27 830 Materieelprojecten

Nr. 74 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2010

INLEIDING

Nederlandse F-16 jachtvliegtuigen worden ingezet voor de luchtverdediging, voor verkenningen en voor grondaanvallen. Dit staat bekend als het multi-roleconcept. Bij grondaanvallen is het van belang wapens in te zetten die nauwkeurig zijn en die een minimum aan onbedoelde nevenschade veroorzaken. Deze wapens moeten overdag en ’s nachts onder alle weersomstandigheden kunnen worden ingezet, waarbij de risico’s voor het eigen personeel zoveel mogelijk worden beperkt. Tegen deze achtergrond voert Defensie het project F-16 Verbetering lucht-grondbewapening fase II uit. In deze brief zal ik ingaan op de voorstudiefase (B-fase) van het project.

Over dit project is de Kamer eerder geïnformeerd met de A-brief van 7 november 2007, de beantwoording op 14 januari 2008 van schriftelijke vragen over deze brief (Kamerstukken 27 830, nrs. 47 en 49), de defensiebegroting 2010 en de beantwoording van schriftelijke vragen over de begroting (Kamerstukken 32 123 X, nrs. 2 en 21). In de begroting is een gecombineerde B- en C-brief over de voorstudie- en studiefase aangekondigd. Als waarborg voor een toereikende informatievoorziening wordt de Kamer conform de motie van het lid Knops van 3 december 2009 (Kamerstuk 32 123 X, nr. 68) geïnformeerd met deze B-brief. Een herijking van het project heeft er mede toe geleid dat de voorstudiefase niet zoals was voorzien in 2009 kon worden voltooid.

BEHOEFTE

Achtergrond

Met de brief van 25 februari 2003 (Kamerstuk 27 830, nr. 16) is de Kamer geïnformeerd over het programma F-16 Verbetering lucht-grondbewapening dat uit drie afzonderlijke fasen bestaat. Het project in fase I betreft de aanschaf van moderne laser- en GPS-geleide precisiewapens met een beperkt bereik. De brief van 25 februari 2003 betrof tevens de behoeftestelling van fase I. Dit project wordt thans uitgevoerd. Het project in fase II behelst de behoefte aan tactische en strategische wapens die van grotere afstand van het beoogde doel en onder alle weersomstandigheden kunnen worden ingezet (stand off wapens). Doordat het mogelijk is het wapen van grotere afstand in te zetten, komt het vliegtuig niet of minder lang binnen het bereik van de luchtverdediging van de tegenstander. Fase III betrof de behoefte aan niet-letale precisiebewapening. Deze behoefte is in 2009 vervallen omdat er nog geen relevante operationele en technologische bruikbare ontwikkelingen op dit gebied zijn die toepasbaar zijn voor de F-16 en de opvolger daarvan. Hierover is de Kamer geïnformeerd met de defensiebegroting 2010 en de beantwoording van schriftelijke vragen over deze begroting.

Deelbehoeften

Door de herijking van het project is de behoefte aan tactische en strategische stand off wapens verdeeld in de volgende vijf deelbehoeften:

  • 1. een tactische stand off capaciteit tegen statische doelen met een zeer kleine lading;

  • 2. een tactische stand off capaciteit tegen statische doelen met een standaard wapen in een gewichtsklasse van 500 of 2000 pounds (lbs);

  • 3. een tactische stand off capaciteit tegen zwaar verdedigde statische doelen;

  • 4. een tactische stand off capaciteit tegen mobiele doelen;

  • 5. een strategische stand off capaciteit tegen zwaar verdedigde statische of mobiele doelen.

Deelbehoeften 1 en 2

Mede op grond van de ervaringen in operaties hebben de eerste twee deelbehoeften hoge prioriteit. Hiermee kunnen doelen op grotere afstand dan nu worden uitgeschakeld, terwijl het risico op ongewenste nevenschade tot een minimum wordt beperkt en de risico’s voor vliegers worden verminderd.

Deelbehoeften 3, 4 en 5

De aan te schaffen stand off wapens zouden in overeenstemming met de behoeftestelling geschikt moeten zijn voor zowel de F-16 als de vervanger van de F-16. Daartoe moeten de wapens kunnen worden geïntegreerd met de hard- en software van beide vliegtuigtypen,en moet de integratie bovendien worden gecertificeerd. De Verenigde Staten en enkele Europese F-16 gebruikers, die samenwerken in het Multi National Fighter Program (MNFP), zullen in de komende tien jaar de F-16 gaan vervangen. Uit de voorstudiefase is gebleken dat hierdoor de wapens die deel uitmaken van de deelbehoeften 3, 4 en 5 niet meer zullen worden geïntegreerd en gecertificeerd op de F-16 MLU (Midlife Update). De keuze voor de vervanger van de F-16 MLU in Nederland, die thans is voorzien voor 2012, is dus bepalend voor de verwerving van deze deelbehoeften.

In de voorstudiefase is komen vast te staan dat de verwerving van de deelbehoeften 3, 4 en 5 op korte termijn niet zinvol is en dat voortzetting beter kan wachten op de definitieve besluitvorming over de vervanging van de F-16. Uit de voorstudiefase is tevens gebleken dat voor elk van deze drie deelbehoeften slechts enkele wapentypes beschikbaar zijn of zullen komen. Na besluitvorming over de vervanging van de F-16 zal hiervan per deelbehoefte mogelijk slechts één wapentype overblijven, zodat een voorstudiefase (B-fase) voor de deelbehoeften 3, 4 en 5 geen toegevoegde waarde zal hebben. Omdat de wapentypes van de drie deelbehoeften 3, 4 en 5 naar verwachting wel zullen verschillen, gaat Defensie vooralsnog uit van drie afzonderlijke studiefasen (C-fasen).

In deze brief zullen de resultaten van de voorstudiefase van de eerste twee deelbehoeften nader uiteen worden gezet.

Kwalitatieve behoefte

Deelbehoefte 1

Het Commando luchtstrijdkrachten (CLSK) beschikt momenteel alleen over bommen in een gewichtsklasse van 500 of 2000 lbs. De behoefte in fase II bestaat uit een wapen met een zeer kleine lading voor het uitschakelen van kleinere doelen. Uit de voorstudiefase is gebleken dat de Small Diameter Bomb Increment I (SDB I)van Boeing, in de gewichtsklasse van 250 lbs, het enige geschikte wapen is. Het wapen heeft een hoge precisie en door de relatief kleine lading wordt het risico op ongewenste nevenschade tot een minimum beperkt.

De SDB I is sinds 2007 in productie. Het wapen wordt op de F-16 MLU geïntegreerd en gecertificeerd als onderdeel van de M6-modificatie die in MNFP-verband wordt uitgevoerd. Deze modificatie behelst ook de capaciteit vijandelijke en eigen eenheden van elkaar te kunnen onderscheiden (Mode 5 IFF). De Kamer is hierover geïnformeerd met de brief van 23 november 2007 (Kamerstuk 26 488, nr. 62). De M6-software is vanaf midden 2012 beschikbaar. De SDB I beschikt over een ontsteker die door de vlieger tijdens de vlucht kan worden ingesteld. Hierdoor is het wapen flexibel en kan het worden ingezet tegen een groot aantal typen doelen. Dit komt de standaardisatie ten goede.

Aangezien de SDB I wordt geleverd als compleet wapensysteem is assemblage voorafgaande aan de inzet niet nodig. Het wapen hoeft alleen te worden opgehangen aan een wapenrek dat aan de F-16 wordt bevestigd. In totaal kan een F-16 acht SDB I-wapens meevoeren. Deze acht wapens kunnen ieder apart naar een doel worden geleid en achter elkaar of gelijktijdig worden afgeworpen. Ook kunnen meer wapens op één doel worden afgeworpen. Hierdoor nemen de flexibiliteit van de F-16 en de effectiviteit per gevlogen missie toe.

Deelbehoefte 2

Deelbehoefte 2 betrof aanvankelijk sturingsapparatuur en vleugelsets die op een standaard bom van 500 of 2000 lbs kunnen worden aangebracht, waarmee het wapen van grotere afstand kan worden afgeworpen. In het project van fase I zijn standaardbommen met behulp van vergelijkbare GPS- of lasergeleide apparatuur tot vrije val precisiewapens omgebouwd. Tijdens de voorstudiefase is echter gebleken dat de ontwikkeling van stand off wapens tegen statische doelen, bestaande uit een standaardbom plus sturingsapparatuur en vleugelsets, zich nog in het beginstadium bevindt. Dergelijke wapens zullen daarom niet meer worden geïntegreerd en gecertificeerd op de F-16 MLU. Als alternatief zal ook in deelbehoefte 2 worden voorzien met de SDB I. Dit wapen heeft een hoog penetrerend vermogen dat vergelijkbaar is met die van een bom in de gewichtsklasse van 2000 lbs. Wel is de explosieve lading van de SDB I kleiner, waardoor voor de bestrijding van bepaalde doelen verscheidene SDB I’s nodig zullen zijn. Een voordeel van de keuze van de SDB I voor deelbehoefte 1 en 2 is de standaardisatie op het gebied van (de verwerving van) trainingsmiddelen, initiële opleidingen en reservedelen.

Vervanging F-16

Zoals eerder opgemerkt moeten de aan te schaffen wapens van de deelprojecten 1 en 2 geschikt zijn voor zowel de F-16 MLU als de vervanger van dit toestel. Bij de F-35 is de integratie en certificatie van de SDB I voorzien vanaf de Block 3 versie van dit vliegtuig, die over enkele jaren beschikbaar zal zijn. Daarnaast is in 2008 tijdens de actualisering van de kandidatenvergelijking voor het project Vervanging F-16 gebleken dat ook Saab uitgaat van de inzet van de SDB I bij de Gripen Next Generation (NG). Naar verwachting zal de SDB I dan ook worden geïntegreerd en gecertificeerd op de Saab Gripen NG. Ten slotte zal de SDB I ook kunnen worden geïntegreerd en gecertificeerd op de Advanced F-16, aangezien dit ook het geval is bij de F-16 MLU en de latere versies van de F-16. Derhalve hoeft de aanschaf van de SDB I niet te wachten op de besluitvorming over de vervanger van de F-16. 

Kwantitatieve behoefte

De kwantitatieve behoefte aan SDB I’s is berekend met behulp van Navo-richtlijnen. Verder spelen ook de ervaringen van Nederlandse vliegers een rol, waaronder die tijdens de operaties in Afghanistan. De informatie over deze Navo-richtlijnen en over de wapenvoorraden van Defensie is gerubriceerd. Met de bijgaande brief (kenmerk BS2010010738), die Staatsgeheim Confidentieel is gerubriceerd, wordt de Kamer geïnformeerd over het aantal SDB I’s dat Defensie wil verwerven.1

Naast de wapens voor de wapenvoorraad zijn in 2012 acht SDB I’s nodig voor de deelneming aan de operationele test- en evaluatiefase van de F-16 M6-modificatie. Bovendien zijn gedurende tien jaar jaarlijks twee SDB I’s nodig voor verificatietesten. Het aantal te verwerven wapenrekken bedraagt 24. Dit is voldoende voor de operationele inzet, de opleiding en training van vliegers en grondpersoneel en voor een logistieke reserve. Ten slotte zijn voor het testen van de SDB I en de wapenrekken acht adapters nodig voor de aansluiting op bij Defensie reeds beschikbare testapparatuur.

FINANCIËN

Budget

Met de investering van het project F-16 verbetering lucht-grondbewapening fase II is een bedrag gemoeid van € 100 miljoen tot € 250 miljoen (prijspeil 2010, inclusief BTW). Bij de herijking in 2009 is het project verdeeld in deelbehoeften waarbij een bedrag van € 30 miljoen (prijspeil 2010) is geraamd voor de verwerving van de SDB I. Dit bedrag wordt besteed in de periode 2010 tot 2013. Het noemen van een projectbudget voorafgaande aan onderhandelingen met een fabrikant kan de onderhandelingspositie van de Staat schaden en daarom gebeurt dat doorgaans niet. In dit geval echter schaffen de Verenigde Staten al enige jaren de SDB I bij Boeing aan, waardoor de prijs min of meer bekend is. Bovendien sluit de Nederlandse behoefte bij een grote Amerikaanse vervolgopdracht aan en voeren de Verenigde Staten de prijsonderhandelingen met de fabrikant. Met het oog op commercieel vertrouwelijke gegevens kan de samenstelling van het projectbudget niet openbaar worden gemaakt. Ook kan om de genoemde reden het aantal te verwerven wapens voor de wapenvoorraad niet openbaar worden gemaakt. De bijgaande gerubriceerde brief bevat informatie over het aantal te verwerven wapens en de samenstelling van het projectbudget.

Exploitatiekosten

Voor de invoering van de SDB I is geen extra personeel nodig. De verwerving heeft dan ook geen gevolgen voor de personele exploitatie. De materiële exploitatie van de SDB I en de wapenrekken betreft vooral de vervanging van componenten en verbruiksmateriaal en het onderhoud van de software. De kosten hiervan worden geraamd op € 100 000 per jaar (prijspeil 2010). Als onderdeel van het project en ten laste van het projectbudget wordt een onderhoudscontract voor de eerste drie jaar gesloten.

PROJECTRISICO’S

Tijdens de voorstudiefase bleek dat de SDB I het enige product is waarmee aan de deelbehoeften 1 en 2 in fase II kan worden voldaan. De SDB I is een bestaand wapen dat al bij de Amerikaanse luchtmacht in gebruik is. Hierdoor zijn de risico’s wat de ontwikkeling en de kosten betreft laag.

PLANNING

De eerste SBD I’s moeten in het eerste kwartaal van 2012 worden geleverd ten behoeve van de operationele test- en evaluatiefase van de M6-modificatie van de F-16. Na deze testfase is de SDB I in de tweede helft van 2012 operationeel inzetbaar. De levering van de laatste SDB I’s is voorzien voor 2014.

OVERIGE ASPECTEN

Internationale samenwerking

De gerubriceerde onderdelen voor het gebruik van de SDB I’s zijn uitsluitend verkrijgbaar via de Amerikaanse luchtmacht. Verder zal de aansluiting bij een order van de Amerikaanse luchtmacht de stuksprijs voor Nederland positief beïnvloeden. Defensie streeft er dan ook naar de SDB I’s te verwerven in samenwerking met de Amerikaanse luchtmacht via de Foreign Military Sales (FMS-)regeling.

Relatie met andere projecten

Zoals in deze brief is toegelicht heeft het project een relatie met de projecten F-16 lucht-grondbewapening fase I, F-16 Mode 5 IFF en Vervanging F-16. Ook is er een verband met het project F-16 zelfbescherming (ASE) waarover de Kamer op 6 april 2006 is geïnformeerd (Kamerstuk 27 487, nr. 9). In dit project wordt de F-16 onder meer voorzien van apparatuur die in staat is vijandelijke luchtverdedigingssystemen in een vroeg stadium op te sporen.

Opleidingen

De kosten van de initiële opleiding van de technische instructeurs van Defensie en van leermiddelen maken deel uit van het projectbudget. Deze instructeurs zullen het overige technische grondpersoneel opleiden. Voor de vliegers van de F-16 zal de inzet van de SDB I in hun opleiding en training worden verwerkt.

Industriële participatie

Nederland beschikt niet over de industriële basis voor de productie van tactische stand off wapens. De SDB I is een bestaand wapensysteem en vooralsnog bestaan er geen mogelijkheden voor een directe inschakeling van de Nederlandse industrie. Wel is compensatie aan de orde in de vorm van opdrachten voor de Nederlandse industrie. Dit maakt deel uit van het verwervingstraject en het ministerie van Economische Zaken wordt hierbij betrokken.

Infrastructuur, arbo en milieu

De aanschaf van de SDB I leidt niet tot aanpassing van de bestaande infrastructuur. Daarnaast wordt het project uitgevoerd in overeenstemming met de geldende regelgeving over arbo, ruimtelijke ordening en milieu. De SDB I bevat geen radioactieve materialen zoals verarmd uranium. De warhead, de kop van het wapen, is gemaakt van een staalsoort die minder dan 1 procent gewicht aan zware metalen bevat.

TOT SLOT

Uit de voorstudiefase is gebleken dat de SDB I het enige product is waarmee binnen enkele jaren in de deelbehoeften 1 en 2 aan tactische stand off wapens kan worden voorzien. Bij de inzet van een stand off wapen wordt het risico voor de vlieger zoveel mogelijk gereduceerd. Door het gebruik van de SDB I met een zeer kleine lading wordt ook het risico op ongewenste nevenschade tot een minimum beperkt. De SDB I is een bestaand product en kan met de F-16 M6-modificatie op de Nederlandse F-16 MLU worden geïntegreerd en gecertificeerd.

Gelet op de omvang van het budget voor de deelbehoeften 1 en 2 van in totaal € 30 miljoen ben ik voornemens deze deelbehoeften van het project F-16 verbetering lucht-grondbewapening fase II als gemandateerd project in uitvoering te geven aan de Defensie Materieelorganisatie. De studiefasen (C-fase) van de deelbehoeften 3, 4 en 5 zullen na de besluitvorming over de vervanger van de F-16 worden uitgevoerd. De Kamer zal hierover te zijner tijd worden geïnformeerd.

De staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries


XNoot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven