27 830 Materieelprojecten

Nr. 241 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 8 juni 2018

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Defensie over de brief van 3 mei 2018 inzake de behoeftestelling van het project «Midlife Update Zr.Ms. Johan de Witt» (Kamerstuk 27 830, nr. 221).

De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 7 juni 2018. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

De griffier van de commissie, De Lange

1

Welke EU- en NAVO-landen beschikken over schepen met soortgelijke (geïntegreerde) capaciteiten?

Frankrijk, Italië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten beschikken over schepen met soortgelijke amfibische capaciteiten als het Landing Platform Dock (LPD) Zr.Ms. Johan de Witt. Daarnaast beschikt het Nederlandse schip ook over uitgebreide staffaciliteiten voor de commandovoering van grote maritieme landingsoperaties en over medische Role-2 faciliteiten. Dit zijn binnen de NAVO en EU schaarse capaciteiten.

2

Op welke «veranderingen in de dreigingsomgeving» doelt u?

Dit betreft de sterk verbeterde capaciteiten van niet-Westerse moderne antischipraketten ten aanzien van bereik, snelheid, manoeuvreerbaarheid en stealth.

3

Kunt u aangeven welke wijzigingen er aan de voortstuwing worden aangebracht?

Zr.Ms. Johan de Witt is voorzien van een elektrische voortstuwingsinstallatie waarbij gebruik wordt gemaakt van zogenoemde elektrische azimuth thrusters of roerpropellers. Onderdelen van de azimuth thrusters en de elektrische omvormers zullen worden vervangen.

Naar boven