27 831
Kaderstellende visie op toezicht

nr. 23
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 februari 2007

In deze brief geef ik gevolg aan het verzoek van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, gedaan tijdens het Algemeen Overleg op 31 januari 2007, om informatie over de stand van zaken van de discussie in het kabinet over (de omvang van de) markttoezichthouders.

Overzicht stand van zaken discussie omvang en groei markttoezichthouders

Binnen het huidige kabinet (Balkenende III) is geen sprake van een discussie over omvang en groei van markttoezichthouders. Op de voornemens van het nieuwe kabinet kan niet worden vooruitgelopen. Daarom beperk ik me hier tot een overzicht van de omvang en groei van de markttoezichthouders in de afgelopen drie jaar dat op mijn verzoek door het Ministerie van Economische Zaken in samenwerking met het Ministerie van Financiën is opgesteld. Ik begin met een korte toelichting over uitbreiding en intensivering van taken van de markttoezichthouders en sluit af met de nieuwe markttoezichthouders de Nederlandse Zorgautoriteit en de Consumentenautoriteit.

Nieuwe taken in de periode 2004–2006

Bij de NMa, inclusief DTe en de Vervoerkamer zijn nieuwe taken belegd en bestaande taken uitgebreid en geïntensiveerd. Nieuwe taken betreffen onder meer toezicht op energiemarkten (bijv. monitoring) en aanpassingen aan Europese regelgeving op mededingingsgebied. Daarnaast heeft de politiek de wens geuit om het toezicht door de NMa te versterken, onder meer door met een geïntensiveerde aanpak kartels in bijvoorbeeld de bouwsector aan te pakken. Ook dit heeft tot uitbreiding van de NMa geleid. De nieuwe taken van OPTA vloeien voort uit de transitie naar de nieuwe Telecomwet (marktanalyses etc.), de toegenomen aandacht voor internetveiligheid (spam, spyware), de inspanningen t.a.v. het terugdringen van ongewenste telemarketing, en toegenomen activiteiten op de postmarkt t.b.v. de liberalisering. De uitbreiding van de AFM is hoofdzakelijk het gevolg van de (verwachte) inwerkingtreding van nieuwe toezichttaken. Het gaat daarbij onder meer om het toezicht op accountants, aanbieders van beleggingsobjecten, financiële dienstverlening, financiële verslaggeving en marktmisbruik. Bij DNB heeft de invoering van het toezicht op zorgverzekeraars een belangrijke rol gespeeld bij de uitbreiding en is het toezicht op verzekeraars geïntensiveerd.

Ontwikkeling van het budget in de periode 2004–2006 (in € 1000)

	2004	2005	2006 (begroting)
NMa (excl. DTe en Vervoerkamer)*	25 795	27 936	29 963
Directie Toezicht energie (DTe)*; onderdeel van NMa	8 233	9 958	9 292
Vervoerkamer*; onderdeel van NMa	1 041	1 285	1 397
OPTA	18 800	18 000	18 200
Autoriteit Financiële Markten, AFM (lasten)	42 000	55 800	73 100
De Nederlandsche Bank inclusief de Pensioen- en Verzekeringskamer DNB/PVK (lasten)	84 200	87 900	95 300

Ontwikkeling van de formatie in de periode 2004–2006 (in aantal fte’s)

	2004	2005	2006 (begroting)
NMa* (excl. DTe en Vervoerkamer)	250,2	277,7	296,7
DTe* (onderdeel van NMa)	53,5	61,5	62,5
Vervoerkamer *(onderdeel van NMa)	12	12	12,5
OPTA	153	150	152
AFM	328	383	493
DNB/PVK	579	580	641

* Bij de cijfers voor NMa is de capaciteit die door de centrale staven en de Juridische Dienst wordt besteed ten behoeve van DTe en Vervoerkamer niet uitgesplitst naar DTe en Vervoerkamer afzonderlijk.

Nieuwe toezichthouders Consumentenautoriteit en Nederlandse Zorgautoriteit

Budget en formatie van de Consumentenautoriteit over 2006 bedroegen € 4,8 miljoen en 23,5 fte, haar bevoegdheden zijn gebaseerd op de Wet handhaving consumentenbescherming die op 7 november 2006 door de Eerste Kamer is aangenomen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bestaat sinds 1 oktober 2006. De NZa komt voort uit het College tarieven gezondheidszorg (CTG) en het College toezicht zorgverzekeringen (CTZ) en ontleent haar taken aan de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). Naast een overname van het takenpakket van CTG en CTZ richt de NZa zich op het pro-actief vaststellen van condities voor marktwerking en de handhaving daarvan. Bij de NZa werken 235 mensen.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Nicolaï