27 830 Materieelprojecten

Nr. 84 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 oktober 2010

Inleiding

Met de brieven van 13 april en 20 augustus jl. (Kamerstukken 27 830, nrs. 74 en 80) is de Kamer geïnformeerd over de resultaten van de voorstudiefase (B-fase) respectievelijk de studiefase (C-fase) van het project F-16 Verbetering lucht-grondbewapening fase II. In de B-fase is vastgesteld dat de Small Diameter Bomb IncrementI (SDB I) het enige product is waarmee in de deelbehoeften 1 en 2 aan tactische stand off wapens kan worden voorzien. Met de B-brief is tevens gemeld dat de verwerving van de overige deelbehoeften op korte termijn niet zinvol is en dat voortzetting hiervan wordt uitgesteld totdat een besluit is genomen over de vervanger van de F-16. In deze brief zal ik ingaan op de resultaten van de verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase) van het project Verbetering lucht-grondbewapening fase II, deelbehoeften 1 en 2. Deze twee deelbehoeften zijn de volgende:

  • 1. een tactische stand off capaciteit tegen statische doelen met een zeer kleine lading;

  • 2. een tactische stand off capaciteit tegen statische doelen met een standaard wapen in een gewichtsklasse van 500 of 2000 pond (lbs).

Aangezien de SDB I reeds in de B-fase als enige product was overgebleven, bevatte de C-brief van 20 augustus hierover geen nieuwe informatie. Wel heb ik in de C-brief, evenals in de brief van 15 september jl. (Kamerstuk 27 830, nr. 82), uiteengezet dat Defensie wil aansluiten bij een omvangrijke Amerikaanse overheidsopdracht voor de aanschaf van de SDB I. Daartoe moet Nederland uiterlijk 1 november een Letter of Offer and Acceptance (LOA) met de Amerikaanse overheid tekenen. De aansluiting bij de Amerikaanse overheidsorder biedt grote kostenvoordelen en maakt de tijdige aanschaf van deze precisiewapens mogelijk. De Amerikaanse overheid voorziet de komende jaren geen vervolgopdrachten waarbij Nederland alsnog zou kunnen aansluiten.

Kwalitatieve behoefte

Steeds meer landen en groeperingen beschikken over technologisch hoogwaardige luchtverdedigingsystemen. Naar verwachting zal de proliferatie daarvan de komende jaren overal ter wereld voortgaan. Defensie beschikt momenteel niet over de capaciteit om doelen op grotere afstand (stand off) uit te schakelen, buiten het bereik van hoogwaardige vijandelijke luchtverdedigingssystemen. Er is daarom behoefte aan de verwerving van munitie voor de F-16 waarmee doelen op grotere afstand met hoge precisie kunnen worden uitgeschakeld, terwijl het risico op ongewenste nevenschade tot een minimum wordt beperkt en tevens de risico’s voor de vliegers worden verminderd.

Met de B-brief en de C-brief is de Kamer geïnformeerd over de kwalitatieve behoefte. Deze is in de D-fase niet is gewijzigd. Bij de verwerving van de benodigde stand off capaciteit voor de deelbehoeften 1 en 2 moet worden voldaan aan een aantal eisen. Omdat het wapen inzetbaar moet zijn bij zowel de F-16 als de opvolger van de F-16, moeten de wapens kunnen worden geïntegreerd en gecertificeerd op beide toestellen. Ook moet het wapen effectief zijn tegen een groot aantal typen doelen. Daarnaast moet het wapen overal inzetbaar zijn onder alle weersomstandigheden, zowel overdag als ’s nachts, ook wanneer zicht op de grond ontbreekt.

Tijdens de B-fase is reeds gebleken dat de SDB I van Boeing in de gewichtsklasse van 250 pond (lbs) als enige wapen voldoet aan deelbehoefte 1. Het wapen heeft een hoge precisie en door de zeer kleine lading wordt het risico van ongewenste nevenschade tot een minimum beperkt. Tijdens de B-fase is ook vastgesteld dat de ontwikkeling van stand off wapens tegen statische doelen, bestaande uit een standaardbom van 500 of 2000 pond (lbs) plus sturingsapparatuur en vleugelsets (deelbehoefte 2), zich nog in het beginstadium bevindt. Dergelijke wapens zullen daarom niet meer worden geïntegreerd en gecertificeerd op de F-16 toestellen. Daarom zal ook in deelbehoefte 2 worden voorzien met de SDB I. Het penetrerend vermogen is vergelijkbaar met dat van een bom in de gewichtsklasse van 2000 pond (lbs). Wel is de explosieve lading van de SDB I kleiner, waardoor voor de bestrijding van bepaalde doelen verscheidene projectielen nodig zullen zijn. Een voordeel van de keuze voor de SDB I voor deelbehoefte 1 en 2 is de standaardisatie bij trainingsmiddelen, initiële opleidingen en reservedelen.

De SDB I wordt op de F-16 geïntegreerd en gecertificeerd als onderdeel van de M6-modificatie. Deze modificatie, waarover de Kamer is geïnformeerd met de brief van 3 oktober 2007 (Kamerstuk 27 830 nr. 62), wordt uitgevoerd in het kader van het F-16 Multinational Fighter Program (MNFP). Dit samenwerkingsprogramma dateert van de introductie van de F-16 en vanaf het begin nemen België, Denemarken, Noorwegen, Nederland en de Verenigde Staten eraan deel. Portugal doet mee sinds 2000. De M6-software is vanaf midden 2012 beschikbaar. In de B-brief van 13 april jl. is gemeld dat de SDB I kan worden ingezet met de F-35 en naar verwachting ook kan worden geïntegreerd en gecertificeerd op de Saab Gripen NG en de Advanced F-16. Hierdoor is de aanschaf van de SDB I niet afhankelijk van de besluitvorming over de vervanger van de F-16.

Kwantitatieve behoefte

De kwantitatieve behoefte aan de SDB I is berekend met behulp van Navo-richtlijnen. Verder spelen ook de ervaringen van Nederlandse vliegers een rol, waaronder die tijdens de operaties in Afghanistan. De informatie over deze Navo-richtlijnen en over de wapenvoorraden van Defensie is gerubriceerd. Over de kwantitatieve behoefte aan SDB I’s is de Kamer geïnformeerd met de gerubriceerde brief van 13 april 2010 (kenmerk BS2010010738). Deze behoefte is in de C-fase en de D-fase niet gewijzigd. De gerubriceerde brief die heden wordt verzonden (kenmerk BS2010032374)1 bevat daarover nadere informatie. Naast de wapens voor de operationele voorraad zijn in 2012 acht SDB I’s nodig voor de deelneming aan de operationele test- en evaluatiefase van de M6-modificatie. Voorts zijn gedurende tien jaar jaarlijks twee SDB I’s nodig voor verificatietesten. Het aantal te verwerven wapenrekken bedraagt 24. Dit is voldoende voor de operationele inzet en voor een logistieke reserve. Voor de opleiding en training van grondpersoneel worden vier wapenrekken in een trainingsversie en zestien «dummy» trainingswapens verworven. Ten slotte zijn voor het testen van de SDB I en de wapenrekken acht adapters nodig voor de aansluiting op bij Defensie reeds beschikbare testapparatuur.

Financiën

Budget

Voor de verwerving van de SDB I was een bedrag van € 30 miljoen (prijspeil 2010) geraamd. Deze raming berustte op eerdere prijsinformatie van de Amerikaanse overheid uit de B-fase, waarbij al rekening was gehouden met de aansluiting op de Amerikaanse order. Op grond van de LOA van de Amerikaanse overheid kan het budget worden verlaagd naar € 28,8 miljoen (lopende prijzen). Dit bedrag is begroot voor de periode 2010 tot en met 2014. In de bijlage bij deze brief is een overzicht van het projectbudget opgenomen.

Exploitatiekosten

Voor de invoering van de SDB I is geen extra personeel nodig. De verwerving heeft dan ook geen gevolgen voor de personele exploitatie. De materiële exploitatie van de SDB I en de wapenrekken betreft vooral de vervanging van componenten en verbruiksmateriaal en het onderhoud van de software. Als onderdeel van de LOA en ten laste van het projectbudget is in het onderhoud voorzien tot 24 maanden na de laatste levering in 2013. Daarna zijn de kosten voor materiële exploitatie geraamd op € 100 000 per jaar (prijspeil 2010).

Planning

De eerste SDB I’s moeten in het voorjaar van 2012 worden geleverd ten behoeve van de operationele test- en evaluatiefase van de M6-modificatie van de F-16, die midden 2012 wordt uitgevoerd. Na deze testfase is de SDB I in de tweede helft van 2012 operationeel inzetbaar. De levering van de laatste SDB I’s is voorzien voor 2013.

Om te kunnen aansluiten bij een grote Amerikaanse order dient uiterlijk 1 november 2010 de LOA met de Amerikaanse overheid te worden getekend, zodat de Nederlandse behoefte deel kan uitmaken van het contract met de fabrikant.

Projectrisico’s

De SDB I wordt geproduceerd sinds 2007 en is bij de Amerikaanse luchtmacht al geruime tijd in gebruik. Hierdoor zijn de risico’s voor de ontwikkeling en de kosten laag. Wanneer Defensie niet zou aansluiten bij de omvangrijke Amerikaanse order, heeft dat verstrekkende gevolgen. De Amerikaanse overheid voorziet voor de komende jaren geen vervolgorders vanwege de grote order die thans in voorbereiding is. Een afzonderlijke Nederlandse order zal aanzienlijk duurder uitvallen. Verder betekent uitstel van de Nederlandse besluitvorming dat Defensie niet kan aansluiten bij Amerikaanse testvluchten met SDB I’s in het kader van de test- en evaluatiefase van de M6-modificatie. Dat betekent dat Nederland later alsnog nieuwe testvluchten zal moeten uitvoeren. Ook hiermee zijn dan extra kosten gemoeid.

Overige aspecten

Internationale samenwerking

Defensie zal de SDB I’s verwerven in samenwerking met de Amerikaanse luchtmacht via de Foreign Military Sales (FMS-)regeling. De SDB I wordt op de F-16 geïntegreerd en gecertificeerd als onderdeel van de M6-modificatie die in MNFP-verband wordt uitgevoerd.

Relatie met andere projecten

Het project heeft een relatie met de projecten F-16 lucht-grondbewapening fase I, F-16 Mode 5 IFF (integratie in de M6-software) en Vervanging F-16. Voorts is er een verband met het project F-16 zelfbescherming (ASE) waarover de Kamer op 6 april 2006 is geïnformeerd (Kamerstuk 27 487, nr. 9). In dit project wordt de F-16 onder meer voorzien van apparatuur die in staat is vijandelijke luchtverdedigingssystemen in een vroeg stadium op te sporen.

Opleidingen

De kosten van de initiële opleiding van de technische instructeurs van Defensie en van leermiddelen maken deel uit van het projectbudget. Deze instructeurs zullen het overige technische grondpersoneel opleiden. Voor de vliegers van de F-16 zal de inzet van de SDB I in hun opleiding en training worden verwerkt.

Industriële participatie

Voor de verwerving van de SDB I is, in overeenstemming met de geldende regelgeving, een compensatie-eis gesteld. De fabrikant Boeing heeft toegezegd deze verplichting te accepteren. Het ministerie van Economische Zaken draagt zorg voor de afspraken over de compensatie, in de vorm van opdrachten voor de Nederlandse industrie.

Infrastructuur, arbo en milieu

De aanschaf van de SDB I leidt niet tot aanpassing van de bestaande infrastructuur. Daarnaast wordt het project uitgevoerd in overeenstemming met de geldende regelgeving over arbo, ruimtelijke ordening en milieu. Zoals gemeld in de B-brief bevat de SDB I geen radioactieve materialen zoals verarmd uranium. De warhead, de kop van het wapen, is gemaakt van een staalsoort die ook wordt toegepast in landingsgestellen en aandrijfassen van vliegtuigen en bevat minder dan 1 procent aan zware metalen.

Tot slot

De SDB I is het enige product waarmee binnen enkele jaren in de deelbehoeften 1 en 2 aan tactische stand off wapens kan worden voorzien. Met de inzet van een stand off wapen wordt het risico voor de vlieger zoveel mogelijk verminderd. Door het gebruik van de SDB I, een wapen met een hoge nauwkeurigheid maar ook met een zeer kleine lading, wordt ook het risico op ongewenste nevenschade tot een minimum beperkt. Het is daarom van belang dat Defensie zo spoedig mogelijk over de SDB I kan beschikken. Ik verzoek de Kamer daarom in te stemmen met de aanschaf van de SDB I, zodat Defensie de LOA met de Amerikaanse overheid uiterlijk 1 november 2010 kan tekenen.

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop

Bijlage Financieel overzicht van het project F-16 Verbetering lucht-grondbewapening fase II, deelbehoeften 1 en 2

Prijzen in € miljoen (lopende prijzen, plandollarkoers $ 1,00 = € 0,83)

 

SDB I:

– operationele voorraad

– acht stuks ten behoeve van OT&E F-16 M6-modificatie

– 20 stuks ten behoeve van de jaarlijkse verificatie voor tien jaar

€ 19,5

BRU-61/A SDB wapenrekken (24 stuks)

3,2

BRU-61/T1 wapenrekken t.b.v. training grondpersoneel (vier stuks)

0,3

SDB 1 trainingswapens t.b.v. grondpersoneel (zestien stuks)

0,2

Testadapters (acht stuks)

0,4

Trainingsmiddelen t.b.v. Explosieven Opruimingsdienst

0,1

Opleidingen

0,1

Initiële reservedelen

0,7

Technische ondersteuning door Boeing, met inbegrip van onderhoud tot 24 maanden na laatste levering

1,3

Assistentie Amerikaanse luchtmacht (projectmanagement)

0,2

Subtotaal

26,0

  

19 procent BTW, met uitzondering van de SDB I-wapens1

1,2

Kosten Foreign Military Sales (FMS)

1,1

Reservering transportkosten

0,2

Projectreserve

0,3

Totaal

28,8

XNoot
1

De SDB I-wapens worden in een entrepot opgeslagen. Over deze wapens en over de kosten van de FMS is geen BTW verschuldigd.


XNoot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven