nr. 13
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 maart 2002
Naar aanleiding van de op 19 maart door de leden Örgü c.s. ingediende
motie met betrekking tot de wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening
in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling, waarin de regering
wordt gevraagd bij benadering aan te geven hoe groot een beroep op de Advies-
en meldpunten kindermishandeling (hierna AMK's), als gevolg van de voorgestelde
wetswijziging, alsmede de daarmee gepaard gaande kosten zullen zijn en de
Kamer daarover nog voor de voorjaarsnota te berichten, deel ik u het volgende
mede.
Zoals ik reeds in het plenair debat heb aangegeven is het niet mogelijk,
om voor de voorjaarsnota een voorspelling te doen over de toename van het
beroep op de AMK's. Mijn verwachting is dat het beroep dat op de AMK's niet
zal toenemen als gevolg van deze wetswijziging. De wetswijziging richt zich
op het schetsen van een duidelijk kader voor het functioneren van de AMK's.
Dit is van groot belang voor de AMK's zelf en betrokken beroepsbeoefenaren/instellingen.
In de praktijk zullen de meeste mensen echter niet op de hoogte zijn van deze
wetswijziging.
Een groter beroep op de AMK's (in ieder geval voor het aantal adviezen)
is wel te verwachten door het uitvoeren van regionale campagnes waarvan de
voorbereiding nu in volle gang is. Doel van deze campagne is immers het vergroten
van de naamsbekendheid van de AMK's.
Met betrekking tot de financiering van de AMK's wil ik het volgende mededelen.
In de quickscan van de normering van de AMK's die onlangs is uitgevoerd is
een mogelijke nieuwe financieringssystematiek voorgesteld waarbij voor de
verschillende producten van het AMK (adviezen, consulten en meldingen) een
verschillende normprijs wordt gehanteerd. Indien de registratie van de verschillende
normproducten uniform en betrouwbaar is zou er voor de AMK's in het toekomstige
stelsel voor de jeugdzorg tot een p x q financiering kunnen worden overgegaan.
Inmiddels is een nieuw registratiesysteem volop in ontwikkeling, dat tevens
heeft geleid tot een verdere uniformering van de producten. Ik verwacht
dat op basis van deze uniforme werkprocessen en de daarop gebaseerde registratie
een definitieve normering vast kan worden gesteld, waarmee mogelijk vanaf 2004
voor dit onderdeel tot een p x q financiering kan worden overgegaan. Tot die
tijd verwacht ik dat de provincies, mede met de oplopende meerjarenmiddelen
en de extra wachtgeld middelen, in staat zullen zijn voldoende financiering
aan de AMK's ter beschikking te stellen.
Naar aanleiding van het bovenstaande wil ik aanname van deze motie ontraden.
Wel wil ik u toezeggen u op de hoogte te houden van verdere activiteiten in
het kader van de financiering van de AMK's in het toekomstige stelsel van
de jeugzorg.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. M. Vliegenthart