27 836
Regels inzake ammoniakemissie uit tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet ammoniak en veehouderij)

nr. 18
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 22 november 2001

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

In de artikelen 4, eerste en tweede lid, 6, eerste en tweede lid, 8 en 10, eerste lid, onder b, tweede lid, onder b, en derde lid, onder a, wordt «500 meter» telkens vervangen door: 250 meter.

Toelichting

Met deze wijziging wordt de breedte van de zones rondom de kwetsbare gebieden beperkt tot 250 meter.

De aanleiding tot deze wijziging is gelegen in de bezwaren die door verschillende fracties tegen de voorgestelde zonering van 500 meter naar voren zijn gebracht. Met name in de reconstructiegebieden wordt een zone van 500 meter te beperkend geacht voor het verplaatsen van intensieve veehouderijen vanuit de extensiveringsgebieden naar nieuwe locaties binnen het reconstructiegebied. Voorts wordt het totale aantal bedrijven, dat met de beperkingen ten gevolge van het oorspronkelijk vastgestelde zoneringsbeleid wordt geconfronteerd, te hoog geacht. Met deze wijziging beogen wij een breed draagvlak voor het wetsvoorstel te verkrijgen.

De thans voorgestelde inperking van de zones vinden wij uit het oogpunt van bescherming van natuur en milieu aanvaardbaar, omdat in veel bestemmingsplannen vestiging en uitbreiding van intensieve veehouderijen reeds aan beperkingen is gebonden. Ook blijft voor de grotere intensieve veehouderijen die onder de werkingssfeer van de IPPC/Mer richtlijnen vallen een individuele omgevingstoets in stand. Indien oprichting of uitbreiding van dergelijke bedrijven buiten de zone van 250 meter tot een belangrijke verontreiniging respectievelijk belangrijke toename van de verontreiniging zou leiden, moet krachtens de richtlijn de vergunning worden geweigerd. Bovendien biedt binnen reconstructiegebieden het instrumentarium van de reconstructie mogelijkheden om via de situering van extensiveringsgebieden waar nodig aanvullende bescherming van de kwetsbare gebieden te realiseren.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L.J. Brinkhorst