27 835
Regels inzake stankemissie van veehouderijen in ontwikkelings- en verwevingsgebieden (Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelings- en verwevingsgebieden)

27 836
Regels inzake ammoniakemissie uit tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet ammoniak en veehouderij)

nr. 13
MOTIE VAN HET LID TH. A. M. MEIJER C.S.

Voorgesteld 21 november 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de regering bij brief van 1 augustus 2001 heeft aangegeven hoe zij het beoordelingskader voor de extensiveringsgebieden en niet-concentratiegebieden wil vernieuwen;

overwegende, dat de regering het beoordelingskader via een richtlijn wil reguleren en het aantal omgevingscategorieën wil beperken tot 2;

van mening, dat de richtlijn te weinig juridische zekerheid biedt en dat in de landbouwontwikkelingsgebieden en verwevingsgebieden het beoordelingskader in een wet verankerd is;

voorts van mening, dat de voorgestelde categorie-indeling per saldo geen bedrijfsontwikkeling oplevert, onduidelijkheid creëert en bovendien niet aansluit bij het beoordelingskader in de landbouwontwikkelingsgebieden en verwevingsgebieden;

voorts van mening, dat gemeenten en landbouwbedrijfsleven behoefte hebben aan eenduidig beleid;

verzoekt de regering:

– het beoordelingskader in de extensiverings- en niet-concentratiegebieden in een wet te verankeren;

– het beoordelingskader te laten aansluiten bij de huidige praktijk (Dat betekent dat in deze gebieden de richtlijn 96 inclusief de bijbehorende jurisprudentie in een wet verankerd dient te worden),

en gaat over tot de orde van de dag.

Th. A. M. Meijer

Van der Vlies

Oplaat

Stellingwerf

Naar boven