27 835
Regels inzake stankemissie van veehouderijen in ontwikkelings- en verwevingsgebieden (Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelings- en verwevingsgebieden)

27 836
Regels inzake ammoniakemissie uit tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet ammoniak en veehouderij)

nr. 18
MOTIE VAN HET LID TER VEER C.S.

Voorgesteld 21 november 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de grazende koe in de groene weide een te koesteren erfgoed is, terwijl daarnaast voor het welzijn van de koe beweiding als positief wordt aangemerkt;

overwegende, dat de NH3-uitstoot uit de melkveehouderij bij weidende koeien lager ligt dan bij koeien op stal;

overwegende, dat door de nieuwe techniek van ureummeting de stofwisseling met betrekking tot de omzetting van voer naar melk gemonitored kan worden op efficiënt stikstofgebruik, hetgeen de ammoniakuitstoot kan verminderen;

overwegende, dat emissiearme stallen in de melkveehouderij een resultaat opleveren dat de daarvoor hoge investering niet rechtvaardigt;

verzoekt de regering bij de AMvB Huisvesting af te zien van de verplichting om bij nieuwbouw van melkveestallen emissiearm te bouwen, indien weidegang wordt toegepast en ureumuitscheiding beneden de norm is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ter Veer

Waalkens

Oplaat

Th. A. M. Meijer

Poppe

Stellingwerf

Van der Vlies

Naar boven