27 834
Criminaliteitsbeheersing

nr. 35
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 oktober 2004

Middels dit schrijven bied ik u het rapport «Bestrijding Diefstal Mobiele Telefoons»1 aan, dat is uitgevoerd naar aanleiding van Kamervragen van het lid Van Heemst over de bestrijding van de diefstal van mobiele telefoons in Nederland. In de beantwoording van de Kamervragen van juni 2003 (TK 2002–2003, Aanhangsel 3689) is aangegeven dat er een onderzoek zou plaatsvinden naar de mogelijkheden om een IMEI(International Mobile Equipment Identity)-database in Nederland in te voeren. Dit onderzoek is uitgevoerd door het onafhankelijke adviesbureau Verdonck, Klooster & Associates in opdracht van het Ministerie van Justitie en het Nationaal Platform Criminaliteitsbestrijding (NPC).

In deze brief zal kort worden weergeven wat de belangrijkste aspecten uit het rapport zijn en welke acties er vanuit het Ministerie van Justitie zullen worden ondernomen om de problematiek rondom de diefstal van mobiele telefoons aan te pakken.

Het rapport schetst een beeld van de huidige stand van zaken en geeft aanbevelingen over hoe om te gaan met de bestrijding van de diefstal van mobiele telefoons. Recente projecten zoals de «SMS-bom» en «YUNU-IMEI» hebben er voor gezorgd dat het aantal diefstallen gedaald is, maar deze initiatieven hebben nog niet tot een structurele aanpak van deze problematiek geleid. Mede gelet op de initiatieven die zijn ontplooid in het Verenigd Koninkrijk en België, waar IMEI-databases zijn ingevoerd, hebben het Ministerie van Justitie en het NPC dit onderzoek uit laten voeren, om te bezien of een dergelijke database ook in Nederland ingevoerd kan worden.

Om de problematiek via een meer structurelere wijze aan te pakken adviseert het rapport een IMEI-database (EIR) door de mobiele netwerkoperators in te laten richten (met eventueel aansluiting op het Central Equipment Identity Register (centrale IMEI-database) in Dublin). Het rapport geeft hiervoor de volgende aandachtspunten mee:

1. Uit de interviews met diverse partijen (o.a. operators, fabrikanten, politie, OM en andere ministeries) die betrokken zijn bij de aanpak van de bestrijding van mobiele telefoons blijkt dat een ieder een belangrijke rol ziet weggelegd voor de overheid om een voorlichtingscampagne te voeren rondom dit onderwerp.

2. De operators willen dat het IMEI nummer van mobiele telefoons beter beveiligd wordt én dat het wijzigen van het IMEI-nummer van een mobiele telefoon strafbaar wordt gesteld. De gevallen waarin een IMEI-nummer gewijzigd wordt zijn niet veelvoorkomend, echter om een goedwerkende database van IMEI-nummers te garanderen is het niet-manipuleerbaar zijn van de IMEI-nummers, voor de operators een noodzakelijk vereiste. De fabrikanten van mobiele telefoons hebben onlangs in een vergadering van de GSM Association afspraken met elkaar gemaakt om ervoor te zorgen dat de IMEI-nummers beveiligd zullen gaan worden volgens de ETSI standaarden. Dit betekent in feite dat de nieuwste types toestellen, die nu op de markt worden gebracht, voldoende zijn beveiligd tegen wijzigingen. Het lijkt er ook op dat de operators met deze afspraken kunnen werken en dat hiermee voldaan wordt aan hun wens tot het niet kunnen wijzigen van IMEI-nummers. Dit betekent echter niet dat hiermee hun wens tot strafbaarstelling verdwenen is.

3. Het is noodzakelijk dat alle operators in Nederland mee doen bij het opzetten van een IMEI-database. Gebeurt dit niet dan bestaat nog altijd de kans dat er met een gestolen toestel gebeld kan worden in Nederland op het netwerk van die operator die niet meedoet met de database.

Mede op basis van deze aandachtspunten ben ik voornemens op korte termijn de volgende vervolgstappen in gang te laten zetten:

1. Het College van p-g's verzoeken een proefproces te starten om te bezien of het wijzigen van IMEI-nummers door de rechter als strafbaar wordt beschouwd. Een vervolging van het manipuleren van een IMEI-nummer lijkt mogelijk op grond van artikel 225 subsidiair artikel 219 van het Wetboek van Strafrecht.

2. Een overleg organiseren tussen de Ministers van Justitie en Economische Zaken en de Chief Executive Officers van de operators om gezamenlijk afspraken te maken om deze problematiek aan te pakken en de operators aan te spreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en hen duidelijk te maken dat de problematiek prioriteit heeft bij de overheid. Doel van dit overleg is tevens om de in de conclusie van het rapport voorgestelde Taskforce gericht op de implementatie van de IMEI-database in Nederland op te zetten.

3. Op Europees niveau aandringen op intensivering van de aanpak van de diefstal van mobiele telefoons om zodoende op Europees niveau een sluitend systeem te bewerkstelligen, waardoor het ook niet meer mogelijk is gestolen toestellen in het buitenland te gebruiken.

4. Om meer duidelijkheid te verkrijgen over de omvang van de problematiek onderzoeken of een registratiesysteem van gestolen mobiele toestellen bij de politie en het OM ingericht kan worden, dat inzicht geeft op zowel landelijk als regionaal niveau.

De voorgestelde vervolgstappen zijn een begin om de problematiek van de diefstal van mobiele telefoons aan te pakken. Van belang is dat alle betrokken partijen bereid zijn om deze problematiek gezamenlijk aan te pakken om zodoende de diefstal van mobiele telefoons in Nederland terug te dringen.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven