Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 maart 2024
Uw Kamer heeft middels een informatieverzoek van het lid Boswijk (CDA) verzocht inzicht
te verkrijgen in hoe Defensie de motie Boswijk en Diederik van Dijk (Kamerstuk 36 410 X, nr. 76) gaat uitvoeren. Met deze brief geven wij invulling aan dat verzoek.
Het mondiale veiligheidsbeeld verslechtert en de dreigingen voor Europa en Nederland
nemen toe. De Russische oorlog in Oekraïne is de grootste oorlog op het Europese continent
sinds de Tweede Wereldoorlog en vormt een directe bedreiging voor onze vrijheid en
veiligheid. Tegen de achtergrond van deze geopolitieke realiteit hebben NAVO-bondgenoten,
inclusief Nederland, vorig jaar besloten om minimaal 2 procent van het bruto binnenlands
product aan defensie te besteden.
De meest recente reeks met de (geschatte) huidige en toekomstige defensie uitgaven
is met uw Kamer gedeeld in de Kamerbrief update nationaal plan NAVO (Kamerstuk 28 676 nr. 450). Gesteund door de motie van het lid Ceder c.s. (Kamerstuk 36 410 X, nr. 56) en verzoeken vanuit uw Kamer bereidt Defensie zich voor op structurele beschikbaarheid
van 2 procent. In die voorbereiding neemt Defensie de lessen en urgentie uit de oorlog
in Oekraïne uiteraard mee omdat die van belang zijn bij de vormgeving van de krijgsmacht
van de toekomst.
Deze voorbereidingen vinden plaats aan de hand van de toegewezen NAVO-capaciteitsdoelstellingen,
de geïdentificeerde tekortkomingen van zowel NAVO als EU, de nationale taken van Defensie
voor de veiligheid van het Koninkrijk en randvoorwaarden om (gelijktijdig) invulling
te kunnen geven aan de nationale en internationale taken van Defensie. Als gevolg
hiervan wordt het nationale militaire advies opgesteld, waarna integraal gewogen keuzes
kunnen worden gemaakt als structurele financiële ruimte beschikbaar komt. Ook bij
structurele financiering van 2 procent van het bruto binnenlands product zullen keuzes
moeten worden gemaakt tussen verschillende capaciteiten om onze krijgsmacht verder
te versterken.
Ter voorbereiding op die keuzes werkt Defensie verschillende capaciteiten uit, waaronder
een tankbataljon binnen de bestaande Nederlands-Duitse samenwerking, alsook ook andere
urgente capaciteiten die nodig zijn om de krijgsmacht voor te bereiden op de toekomst
zoals versterking van de luchtverdediging, structureel hogere munitievoorraden, aanvullende
unmanned aerial vehicles (UAVs) en uitbreiding van de ondersteunende capaciteiten zoals strategisch transport.
Binnen de afspraken van het Defensie Materieelproces kunnen wij geen A-brief versturen
zonder financiële reservering op de begroting. Eind 2023 ontving uw Kamer in antwoord
op de motie van het lid Valstar c.s. een informatiebrief over wat benodigd is om binnen
de Duits-Nederlandse samenwerking een eigen tankbataljon op te richten om verder invulling
te geven aan de NAVO-capaciteitsdoelstelling.1 Zoals hierboven geschetst, treft Defensie alle voorbereidingen die nodig zijn om
bij een besluit over aanvullende financiële middelen snel tot besluitvorming over
te kunnen gaan en om tijdig aansluiting te kunnen vinden bij materieelprojecten van
andere partners en bondgenoten.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat