractie. Zij spreken de hoop uit dat in tuchtzaken automatismen in sanctieoplegging voorkomen worden.

Artikelsgewijze behandeling

In artikel 24 lid 7 van de Gerechtsdeurwaarderswet (Stb. 2001, 70) is enkel het vereiste van voorletters van de gerechtsdeurwaarder opgenomen, terwijl overigens altijd de volledige personalia moeten worden vermeld. De leden van de VVD-fractie vragen dit verzuim te herstellen. Voorts wijzen zij op artikel 28 waarin de eedsformule voor een toegevoegd-kandidaat deurwaarder ontbreekt. Dat lijkt hen onwenselijk en zij vragen dan ook dit verzuim te herstellen.

In artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderwet wordt nu de indruk gewekt dat de Kamer van gerechtsdeurwaarders slechts eindbeslissingen mag nemen, terwijl niets zich er tegen verzet dat de Kamer ook tussenbeslissingen (bijvoorbeeld tot een bewijsopdracht) neemt. De leden van de fractie van D66 willen graag weten of de regering bereid is om artikel 43 in die zin te verduidelijken middels het voorliggende wetsvoorstel? Zo neen, waarom niet?

Artikel 45 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderwet regelt de wraking van leden van de Kamer van gerechtsdeurwaarders. Nu wordt in dit artikel verwezen naar artikel 512 tot en met 524 Wetboek van Strafvordering (Sv). Ten aanzien van artikel 520 tot en met 524 Sv geldt dat deze artikelen zijn vervallen. De regering bedoelt waarschijnlijk dat artikel 512 tot en met 519 Sv van toepassing zijn. De leden van de fractie van D66 vragen of deze veronderstelling waar is en of de regering bereid is het voorliggende voorstel in deze zin aan te passen? Zo neen, waarom niet?

De voorzitter van de commissie,

Swildens-Rozendaal

De griffier voor dit verslag,

Stahlie


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Swildens-Rozendaal (PvdA), voorzitter, Van de Camp (CDA), Biesheuvel (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Zijlstra (PvdA), Apostolou (PvdA), Middel (PvdA), Van Heemst (PvdA), Dittrich (D66), Rabbae (GroenLinks), Van Oven (PvdA), Kamp (VVD), ondervoorzitter, Rouvoet (ChristenUnie), O. P. G. Vos (VVD), Passtoors (VVD), Van Wijmen (CDA), De Wit (SP), Ross-van Dorp (CDA), Niederer (VVD), Nicolaï (VVD), Halsema (GroenLinks), Weekers (VVD), Van der Staaij (SGP), Wijn (CDA), Vacature (PvdA).

Plv. leden: Wagenaar (PvdA), Balkenende (CDA), C. Cörüz (CDA), Van Vliet (D66), Duijkers (PvdA), Kuijper (PvdA), Albayrak (PvdA), Barth (PvdA), Hoekema (D66), Karimi (GroenLinks), Santi (PvdA), Luchtenveld (VVD), Slob (ChristenUnie), Van den Doel (VVD), Rijpstra (VVD), Rietkerk (CDA), Marijnissen (SP), Buijs (CDA), Van Baalen (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), Vacature (GroenLinks), De Vries (VVD), Van Walsem (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Arib (PvdA).

XNoot
1

Vergelijk prof. A.L.G.A. Stille in Executief, 7 augustus 2001.

Naar boven